Op deze pagina staan de cijfers van de indicator 'Beweeggedrag bij kinderen jonger dan 4 jaar'. Deze indicator wordt gebruikt voor het monitoren van het thema Vaardig in bewegen van het Sportakkoord II.
Bron: Aanvullende Module Bewegen en Ongevallen van de Leefstijlmonitor (LSM-A Bewegen en Ongevallen) (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)).
Methode: Volgt in 2024
Nieuwe cijfers verwacht: 2026
Cijfers van de indicator
Beweegactiviteiten
Sla de grafiek Beweegactiviteiten door Nederlandse 0-4 jarigen over en ga naar de datatabelBuitenspelen en wandelen veelbeoefende activiteiten door 0-4 jarigen
In 2023 wandelde 94% van de Nederlandse 0-4 jarigen (die kunnen lopen) minimaal één keer per week in de vrije tijd. Gemiddeld genomen 56 minuten per dag. Daarnaast is buitenspelen een belangrijke activiteit die veel gedaan wordt door deze leeftijdsgroep, zowel op de opvang (90%) als in de vrije tijd (87%), gemiddeld genomen rond de 80 minuten per dag. Als het kind nog niet kon lopen, betrof dit buiten op een kleedje liggen.
In de vrije tijd fietste 56% van de 0-4 jarigen minimaal één keer per week (ongeveer 30 minuten per dag). Van en naar de opvang wandelde 41% en fietste (loopfiets/driewieler) 12% van de 0-4 jarigen die naar opvang gaan minimaal één dag in de week (10 tot 15 minuten per dag). Ook deed 15% van de 0-4 jarigen minimaal één keer per week (gemiddeld 48 minuten per keer) aan baby- of peuterzwemmen. Daarnaast deed 19% aan een vorm van sport (gemiddeld 183 minuten per week). De populairste sporten zijn gymnastiek en dansen.
* In 2021 had de huis-aan-huis waarneming voor de LSM-A Bewegen en Ongevallen te kampen met verstoringen als gevolg van corona(maatregelen). Bij de interpretatie van de cijfers van 2021 moet rekening worden gehouden dat de COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen mogelijk invloed kunnen hebben gehad op het gedrag en de gezondheid van de geïnterviewden.
Meer informatie
Monitoring Sportakkoord II
De indicator op deze pagina wordt gebruikt om de voortgang van het Sportakkoord II (SAII) te monitoren. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) brengt lange-termijn-indicatoren in beeld, waarbij een verandering op de lange-termijn beoogd wordt. Deze cijfers kunnen niet direct worden verbonden aan de acties van het SAII, maar geven wel inzicht in de context van het thema. Voor een overzicht van alle thema’s en de bijbehorende indicatoren, zie de webpagina Monitoring Sportakkoord II of de publicatie Lange-termijn-indicatoren voor monitoring van Sportakkoord II.
Het thema Vaardig in bewegen van het sportakkoord gaat over kansen voor ieder kind en iedere jongere om vaardig en veelzijdig te sporten en te bewegen, waarbij plezier en ontwikkeling centraal staan. Hier wordt aan gewerkt omdat de basis voor een leven lang sporten en bewegen wordt gelegd tijdens de jeugd. Op deze pagina staan de indicatoren die worden gebruikt om dit thema te monitoren.