De indicator lidmaatschap sportverenigingen geeft het aandeel van de bevolking dat lid is van een sportbond
Het percentage Nederlanders dat lid is van een sportvereniging is één van de twintig kernindicatoren sport en bewegen. Daarnaast wordt de indicator ook gebruikt om de voortgang rondom het sportakkoord te monitoren.
Terug naar overzicht
Cijfers
Onderstaande tabel geeft aan waar cijfers omtrent lidmaatschap sportbonden te vinden zijn.
Niveau |
Link |
Openbaar? |
---|---|---|
Nationaal |
www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/clublidmaatschap www.sportenbewegenincijfers.nl/beleid/sportakkoord/inclusief-sporten |
Ja Ja |
Lokaal |
https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kaarten/sportlidmaatschappen |
Ja |
Methoden
De nationale cijfers over clublidmaatschap worden gebaseerd op basis van de tweejaarlijkse metingen van de VrijeTijdsOmnibus (VTO) uitgevoerd door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP (Sociaal Cultureel Planbureau)) in samenwerking met het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) (2012-2018). De VTO-meting van 2020 is tot stand gekomen via een samenwerking van de Boekmanstichting (namens OCW (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen)) en het Mulier Instituut (namens VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) met het CBS. De lokale cijfers komen uit de rapportage 'Zo sport Nederland' van het NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie).
Het doel van de VTO is om ontwikkelingen van sport- en cultuurparticipatie in Nederland vast te stellen. In de vragenlijst(PDF) is aan de respondenten, voor de drie sporten die zij het meest beoefenden, gevraagd of zij de sport beoefende als lid van een sportvereniging. Op basis hiervan wordt het percentage van de bevolking berekend dat lid is van een sportvereniging.
Het doel van de rapportage 'Zo sport Nederland' is inzicht geven in de stand van zaken met betrekking tot het aantal lidmaatschappen binnen de georganiseerde sport in Nederland. Hieruit wordt het aantal leden berekend dat lid is bij één of meerdere bij NOC*NSF aangesloten sportbonden.
Door het gebruik van verschillende methoden voor het tot stand komen van de landelijke en lokale cijfers zijn deze niet direct met elkaar te vergelijken. Landelijke data omvat leden bij alle sportverenigingen, zelf gerapporteerd door de respondenten van de vragenlijst. Respondenten zullen vaak niet het onderscheid maken tussen een sportvereniging, die niet op winst uit is, of een commerciële sportclub, zoals een fitnesscentrum of manege. Lokale data omvat alleen het aantal leden bij sportbonden die zijn aangesloten bij het NOC*NSF en zijn aangeleverd door de sportbonden. Niet alle sportverenigingen zijn aangesloten bij een bond of ze zijn lid van een alternatieve bond. Deze aspecten leiden ertoe dat de landelijke cijfers hoger uitvallen dan de lokale cijfers.
Doelgroepen
Zowel op basis van de VrijeTijdsOmnibus als van Ledentallenrapportage zijn uitsplitsingen naar doelgroepen te maken.
|
VrijeTijdsOmnibus |
Rapportage 'Zo sport Nederland' |
---|---|---|
Sociaal demografisch |
|
|
Gezondheid |
|
|
Overige informatie in databron
Voor de VrijeTijdsOmnibus geldt dat er aanvullende informatie beschikbaar is omtrent de sportdeelname, namelijk:
- Sportdeelname
- Sporttakken
- Sportverband (team/groep/individueel)
- Wedstrijden/Trainingen
- Sportlocatie
- Veilig sportklimaat
- Sportfan via media
- Wedstrijdbezoek
- e.a.
Voor de rapportage Zo sport Nederland is er aanvullende informatie beschikbaar over:
- Sportdeelname
- Sporttakken
Meer informatie
- Lees meer over de VrijeTijdsOmnibus
- Lees meer over de rapportage 'Zo sport Nederland'
Voor vragen neem contact op met: sportenbewegenincijfers@rivm.nl