Op deze pagina staan de cijfers van de indicator 'Sportdeelname wekelijks'. Deze indicator wordt gebruikt voor het monitoren van het thema Inclusie en diversiteit van het Sportakkoord II.

Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))

Methode: Methoden en bronnen | Sportdeelname wekelijks

Nieuwe cijfers verwacht: 2025

Cijfers van de indicator

Nationale trend

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Meer dan de helft van de Nederlanders sport wekelijks

In 2023 deed 56% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Het percentage wekelijkse sportdeelname voor Nederlanders is relatief stabiel over de tijd, maar stijgt in 2023.

Cijfers van verschillende groepen in de bevolking

Geslacht

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Geringe verschillen tussen mannen en vrouwen over de tijd

In 2023 deed 57% van de Nederlandse mannen van 4 jaar en ouder wekelijks aan sport. Voor vrouwen was dit 54%. Voor mannen van 12 jaar en ouder lijkt er een licht stijgende trend te zijn tussen 2001 en 2023 in het percentage wekelijkse sporters. Voor vrouwen is de trend over de tijd stabiel. 

Leeftijd

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Ouderen sporten steeds vaker wekelijks

In 2023 sportten jongeren (12 t/m 17 jaar) het vaakst wekelijks, namelijk 76% van deze groep. Ouderen (65+ jaar) sportten het minst vaak wekelijks (40%), maar in deze groep is wel de grootste stijgende trend zichtbaar. In 2001 sportte namelijk nog maar 25% van de ouderen wekelijks.

Opleiding

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Mensen met een hbo en wo opleidingsniveau sporten vaker wekelijks

In 2023 deed 66% van de mensen met een hbo of wo opleidingsniveau minimaal één keer per week aan sport. Bij de andere groepen was dit lager (in 2023 49% voor havo, vwo en mbo en 32%  voor lo, vmbo, avo, onderbouw en mbo1). Dit beeld komt overeen met eerdere jaren. Over de tijd lijken de verschillen tussen opleidingsniveaus echter groter te worden. Hogeropgeleiden zijn meer gaan sporten. Lager- en middelbaar opgeleiden blijven stabiel over de tijd.

Huishoudinkomen

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Mensen met een hoog huishoudinkomen sporten vaker wekelijks

Mensen met een hoog huishoudinkomen (kwintiel 5) sportten in 2023 vaker wekelijks dan mensen met een lager huishoudinkomen. Dit geldt voor alle meetjaren sinds 2014. 

Herkomst

Skip chart Wekelijks sporten, 2022-2023 and go to datatable

Mensen die in Nederland zijn geboren, sporten vaker wekelijks

In 2023 sportte meer dan de helft van de Nederlandse bevolking die in Nederland is geboren wekelijks. Bij Nederlanders waarvan ook de ouders in Nederland geboren zijn, ligt dit percentage het hoogst (58%). Mensen die buiten Europa zijn geboren sportten het minst vaak wekelijks (41%).

Vanaf 2022 is er een nieuwe herkomstindeling. Zie voor eerdere meetjaren onderstaand Excelbestand.

Lichamelijke beperking

Skip chart Wekelijks sporten, 2014-2023 and go to datatable

Mensen zonder lichamelijke beperking sporten vaker minimaal 1x per week

In 2023 sportte 59% van de mensen zonder en 29% van de mensen mét een lichamelijke beperking wekelijks. In beide groepen is over de tijd weinig variatie te zien. Voor alle jaren geldt dat het aandeel mensen zonder lichamelijke beperking dat minimaal één keer per week sport, ongeveer twee keer zo groot is als het aandeel wekelijkse sporters onder mensen mét lichamelijke beperking.

Seksuele voorkeur

Skip chart Wekelijks sporten, 2001-2023 and go to datatable

Mensen met aseksuele voorkeur sporten het minst vaak wekelijks

Het percentage wekelijkse sporters onder mensen met een hetero-, homo- of biseksuele+ voorkeur varieerde in 2023 tussen 54% en 62%. Voor mensen met een aseksuele voorkeur lag dit percentage veel lager; binnen deze groep sportte 29% wekelijks.

* T/m 2021 is seksuele voorkeur uitgevraagd in twee categorieën, vanaf 2022 is dit uitgevraagd in vier categorieën

Overig

Download de overige uitsplitsingen

Wekelijkse sportdeelname is ook uitgesplitst naar:

  • Combinatie opleidingsniveau en huishoudinkomen
  • Burgerlijke staat
  • Huishoudsamenstelling
  • Maatschappelijke arbeidspositie
  • Landsdeel
  • Mate van verstedelijking
  • Gemeente grootte
  • Beweegrichtlijnen
  • Ervaren gezondheid
  • Langdurige aandoeningen 
  • Type beperking
  • Overgewicht
  • Type aandoening (zoals diabetes, kanker, hartziekten, depressie, longziekten en aandoening van bewegingsapparaat etc).

Cijfers per gemeente

 

Tekst cijfers per geemente

Sportdeelname per gemeente

De Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 laat zien dat het percentage mensen dat wekelijks sport per gemeente varieert tussen 36,1 en 71,3%. De interactieve kaart is te vinden bij Sport op de kaart.

Gerelateerde kaarten

Meer informatie

Bron: Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD’en, CBS en RIVM

Meer informatie

Monitoring Sportakkoord II

De indicator op deze pagina wordt gebruikt om de voortgang van het Sportakkoord II (SAII) te monitoren. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) brengt lange-termijn-indicatoren in beeld, waarbij een verandering op de lange-termijn beoogd wordt. Deze cijfers kunnen niet direct worden verbonden aan de acties van het SAII, maar geven wel inzicht in de context van het thema. Voor een overzicht van alle thema’s en de bijbehorende indicatoren, zie de webpagina Monitoring Sportakkoord II of de publicatie Lange-termijn-indicatoren voor monitoring van Sportakkoord II.

Het thema Inclusie en diversiteit van het sportakkoord gaat over een sportsector die toegankelijk en laagdrempelig is: iedereen kan meedoen en er is kansengelijkheid in en door sport- en beweegdeelname. Op deze pagina staan de indicatoren die worden gebruikt om dit thema te monitoren.