Het nationale sportakkoord omvat een aantal thema's. De voortgang op het thema 'Inclusief sporten en  bewegen' wordt gemonitord aan de hand van onderstaande indicatoren:

Beweegrichtlijnen

Cijfers over de indicator beweegrichtlijnen worden hieronder gepresenteerd voor de totale Nederlandse bevolking, per gemeente en per doelgroep (geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen). Voldoen aan de beweegrichtlijnen is ook één van de 20 kernindicatoren sport en bewegen. 

Cijfers per doelgroep

Onderstaande grafiek presenteert het voldoen aan de beweegrichtlijnen voor de totale bevolking.  Klik  op de legenda onderaan de figuur om uitsplitsingen naar geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen te bekijken.  

12 jaar en ouder

Sla de grafiek Voldoen aan de beweegrichtlijnen door verschillende groepen 2001-2023*^ over en ga naar de datatabel

Huidige situatie

In 2023 voldeed 45% van de Nederlandse bevolking van 4 jaar en ouder aan de beweegrichtlijnen. Dit is vergelijkbaar met het voorgaande jaar en het niveau van 2016, maar lager dan in de jaren 2017 t/m 2021. Kinderen (4 t/m 11 jaar) en hoger opgeleiden voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen. Jongeren (12 t/m 17 jaar), ouderen (65 jaar en ouder), lager opgeleiden, mensen met een lichamelijke beperking (motorisch, auditief, visueel) en mensen die buiten Europa geboren zijn voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen.

Trend over tijd

Tussen 2001 en 2020 is er een licht stijgende trend te zien in het percentage van de Nederlandse bevolking dat voldoet aan de beweegrichtlijnen.  Met name ouderen en hoger opgeleiden zijn meer gaan bewegen in de periode 2001 tot en met 2020. Vanaf 2021 is er een daling te zien in het voldoen aan de beweegrichtlijnen, al lijkt dit in 2023 te stabiliseren.

* In het statistiekjaar 2020 werd de waarneming voor de Gezondheidsenquête verstoord door de coronacrisis. In een deel van het jaar was niet mogelijk om aan huis interviews af te nemen en kwam er dus alleen via internet respons binnen. Om hiermee om te kunnen gaan is het weegmodel van de Gezondheidsenquête aangepast voor het jaar 2020. Daarbij is gebruik gemaakt van tijdreeksmodellen om te kunnen corrigeren voor het wegvallen van een deel van de waarneming. Meer informatie hierover kunt u vinden in deze nota. Ook in 2021 had de waarneming voor de Gezondheidsenquête te kampen met verstoringen, als gevolg van corona(maatregelen). Daar is op dezelfde manier mee omgegaan als in 2020. Bij de interpretatie van de cijfers van 2020 en 2021 moet rekening worden gehouden dat de COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen mogelijk invloed kunnen hebben gehad op het gedrag en de gezondheid van de geïnterviewde zelf.

Het invoeren en optimaliseren van de doelgroepenbenadering in 2021 heeft bij enkele uitkomstvariabelen invloed gehad op de cijfers. Er is door CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)Centraal Bureau voor de Statistiek, RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Trimbos-instituut aanvullend onderzoek gedaan, waarbij de waarneemstrategie van 2021 is gesimuleerd op de data van 2014 tot en met 2019. Op die manier kon geschat worden hoe voor die jaren de uitkomsten op enkele kernvariabelen zouden zijn geweest als toen al de waarneemstrategie van 2021 was toegepast. Bij de kernvariabelen over het gebruik van niet-voorgeschreven medicijnen, roken, dagelijks roken, overmatig alcoholgebruik en het voldoen aan de beweegrichtlijnen werden in sommige jaren verschillen gevonden tussen de gepubliceerde en gesimuleerde uitkomsten. Deze verschillen werden met name in de jaren 2014 t/m 2017 gevonden. Over de aanvullende analyses is een nota geschreven, waarin wordt geadviseerd om uit te blijven gaan van de gepubliceerde cijfers van voorgaande jaren. Meer over deze analyse en de uitkomsten is te vinden in de nota: Dataverzamelingsproces Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2014-2021.

^ Vanaf 2019 zijn vragen over beweegonderwijs op school aan de vragenlijst toegevoegd om een beter beeld te krijgen van het beweeggedrag van jongeren. Dit wil zeggen dat aan jongeren vanaf 12 jaar die basisonderwijs, praktijkonderwijs, VMBO, HAVO, VWO of MBO volgen, vragen zijn toegevoegd over gymlessen op school en beweeg- en sportactiviteiten die zijn geregeld vanuit school. Hierdoor zijn de cijfers over de beweegrichtlijnen, met name die over jongeren, vanaf 2019 minder goed vergelijkbaar met de cijfers van voor 2019.

Bron:  CBS-Gezondheidsenquête (2001-2013), Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)  i.s.m. het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)  (2014-2023). 
Methode: Deze informatie is te vinden op de methodepagina
Nieuwe cijfers: 2025

Cijfers per gemeente

Beweegrichtlijnen gemeentekaart

 

 

 

Tekst naast gemeentefiguur

Voldoen aan beweegrichtlijnen per gemeente

Volgens de Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 voldoet gemiddeld 47,5% van de volwassenen van 18 jaar en ouder  aan de beweegrichtlijnen. Per gemeente varieert het percentage van 33,2 tot 66,1%. 

Vergelijk met andere kaart

Gerelateerde kaarten

Meer informatie

Bron: Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD’en, CBS en RIVM

 

Hoe scoort uw gemeente?

In onderstaande tabel 'Cijfers per gemeente' kunt u uw eigen gemeente opzoeken en vergelijken met andere gemeentes met een vergelijkbaar inwoneraantal en zelfde stedelijkheidsgraad. Klik hier voor een totaaloverzicht van indicatoren  (inclusief uitsplitsingen) met gemeentecijfers.

Tabel: Cijfers per gemeente
Gemeentenaam Beweegrichtlijnen Vergelijkbaar aantal inwoners Vergelijkbaar stedelijkheidsgraad

Wekelijkse sportdeelname

Overzicht

Cijfers over de indicator wekelijkse sportdeelname worden hieronder gepresenteerd voor de  totale Nederlandse bevolking, per gemeente en per doelgroep (geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen). Daarnaast wordt verdiepende informatie over het verband (limaatschap sportvereniging en/of abonnement sportaanbieder) waarin wekelijkse sporters sporten gepresenteerd. Wekelijkse sportdeelname is ook één van de 20 kernindicatoren sport en bewegen. 

Onderstaande grafiek presenteert de wekelijkse sportdeelname voor de totale bevolking.  Klik  op de legenda onderaan de figuur om uitsplitsingen naar geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen te bekijken.  

12 jaar en ouder

Sla de grafiek Aandeel wekelijkse sporters door verschillende groepen 2001-2023* over en ga naar de datatabel

Huidige situatie

In 2023 deed 56% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder tenminste  één keer per week aan sport.  Kinderen (4 t/m 12 jaar), jongeren (12 t/m 17 jaar) en hoger opgeleiden sporten vaker wekelijks. Ouderen (65 jaar en ouder), lager opgeleiden, mensen met een lichamelijke beperking (motorisch, auditief, visueel) en mensen geboren buiten Nederland sporten minder vaak wekelijks.

Trend over tijd

In de afgelopen twee decennia bleef het percentage van de Nederlandse bevolking dat één keer per week of vaker sport relatief stabiel. Dit geldt echter niet voor alle groepen binnen de bevolking. Met name voor ouderen en hoger opgeleiden is een stijgende trend te zien in het aandeel wekelijkse sporters. Jongeren lieten een een dalende trend zien.

* In het statistiekjaar 2020 werd de waarneming voor de Gezondheidsenquête verstoord door de coronacrisis. In een deel van het jaar was niet mogelijk om aan huis interviews af te nemen en kwam er dus alleen via internet respons binnen. Om hiermee om te kunnen gaan is het weegmodel van de Gezondheidsenquête aangepast voor het jaar 2020. Daarbij is gebruik gemaakt van tijdreeksmodellen om te kunnen corrigeren voor het wegvallen van een deel van de waarneming. Meer informatie hierover kunt u vinden in deze nota. Ook in 2021 had de waarneming voor de Gezondheidsenquête te kampen met verstoringen, als gevolg van corona(maatregelen). Daar is op dezelfde manier mee omgegaan als in 2020. Bij de interpretatie van de cijfers van 2020 en 2021 moet rekening worden gehouden dat de COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen mogelijk invloed kunnen hebben gehad op het gedrag en de gezondheid van de geïnterviewde zelf.

Het invoeren en optimaliseren van de doelgroepenbenadering in 2021 heeft bij enkele uitkomstvariabelen invloed gehad op de cijfers. Er is door CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)Centraal Bureau voor de Statistiek, RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Trimbos-instituut aanvullend onderzoek gedaan, waarbij de waarneemstrategie van 2021 is gesimuleerd op de data van 2014 tot en met 2019. Op die manier kon geschat worden hoe voor die jaren de uitkomsten op enkele kernvariabelen zouden zijn geweest als toen al de waarneemstrategie van 2021 was toegepast. Bij de kernvariabelen over het gebruik van niet-voorgeschreven medicijnen, roken, dagelijks roken, overmatig alcoholgebruik en het voldoen aan de beweegrichtlijnen werden in sommige jaren verschillen gevonden tussen de gepubliceerde en gesimuleerde uitkomsten. Deze verschillen werden met name in de jaren 2014 t/m 2017 gevonden. Over de aanvullende analyses is een nota geschreven, waarin wordt geadviseerd om uit te blijven gaan van de gepubliceerde cijfers van voorgaande jaren. Meer over deze analyse en de uitkomsten is te vinden in de nota: Dataverzamelingsproces Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2014-2021.

Bron:  CBS-Gezondheidsenquête (2001-2013), Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)  i.s.m. het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)  (2014-2023).
Methode: Deze informatie is te vinden op de methodepagina
Nieuwe cijfers: 2025

Cijfers per gemeente

Wekelijkse sporter

Tekst naast figuur sportdeelname

Sportdeelname per gemeente

Volgens de Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 sport gemiddeld 53,6% van de volwassenen van 18 jaar minstens een keer per week. Per gemeente varieert het percentage van 36,1 tot 71,3%. 

Vergelijk met andere kaart

Gerelateerde kaarten

Meer informatie

 

Bron: Corona Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2022 GGD’en, CBS en RIVM

 

Hoe scoort uw gemeente?

In onderstaande tabel 'Cijfers per gemeente' kunt u uw eigen gemeente opzoeken en vergelijken met andere gemeentes met een vergelijkbaar inwoneraantal en zelfde stedelijkheidsgraad. Klik hier voor een totaaloverzicht van indicatoren  (inclusief uitsplitsingen) met gemeentecijfers.

Cijfers per gemeente
Gemeentenaam Wekelijkse sportdeelname Vergelijkbaar aantal inwoners Vergelijkbaar stedelijkheidsgraad

Verband waarin wordt gesport

Sla de grafiek Verband waarin wordt gesport 2021 over en ga naar de datatabel

Ruim twee op de drie wekelijkse sporters heeft een lidmaatschap en/of abonnement

In 2021 had ruim tweederde van de wekelijkse sporters een lidmaatschap bij een sportverenigingen en/of een abonnement bij een sportaanbieder (68%). Dit neemt af met de leeftijd. Wekelijks sportende kinderen en jongeren zijn voornamelijk lid van een sportvereniging (73% en 62%). Wekelijks sportende volwassenen en ouderen hebben vaker een abonnement bij een sportaanbieder (31% en 27%). 

 

Bron:  Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)  i.s.m het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)  2021
Methode: Deze informatie is te vinden op de methode pagina
Nieuwe cijfers: 2023

Clublidmaatschap

Overzicht

Cijfers over de indicator clublidmaatschap worden hieronder gepresenteerd op basis van twee bronnen. Per gemeente aan de hand van cijfers van sportbonden en per doelgroep (geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen) op basis van de Vrijetijdsomnibus. Clublidmaatschap (op basis van de Vrijetijdsomnibus) is ook  één van de 20 kernindicatoren sport en bewegen.

Cijfers naar doelgroep

Onderstaande grafiek presenteert clublidmaatschap voor de totale bevolking.  Klik  op de legenda onderaan de figuur om uitsplitsingen naar geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, chronische aandoening, fysieke beperking, seksuele voorkeur en huishoudinkomen te bekijken.  

Clublidmaatschap VTO

Sla de grafiek Clublidmaatschap uit de VTO 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Huidige situatie

In 2022 gaf 29% van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder aan lid te zijn van een sportvereniging.  Jongeren (<20 jaar), mannen, hoger opgeleiden, heteroseksuelen en personen uit een huishouden met een hoger besteedbaar komen zijn vaker lid. Volwassenen (20 jaar en ouder), vrouwen, lager opgeleiden,  mensen met een lichamelijke beperking , LHB-ers en personen uit een huishouden met een lager besteedbaar inkomen zijn minder vaak lid van een sportvereniging.

Trend over de tijd

Tussen 2012 en 2022 is er een licht dalende trend te zien in clublidmaatschap in de totale bevolking. 

Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vrijetijdsomnibus (VTO), 2012-2018 (SCP Sociaal Cultureel Planbureau (Sociaal Cultureel Planbureau)), 2020-2022 (Mulier Instituut).
Methode: Zie webpagina kernindicator 'Clublidmaatschap'
Nieuwe cijfers: 2025

Kernindicator Clublidmaatschap naar achtergrondkenmerken 2012-2018

Clublidmaatschap

Sportbondleden 2022

Tekst clublidmaatschap

4,3 miljoen sportbondleden in 2022

In 2022 waren 4,3 miljoen mensen lid van een of meer van de 77 bij NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) aangesloten sportbonden. Gemiddeld was 24% van de Nederlandse bevolking lid van een of meerdere sportbonden. Mensen met meerdere lidmaatschappen tellen maar één keer mee. Het gaat in 2022 om 5,2 miljoen lidmaatschappen verdeeld over 22.200 verenigingen.

Naarmate de leeftijd stijgt neemt het aantal leden af

Van alle 0 tot 10-jarigen is 20% lid (van de 5 tot 10-jarigen is dit 37%); 10 tot 25-jarigen: 42%; 25 tot 45-jarigen: 22%; 45 tot 65-jarigen: 21% en van alle 65-plussers is 16% lid.

De interactieve kaart met de cijfers van elke gemeente is hier te vinden. Ook zijn hier de kaarten te vinden van de top-10 sportbonden.

  Sport Aantal leden
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Voetbal                         
Tennis
Vissen
Golf
Gymnastiek
Hockey
Paardensport
Atletiek
Zwemmen
Volleybal
1.182.000                       
602.000
590.000
432.000
233.000
228.000
135.000
118.000
116.000
102.000

Bron: NOC*NSF, 2022
Methode: Klik hier voor meer informatie over de methode.
Nieuwe cijfers: 2024

Hoe scoort uw gemeente?

In onderstaande tabel 'Cijfers per gemeente' kunt u uw eigen gemeente opzoeken en vergelijken met andere gemeentes met een vergelijkbaar inwoneraantal en een zelfde stedelijkheidsgraad. Klik hier voor een totaaloverzicht van indicatoren  (inclusief uitsplitsingen) met gemeentecijfers.

Cijfers per gemeente

Gemeentenaam Clublidmaatschap (%) Vergelijkbaar stedelijkheidsgraad (%) Vergelijkbaar huishoudinkomen (%)

Op gemak voelen bij sportaanbieders

Op gemak voelen alle cijfers in één grafiek

Sla de grafiek Op gemak voelen bij verenigingen en andere sportaanbieders, 2021* over en ga naar de datatabel

Sporters voelen zich op gemak bij sportaanbieders

In 2021 gaven sporters van 4 jaar en ouder de sportaanbieder waarbij zij sportte een ruime voldoende (8,7) op de vraag of zij zich op hun gemak voelden. Er was nauwelijks verschil tussen het cijfer dat aan verenigingen werd gegeven (8,8) en aan andere sportaanbieders (8,6). Onder andere sportaanbieder wordt bijvoorbeeld verstaan een fitnesscentrum, dansschool of zwembad. Uitsplitsing naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau laat hetzelfde stabiele beeld zien.

* In 2021 had de huis-aan-huis waarneming voor de LSM-A Bewegen en Ongevallen te kampen met verstoringen als gevolg van corona(maatregelen). Bij de interpretatie van de cijfers van 2021 moet rekening worden gehouden dat de COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen mogelijk invloed kunnen hebben gehad op het gedrag en de gezondheid van de geïnterviewde.

BronLSM-A Bewegen en Ongevallen/LeefstijlmonitorRIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), VeiligheidNL in samenwerking met CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2021
Methode: De vraag of men zich op zijn/haar gemak voelt bij een vereniging of andere sportaanbieder is gesteld aan alle respondenten die aangaven wekelijks of vaker aan sport te doen bij een vereniging of andere sportaanbieder. Antwoorden werden gegeven op een schaal van 1 tot 10. Meer informatie is te vinden op de methode pagina.
Nieuwe cijfers: 2024

Aandacht bij sportverenigingen voor mensen die belemmeringen ervaren om te (gaan) sporten en bewegen

Aandacht bij activiteiten voor mensen die belemmeringen ervaren

Het uitvoeren van activiteiten voor kwetsbare doelgroepen door verenigingen in 2016 en 2018

Sla de grafiek Aandacht bij uitvoeren van activiteiten voor kwetsbare doelgroepen door verenigingen over en ga naar de datatabel

Meer activiteiten georganiseerd voor kwetsbare groepen

In februari 2021 voerde één op de vier verenigingen (24%) activiteiten uit voor kwetsbare doelgroepen of was van plan om dit op kort termijn te gaan doen. Tot de kwetsbare doelgroepen behoren bijvoorbeeld mensen met een beperking, lage inkomensgroepen en personen met een (niet-westerse) migratie achtergrond. Dit percentage is vergelijkbaar met 2016 en 2018. 

Bron: Verenigingspanel voorjaar 2016, winter 2018/2019, februari 2021, Mulier Instituut
Methode: Aan de sportverenigingen in het verenigingspanel is gevraagd of zij aandacht besteden bij het uitvoeren van activiteiten voor kwetsbare doelgroepen. Meer informatie over het verenigingspanel is te vinden op de website van het Mulier Instituut.
Nieuwe cijfers: 2023

Aandacht in beleid voor mensen die belemmeringen ervaren

aandacht in beleid voor mensen die belemmeringen ervaren grafiek

Sla de grafiek Mate waarin sportverenigingen specifieke doelgroepen graag (beter) willen bereiken over en ga naar de datatabel

Veel aandacht voor jeugd

In de zomer van 2020 gaf de meerderheid van de sportverenigingen (84%) aan graag minstens één specifieke doelgroep (beter) te willen bereiken (cijfer niet in figuur). Het vaakst noemen zij jeugd in de middelbare schoolleeftijd (46%) of van basisschoolleeftijd (38%). 16% van de verenigingen zegt geen specifieke doelgroep (beter) te willen bereiken.

 

Bron: Verenigingspanel zomer 2020, Mulier Instituut
Methode: Aan de sportverenigingen in het verenigingspanel is gevraagd welke specifieke doelgropeen zij (beter) willen bereiken. Meer informatie over het verenigingspanel is hier te vinden.
Nieuwe cijfers: 2023

Inzet buurtsportcoaches

Overzicht

 Buurtsportcoaches, combinatiefunctionarissen en cultuurcoaches maken onderdeel uit van de Brede Regeling Combinatiefuncties. Ze stimuleren sporten, bewegen en/of deelnemen aan cultuur en verbinden verschillende sectoren. In 2022 waren er in 340 (van de 344) Nederlandse gemeenten buurtsportcoaches werkzaam. In totaal gaat het om 3.509 fte. Buurtsportcoaches hebben een rol in de uitvoering van de ambities binnen de thema's van het Nationaal Sportakkoord.

Informatie over de inzet van buurtsportcoaches is afkomstig uit vier bronnen:

  • Een panel van buurtsportcoaches (het onderzoekspanel BRC)
  • Een panel van Nederlandse gemeenten (het VSG gemeentepanel)
  • Een panel van werkgevers van buurtsportcoaches (het onderzoekspanel werkgevers BRC)
  • De Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties, waarin jaarlijks de uitrol van de regeling wordt gemonitord met input van alle aan de regeling deelnemende gemeenten

Onderstaande informatie is ook terug te vinden in de factsheet 'De inzet van buurtsportcoaches voor het nationaal sportakkoord' uit 2019 van het Mulier Instituut. Meer informatie over de inzet van buurtsportcoaches op de zes thema’s (‘deelakkoorden’) van het Nationaal Sportakkoord uit de peilingen in het voorjaar van 2021 is terug te vinden in de factsheet 'De inzet van buurtsportcoaches voor lokale sportakkoorden'. Voor 2023 zijn de thema’s van Nationaal Sportakkoord II en bijbehorende cijfers terug te vinden in de factsheet 'De rol van buurtsportcoaches in het sportakkoord II en bij onderdelen van GALA'.

Inzet buurtsportcoaches voor thema's binnen inclusief sporten en bewegen

2023

Sla de grafiek Werkzaamheden waarmee buurtsportcoaches bijdragen aan de ambitie van het deelakkoord 'inclusie en diversiteit' in 2023 over en ga naar de datatabel

Aandacht voor minder actieve / kwetsbare groepen

In 2023 leverde 87% van de ondervraagde buurtsportcoaches met hun werkzaamheden een bijdrage aan de ambities van het thema 'inclusie en diversiteit'. 90% van de ondervraagde gemeenten geeft aan dat buurtsportcoaches een bijdrage leveren aan dit thema. Uit de gebruikte bron blijkt dat de meeste werkzaamheden zich richten op effectievere toeleiding van inactieve mensen naar sport, gevolgd door het vergroten van sociale toegankelijkheid. Iets minder dan de helft van de buurtsportcoaches geeft aan bij te dragen aan de vergroting van financiële toegankelijkheid. Het vergroten van praktische toegankelijkheid van sport en bewegen wordt het minst genoemd: ongeveer 4 op 10 buurtsportcoaches zijn hierbij betrokken.

2021

Sla de grafiek Werkzaamheden waarmee buurtsportcoaches bijdragen aan de ambitie van het deelakkoord inclusief sporten en bewegen, in 2021 over en ga naar de datatabel

Aandacht voor minder actieve / kwetsbare groepen

In 2021 leverde 89% van de  ondervraagde buurtsportcoaches met hun werkzaamheden een bijdrage aan de ambities van het thema Inclusief sporten en bewegen. 95% van de ondervraagde gemeenten en 97% van de ondervraagde werkgevers gaven aan dat buurtsportcoaches een bijdrage leveren aan dit thema. Uit alle gebruikte bronnen bleek dat de meeste werkzaamheden zich richtten op sportstimulering van minder actieve of kwetsbare groepen. Gevolgd door het vergroten van de toegankelijkheid bij sportverenigingen en de toegankelijkheid bij overige sportaanbieders. Ongeveer een kwart hield zich bezig met het stimuleren van sociale diversiteit in kaderfuncties bij sportaanbieders.

2019

Sla de grafiek Werkzaamheden waarmee buurtsportcoaches bijdragen aan de ambitie van het deelakkoord inclusief sporten en bewegen, 2019 over en ga naar de datatabel

Aandacht voor minder actieve / kwetsbare groepen

In 2019 leverde 95% van de  ondervraagde buurtsportcoaches met hun werkzaamheden een bijdrage aan de ambities van het thema Inclusief sporten en bewegen. 95% van de gemeenten gaven aan dat buurtsportcoaches een bijdrage leveren aan dit thema. Uit beide bronnen bleek dat de meeste werkzaamheden zich richtten op sportstimulering van minder actieve of kwetsbare groepen. Gevolgd door het vergroten van de toegankelijkheid bij sportverenigingen en de toegankelijkheid bij overige sportaanbieders. Ongeveer een kwart hield zich bezig met het stimuleren van sociale diversiteit in kaderfuncties bij sportaanbieders.

Bron: Mulier Instituut/VSG, VSG gemeentepanel, najaar 2019/voorjaar 2021/voorjaar 2023.
              Mulier Instituut, panel Wij Buurtsportcoaches, najaar 2019/voorjaar 2021/voorjaar 2023. 
              Mulier Instituut, VSG werkgeverspanel, voorjaar 2021

Methode: De methodebeschrijving is te vinden op de website van het Mulier Instituut.
Nieuwe cijfers: 2025

Inzet buurtsportcoaches voor specifieke doelgroepen

2022

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor verschillende leeftijdsgroepen, 2022 over en ga naar de datatabel

Alle leeftijdsgroepen worden bediend

Vanuit de ondervraagde gemeenten (meetjaar 2022) bleek dat alle leeftijdsgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. Er werd vaak ingezet op kinderen, jongeren en ouderen. 

* De resultaten uit de BRC Monitor 2020 en 2022 hebben alleen betrekking op buurtsportcoaches, terwijl de resultaten uit de BRC Monitor 2019 betrekking hadden op zowel sport-als cultuurcoaches.

2020/2021

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor verschillende leeftijdsgroepen, 2020/2021 over en ga naar de datatabel

Alle leeftijdsgroepen worden bediend

Zowel vanuit het buurtsportcoachpanel (meetjaar 2021) als vanuit de ondervraagde gemeenten (meetjaar 2020) bleek dat alle leeftijdsgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. De ondervraagde gemeenten gaven aan vaker op verschillende leeftijdsgroepen in te zetten dan de ondervraagde buurtsportcoaches. Beide zetten vaak in op kinderen en jongeren. Daarnaast werden volgens de gemeenten buurtsportcoaches ook vaak ingezet voor de doelgroep ouderen. 

* De resultaten uit de BRC Monitor 2020 hebben alleen betrekking op buurtsportcoaches, terwijl de resultaten uit de BRC Monitor 2019 betrekking hadden op zowel sport-als cultuurcoaches.

2019

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor verschillende leeftijdsgroepen, 2019 over en ga naar de datatabel

Alle leeftijdsgroepen worden bediend

Zowel vanuit het buurtsportcoachpanel als vanuit de ondervraagde gemeenten (meetjaar 2019) bleek dat alle leeftijdsgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. De ondervraagde gemeenten gaven aan vaker op verschillende leeftijdsgroepen in te zetten dan de ondervraagde buurtsportcoaches. Beide zetten vaak in op kinderen en jongeren. Daarnaast werden volgens de gemeenten buurtsportcoaches ook vaak ingezet voor de doelgroep ouderen. In de rapportage Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties 2019 wordt ook de verdeling in fte gepresenteerd.

* De resultaten uit de BRC Monitor 2019 hebben betrekking op zowel sport- als cultuurcoaches.

2022

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor andere doelgroepen, 2022 over en ga naar de datatabel

Alle doelgroepen worden bediend

Vanuit de ondervraagde gemeenten (meetjaar 2022) bleek dat alle doelgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. Dit waren met name personen met een lichamelijke beperking of aandoening, personen met overgewicht en personen in een specifieke buurt.  

* De resultaten uit de BRC Monitor 2020 en 2022 hebben alleen betrekking op buurtsportcoaches, terwijl de resultaten uit de BRC Monitor 2019 betrekking hadden op zowel sport-als cultuurcoaches

2020/2021

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor andere doelgroepen, 2020/2021 over en ga naar de datatabel

Alle doelgroepen worden bediend

Zowel vanuit de ondervraagde buurtsportcoaches (meetjaar 2021) als de gemeenten (meetjaar 2020) bleek dat alle doelgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. Vanuit de ondervraagde gemeenten waren dit met name personen met een lichamelijke beperking of aandoening, personen in een specifieke buurt en personen met overgewicht. Vanuit de ondervraagde buurtsportcoaches bleek het met name te gaan om inactieve personen,  inzet in een specifieke buurt en personen met overgewicht. 

* De resultaten uit de BRC Monitor 2020 hebben alleen betrekking op buurtsportcoaches, terwijl de resultaten uit de BRC Monitor 2019 betrekking hadden op zowel sport-als cultuurcoaches

2019

Sla de grafiek Aandeel buurtsportcoaches dat zich inzet voor andere doelgroepen, 2019 over en ga naar de datatabel

Alle doelgroepen worden bediend

Het merendeel van de ondervraagde  buursportcoaches gaf in 2019 aan dat de 'buurt' de voornaamste sector is waar zij werkzaam zijn. Via de buurt komen zij in aanraking met een groot aantal doelgroepen. Zowel vanuit de ondervraagde buurtsportcoaches als de gemeenten (meetjaar 2019) bleek dat alle doelgroepen bediend worden door buurtsportcoaches. Vanuit de ondervraagde gemeenten waren dit met name personen met een lichamelijke beperking of aandoening, personen in een specifieke buurt, personen met overgewicht en inactieve personen. Vanuit de ondervraagde buurtsportcoaches bleek het met name te gaan om inactieve personen,  inzet in een specifieke buurt en personen met overgewicht. In de rapportage Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties 2019 wordt ook de verdeling in fte gepresenteerd.

* De resultaten uit de BRC Monitor 2019 hebben betrekking op zowel sport- als cultuurcoaches. 

Bron: Mulier Instituut, panel Wij Buurtsportcoaches, najaar 2019 en voorjaar 2021.
              Mulier Instituut, Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC-monitor), 2019, 2020 en 2022.

Methode: De methodebeschrijving is te vinden op de website van het Mulier Instituut.
Nieuwe cijfers: 2025

Inzet buurtsportcoaches voor gecombineerde leefstijl interventies (GLI)

Sinds januari 2019 wordt de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) vergoed door de zorgverzekeraar. Deze vergoeding geldt specifiek voor de interventies CooL, Beweegkuur en SLIMMER. Volwassenen met obesitas en overgewicht met een risicofactor (Diabetes Type 2, Hart en Vaatziekten, slaapapneu of artrose) komen in aanmerking voor deelname aan deze drie interventies. Zij krijgen gedurende twee jaar advies over en begeleiding bij gezonde voeding en eetgewoontes, gezond bewegen en gedragsverandering om een gezonde leefstijl te verwerven en te behouden.

Vorm van betrokkenheid

Sla de grafiek De vorm van betrokkenheid van buurtsportcoaches bij de gecombineerde leefstijl interventies (GLI), 2019 en 2021 over en ga naar de datatabel

Buurtsportcoaches denken mee en verbinden bij GLI

In 2021 zegt 31% van de ondervraagde buurtsportcoaches op enige manier betrokken te zijn bij de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI), in 2019 was dit ongeveer de helft (52%). De meeste ondervraagde buurtsportcoaches in 2021 die betrokken zijn bij de GLI denken mee over passend sport- en beweegaanbod voor deelnemers aan de GLI (72%), begeleiden GLI patienten naar structureel aanbod (49%) of verbinden verschillende partijen  voor uitvoering van de GLI (43%). Een klein aandeel buurtsportcoaches geeft aan dat zij gekwalificeerd zijn om de GLI aan te bieden (6%) en 3% voert de GLI op dit moment uit. 

Bron: Mulier Instituut, panel Wij Buurtsportcoaches, najaar 2019 en voorjaar 2021.
Methode: De methodebeschrijving is te vinden op de website van het Mulier Instituut.
Nieuwe cijfers: 2025

Deelname aan Jeugdfonds Sport & Cultuur

Overzicht

Het Jeugdfonds Sport & Cultuur maakt het mogelijk dat kinderen en jongeren uit gezinnen met (tijdelijk) minder geld, toch mee kunnen doen met voetbal, turnen, streetdance, judo, muziekles of een andere sportieve of creatieve activiteit. Voor die kinderen en jongeren betaalt het Jeugdfonds Sport & Cultuur de contributie / het lesgeld en in bepaalde gevallen de benodigde attributen. Aanvragen voor een bijdrage worden gedaan door een intermediair: bijvoorbeeld een leerkracht, buurtsportcoach, sociaal wijkteam of schuldhulpverlener.

Het Jeugdfonds Sport & Cultuur is een landelijk initiatief. Daarnaast zijn er veel lokale initiatieven die op deze manier de sportdeelname van kinderen in achterstandssituaties bevorderen.

In het deelakkoord 'Inclusief sporten en bewegen' van het Nationaal Sportakkoord is onder andere afgesproken om daar waar financiële drempels bestaan, deze zoveel mogelijk weg te nemen door o.a. de verbindingen te leggen met het gemeentelijke armoedebeleid en lokale maatschappelijke organisaties zoals het Jeugdfonds Sport & Cultuur en gemeentelijke minimaregelingen. Om zoveel mogelijk kinderen te bereiken, is tevens ingezet om de leeftijdsgrenzen van Jeugdfonds Sport & Cultuur en haar partners op te rekken van 4-18 jaar naar 2-23 jaar.

Jaar

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Meer aanvragen in 2022

In 2022 zijn er in totaal 77.309 aanvragen voor een bijdrage voor sport of cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur goedgekeurd. Dit is meer dan in 2020 (70.962) en 2021 (65.865). 

 

 

Cijfers per doelgroep

Leeftijd

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Meeste aanvragen voor kinderen van 8 t/m 9 en 10 t/m 11 jaar

In 2022 steeg het aantal aanvragen per leeftijdsgroep met de leeftijd tot 8 t/m 9 jaar en daalt daarna weer per leeftijdsgroep. In 2022 is het aantal aanvragen bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur in alle leeftijdsgroepen gestegenten opzichte van 2020 en 2021. 

 

Geslacht

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Meeste aanvragen voor jongens

In 2022 wordt een bijdrage voor sport of cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur vaker aangevraagd voor jongens (58%) dan voor meisjes (42%). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. 

 

 

Leeftijd en geslacht

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Meeste aanvragen voor 10 t/m 11 jarige jongens

In 2022 werd in bijna alle leeftijdsgroepen een bijdrage voor sport of cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur vaker aangevraagd voor jongens dan voor meisjes. Alleen in de groep 2 t/m 3 jarigen wordt een bijdrage vaker aangevraagd voor meisjes. Voor jongens en meisjes is de leeftijdsverdeling vergelijkbaar. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren (zie excel download onder "Activiteiten"). 

Cijfers per sportactiviteiten

Sportactiviteiten

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Bijdrage voor voetbal meest aangevraagd

In 2022 wordt een bijdrage voor sport uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur het vaakst aangevraagd voor voetbal (23.983) en zwemles (17.426). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren (zie excel download). Voor een uitsplitsing naar geslacht en leeftijd klik op de legenda.

 

 

Totaal besteed budget

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Merendeel budget besteed aan zwemles en voetbal

In 2022 is in totaal 14.609.049 euro uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur besteed aan sport. Bijna tweederde hiervan is besteed aan zwemles en voetbal (zie excel download voor de volledige lijst). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.

 

 

Gemiddeld besteed budget

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Gemiddeld besteed budget hoogst voor  zwemles

In 2022 was het gemiddeld budget dat per sportactiviteit werd besteed het hoogst voor paardrijden, gevolgd door zwemles (zie excel download voor de volledige lijst).

 

 

 

Cijfers per cultuuractiviteiten

Cultuuractiviteiten

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Bijdrage het vaakst aangevraagd voor dans en muziek

In 2022 wordt een bijdrage voor cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur het vaakst aangevraagd voor dans (4397) en muziek (4272). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren (zie excel download).

 

 

Totaal besteed budget

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Het meeste budget besteed aan muziek en dans

In 2022 is in totaal 3.235.942 euro besteed aan cultuur. Ruim 85% hiervan is besteed aan muziek en dans (zie excel download voor de volledige lijst).

 


 

Gemiddeld besteed budget

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Gemiddeld budget het hoogst voor muziek

In 2022 was het  gemiddeld budget dat besteed werd aan cultuuractiviteiten het hoogst voor muziek (zie excel download voor de volledige lijst).

 

 

Cijfers per aanvrager

Aanvrager

Sla de grafiek Deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur over en ga naar de datatabel

Bijdrage het vaakst aangevraagd door Stichting Leergeld

In 2022 wordt een bijdrage voor sport of cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur het vaakst aangevraagd door Stichting Leergeld (30%). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. 


 

Cijfers per gemeente

Gemeentekaart 2022

 

Relatief veel aanvragen in grote steden

In 2022 zijn er in totaal 77.309 aanvragen voor een bijdrage voor sport of cultuur uit het Jeugdfonds Sport & Cultuur goedgekeurd. De kaart geeft voor iedere gemeente het aantal aanvragen per 1.000 kinderen en jongeren in de leeftijd van 2- tot en met 23 jaar weer. Relatief gezien kennen Heerlen en Kerkrade de meeste aanvragen. Het gaat om respectievelijk 79 en 77 aanvragen per 1.000 kinderen 2 tot en met 23 jaar. 

Grootste aantal aanvragen in Rotterdam en Amsterdam

Wanneer gekeken wordt naar de absolute aantallen zijn de meeste aanvragen gedaan in Rotterdam en Amsterdam (respectievelijk 9.453 en 9.219 aanvragen). Van de 344 gemeenten die Nederland in 2022 telde, zijn er in 39 gemeenten geen aanvragen gedaan. In het noorden van Nederland is er in bijna alle gemeenten een aanvraag voor het Jeugdfonds Sport & Cultuur ingediend. 

De interactieve kaart met de cijfers van elke gemeente is hier te vinden.

Vergelijken met andere kaart

Gemeentekaart 2021

 

Gemeentekaart 2020

Gemeentekaart 2019

Gemeentekaart 2018

Bron: Jeugdfonds Sport & Cultuur, 2018 t/m 2022
Methode: Meer informatie over het Jeugdfonds Sport & Cultuur is hier te vinden.
Nieuwe cijfers: Januari 2024

Diversiteit in kaderfuncties bij sportverenigingen/bonden en beleid op diversiteit

Overzicht

Diversiteit in kaderfuncties (bestuur, coach/trainer) bij sportverenigingen en bonden en het beleid hierop worden gepresenteerd. Voor het diversiteitsbeleid in kaderfuncties wordt het aandeel verenigingen en bonden met een diversiteitsbeleid weergegeven. Met daarbij de verschillende doelgroepen waarop beleidsdiversiteit gericht wordt voor de verenigingen en bonden apart. Daarnaast wordt de actuele stand van zaken in diversiteit binnen het kader bij de verenigingen en bonden weergegeven. Op de websheet 'diversiteit in kaderfuncties' is aanvullende informatie te vinden.

Beleid op diversiteit in kaderfuncties bij verenigingen en bonden

Verenigingen

Sla de grafiek Het aandeel verenigingen met beleid op diversiteit in kaderfuncties over en ga naar de datatabel

1 op de 5 verenigingen heeft een diversiteitsbeleid in kaderfuncties

Van de bevraagde sportverenigingen (totaal 485 verenigingen in 2018) gaf in 2018 19% aan doelstellingen of beleid te hebben gericht op het vergroten/behouden van de sociale diversiteit in hogere kaderfuncties (bestuurders, trainers en coaches).

 

 

Bonden

Sla de grafiek Het aandeel bonden met beleid op diversiteit in kaderfuncties over en ga naar de datatabel

Bonden hebben vaker een diversiteitsbeleid dan verenigingen

In 2021 gaf 71% van de 51 sportbonden die deelnamen aan het onderzoek (totaal in Nederland is 76) aan rekening te houden met diversiteit bij de werving en keuze van bestuurders en/of trainers/coaches. Bonden met olympische sportdisciplines hebben vaker diversiteitsbeleid (78%) dan niet-olympische bonden (59%, cijfers niet in figuur). Het aandeel olympische bonden met diversiteitsbeleid is vergelijkbaar met 2018, toen 76% diversiteitsbeleid had. Een goede vergelijking tussen 2018 en 2021 van de niet-olympische bonden alsmede een totaalvergelijking met eerdere jaren is lastig, omdat de vragenlijst in 2021 niet door alle niet-olympische bonden is ingevuld en olympische bonden in 2021 dus zijn oververtegenwoordigd.

Diversiteitsbeleid voor kaderfuncties gericht op verschillende groepen

Verenigingen

Sla de grafiek Het aandeel verenigingen met beleid op diversiteit voor verschillende groepen over en ga naar de datatabel

Beleid door verenigingen voornamelijk gericht op geslacht en leeftijd

Van de verenigingen met diversiteitsbeleid richt zo'n 75% zijn kaderfunctiebeleid op diversiteit in geslacht en/of leeftijd. Enkele verenigingen vinden diversiteit in etniciteit (16%), beperkingen (6%) en seksuele voorkeur (3%) ook belangrijk.

 

 

 

Bonden

Sla de grafiek Het aandeel bonden met beleid op diversiteit voor verschillende groepen over en ga naar de datatabel

Beleid door bonden voornamelijk gericht op geslacht

Van de 36 bonden met diversiteitsbeleid in 2021, richten vrijwel alle bonden zich op diversiteit naar geslacht (89%) en twee derde naar leeftijd (69%). Het diversiteitsbeleid van de bonden met beleid richt zich in de grootste mate op bondsbesturen (81%), maar ook op trainers/coaches (47%), in commissies (44%), managementfuncties (42%) en arbitrage (28%, cijfers niet in figuur). Een goede vergelijking tussen 2018  en 2021 is lastig, omdat de vragenlijst in 2021 niet door alle niet-olympische bonden is ingevuld.

* in juli 2021 zijn de cijfers voor 2018 aangepast. Eerder werden hier cijfers gepresenteerd voor alle bonden. Nu zijn hier cijfers gepresenteerd voor alleen de bonden met een diversiteitsbeleid zodat de percentages tussen meetjaren beter te vergelijken zijn. 
BronVerenigingsmonitor 2018, Mulier Instituut
             
Bondenmonitor 2018, NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie); Peiling sportbonden, voorjaar 2021, Mulier Instituut.
Methode: Meer informatie over het verenigingsmonitor is hier te vinden. Meer informatie over de bondenmonitor is hier te vinden.
Nieuwe cijfers: 2023

Diversiteit in kaderfuncties bij verenigingen en bonden

Verenigingen - bestuur

Sla de grafiek Het aandeel van verschillende leeftijdsgroepen en vrouwen binnen verenigingsbesturen over en ga naar de datatabel

Bestuurleden voornamelijk mannen tussen de 50 en 65 jaar

In februari 2021 zaten bij de verenigingen meer mannen (72%) in het bestuur dan vrouwen (28%). Van de bestuurleden was 36% tussen de 50 en 65 jaar, 30% 65 jaar en ouder, 22% tussen de 36 en 50 jaar en 12% onder de 36 jaar. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met het meetjaar 2017. 

 

Verenigingen - trainers

Sla de grafiek Het gemiddelde aandeel van verschillende groepen vertegenwoordigd in clubtrainers over en ga naar de datatabel

Meer mannelijke dan vrouwelijke (hoofd)trainers

In 2018 waren trainers en hoofdtrainers voornamelijk mannen, respectievelijk 74% en 86%. Daarnaast had12% van de verenigingen minimaal één trainer met een migratieachtergrond en had 5% van de verenigingen een hoofdtrainer met een migratieachtergrond.

 

 

Bonden - bestuur

Sla de grafiek Het aandeel van verschillende leeftijdsgroepen en vrouwen binnen bondsbesturen over en ga naar de datatabel

Het merendeel van de bond-bestuurders is ouder dan 50 jaar

In 2021 waren de meeste bestuursleden ouder dan 50 jaar (67%). De cijfers aangaande de leeftijd van bondsbestuurders in 2021  zijn vergelijkbaar met de cijfers uit 2017. Van alle bestuursleden bij bonden was 23% vrouw. Daarnaast heeft 28% van de bonden geen vrouw in het bestuur. Een goede vergelijking van de totaalcijfers tussen 2017 en 2021 is lastig, omdat de vragenlijst in 2021 niet door alle niet-olympische bonden is ingevuld, en olympische bonden dus zijn oververtegenwoordigd. Bij olympische bonden ligt het aandeel vrouwen op 24%. Dit is een stijging ten opzicht van 2017, toen 20% van de bestuurders bij olympische bonden vrouw was (cijfers niet in figuur). Vanaf 2018 is de beleidsaandacht voor diversiteit toegenomen. Het effect hiervan is mogelijk zichtbaar in deze cijfers.

Bonden - trainers

Sla de grafiek Het gemiddelde aandeel bondstrainers naar leeftijdsgroep en geslacht over en ga naar de datatabel

Bondstrainers voornamelijk mannen

In 2021 was 43% van de bondstrainers tussen de 36 en 50 jaar oud, 35% ouder dan 50 jaar en 21% jonger dan 36 jaar oud. Van de bondstrainers was 14%  vrouw, 86% man. In 2019 was deze verhouding vergelijkbaar met 15% vrouw en 85% man (cijfers niet in figuur). Vanaf 2018 is de beleidsaandacht voor diversiteit toegenomen. Een mogelijk effect hier van is nog niet terug te zien in de cijfers.

 

BronVerenigingspanel 2017, 2018 en februari 2021, Mulier Instituut
             
Bondenmonitor 2017, NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie); Peiling sportbonden, voorjaar 2021, Mulier Instituut.

              Registratie talent/bondscoaches, 2019 en 2021, NOC*NSF

Methode: Meer informatie over het verenigingspanel is hier te vinden. Meer informatie over de bondenmonitor is hier te vinden.
Nieuwe cijfers: 2023

Plezier beleven aan sport

Sportplezier naar achtergrondkenmerken

Sla de grafiek Gemiddelde rapportcijfer voor plezier beleven aan sport 2021* over en ga naar de datatabel

Waardering sportplezier varieert

In 2021 waardeerden Nederlanders van 4 jaar en ouder sportplezier verschillend voor zelf sporten, sporten volgen in de media en het bezoeken van sportwedstrijden en/of sportevenementen. Zelf sporten kreeg een 7 als rapportcijfer. Sporten volgen in de media een 6 en het bezoeken van sportwedstrijden en /of sportevenementen een 5.

Het rapportcijfer voor sportplezier bij zelf sporten neemt af met toenemende leeftijd en neemt toe met toenemend opleidingsniveau. Het laagste rapportcijfer werd gegeven door mensen met een lichamelijke beperking (5). Het rapportcijfer voor het beleven van sportplezier in de media en bij sportwedstrijden en/of sportevenementen was alleen iets hoger bij mannen dan bij vrouwen. Het sportplezier bij sportwedstrijden en/of sportevenementen kreeg de hoogste score van de jongeren (6). Een lage score van een 4 werd gegeven door ouderen, mensen met een lage opleiding en mensen met een beperking.

Sportplezier naar sport, beweeg en zitgedrag

Sla de grafiek Gemiddelde rapportcijfer voor plezier beleven aan sport 2021* over en ga naar de datatabel

Meer sportplezier bij zelf sporten en bewegen

Voor zowel het sportplezier bij zelf sporten, als bij het volgen van sport in de media en het bezoeken van sportwedstrijden en/of sportevenementen geven wekelijkse sporters een hoger rapportcijfer dan niet wekelijkse sporters. Mensen die voldoen aan de beweegrichtijnen geven een hoger rapportcijfer voor het sportplezier bij het zelf sporten en het bezoeken van  sportwedstrijden en/of sportevenementen. Het gebruikelijke zitgedrag zorgt niet voor een verschil in het beleven van sportplezier.

* In 2021 had de huis-aan-huis waarneming voor de LSM-A Bewegen en Ongevallen te kampen met verstoringen als gevolg van corona(maatregelen). Bij de interpretatie van de cijfers van 2021 moet rekening worden gehouden dat de COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen mogelijk invloed kunnen hebben gehad op het gedrag en de gezondheid van de geïnterviewde.

BronLSM-A Bewegen en Ongevallen/LeefstijlmonitorRIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), VeiligheidNL in samenwerking met CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2021
Methode: De vraag of men plezier beleeft aan sport is gesteld aan alle respondenten van 4 jaar en ouder. Antwoorden werden gegeven op een schaal van 1 tot 10. 
Nieuwe cijfers: 2024