Het aandeel van de Nederlandse bevolking van 4 jaar en ouder dat één keer per week of vaker sport
Bron: CBSCentraal Bureau voor de StatistiekCentraal Bureau voor de Statistiek-Gezondheidsenquête (2001-2013) en Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m het RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2014-2019)
Meetjaar: 2019
Nieuwe cijfers: 2021
Overzicht
Sportdeelname wekelijks is één van de 20 kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. Hoeveel mensen sporten er in Nederland? Op deze pagina worden de nationale cijfers gepresenteerd. Deze worden voor verschillende regio's, gemeenten en groepen in de bevolking beschreven. Ook wordt aandacht besteed aan welke sporten (het meest) worden beoefend. De wekelijkse sportdeelname wordt vergeleken met enkele andere kernindicatoren en er wordt een internationale vergelijking gemaakt. Daarnaast bevat deze pagina een korte toelichting op het huidige sport- en beweegbeleid in relatie tot de kernindicator.
Naar alle 20 kernindicatoren
Heden, verleden en toekomst
Nationaal
Ruim de helft van de Nederlanders sport wekelijks
In 2019 deed 54% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Het percentage wekelijkse sportdeelname voor Nederlanders van 12 jaar en ouder is relatief stabiel over de tijd.
In de Sport Toekomstverkenning werd geconcludeerd dat de sportdeelname door Nederlanders tot 2030 ongeveer gelijk zal blijven. Wel zal er een verschuiving plaatsvinden naar andere typen sport dan nu populair zijn, voornamelijk naar meer individuele sporten.
Regionaal
Meeste sportdeelname in het midden van het land
Het aandeel wekelijkse sporters is het hoogst in de GGDGemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst-regio's in het midden van het land. Het percentage wekelijkse sporters is het laagst in de GGD-regio Zeeland en Zuid-Holland Zuid (beide 44%). In Nederland doet gemiddeld 51,3% van de bevolking van 19 jaar en ouder minstens één keer per week aan sport.
De interactieve kaart met de cijfers van elke regio is hier te vinden.
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 GGD'en, CBS en RIVM
Lokaal
Gemeenten met de hoogste sportdeelname verspreid over het land
De gemeenten waar de sportdeelname het hoogst is, liggen verspreid over het land, zonder een duidelijk patroon. In Noordoost-Groningen is een groot cluster van gemeenten te zien met een laag percentage wekelijkse sporters. In Nederland doet gemiddeld 51,3% van de bevolking van 19 jaar en ouder minstens één keer per week aan sport.
De interactieve kaart met de cijfers van elke gemeente is hier te vinden.
Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 GGD'en, CBS en RIVM
Wijk
Wekelijkse sporters per wijk
De kaart presenteert cijfers over wekelijkse sporters. Dit is het percentage personen van 19 jaar en ouder dat minstens één keer per week aan sport doet. De interactieve kaart met de cijfers van alle wijken is hier te vinden.
Het RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft cijfers over gezondheid en leefstijl berekend voor alle wijken en buurten in Nederland op basis van ruim 457.000 respondenten van de Gezondheidsmonitor volwassenen 2016 van GGDGemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst’en, CBSCentraal Bureau voor de Statistiek en RIVM. Omdat er vaak te weinig respondenten per wijk of buurt zijn, gebruikt het RIVM een model waarmee de cijfers berekend kunnen worden. Dit zijn zogenaamde kleine-domeinschatters (van de Kassteele et al., 2017).
Bron: SMAP-data RIVM i.s.m. GGD'en; gebaseerd op de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 GGD'en, CBS en RIVM
*NB: de cijfers over wekelijkse sporter afkomstig uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBSCentraal Bureau voor de Statistiek i.s.m. RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2014-2017 zijn in mei 2019 aangepast vanwege een kleine fout in de oorspronkelijke berekening van wekelijks sporten. Voor meer informatie kunt u contact op nemen met sportenbewegenincijfers@rivm.nl
Bron: CBS-Gezondheidsenquête (2001-2013), Gezondheidenquête/Leefstijlmonitor CBS i.s.m het RIVM (2014-2019) en Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016 GGD'en, CBS en RIVM
Methode: De kernindicator sportdeelname wekelijks is vastgesteld met de SQUASH-vragenlijst waarmee naar het gebruikelijke sport- en beweeggedrag wordt gevraagd. Bij de vragen over sport kan een respondent maximaal vier sporten opgeven. Meer informatie is te vinden op de methode pagina.
Wekelijkse sportdeelname door verschillende groepen in de bevolking
Geslacht
Kleine verschillen tussen mannen en vrouwen over de tijd
In 2019 deed 55% van de Nederlandse mannen vanaf 4 jaar en ouder wekelijks aan sport. Voor vrouwen is dit 53%. Voor mannen van 12 jaar en ouder lijkt er een licht stijgende trend te zijn tussen 2001 en 2019 in het percentage wekelijkse sporters. Voor vrouwen is de trend over de tijd stabiel.
Leeftijd
Jongeren sporten het meest, ouderen het minst
In 2019 sportten Nederlandse jongeren (12 t/m 17 jaar) het meest (71%), gevolgd door kinderen (4 t/m 11 jaar, 63%) en daarna volwassenen (18 t/m 64 jaar, 56%). Ouderen (65 jaar en ouder) sportten het minst (35%).
Gedurende de afgelopen twee decennia is het percentage wekelijkse sporters onder ouderen gestegen van 25% naar 35%. Daarentegen is het percentage wekelijkse sporters onder jongeren juist gedaald van 81% naar 71%. Volwassenen laten een licht stijgende trend zien.
Geslacht en leeftijd
Wekelijkse sportdeelname hoogst onder 12-18 jarige jongens
In 2019 was het percentage wekelijkse sporters het hoogst onder 12-18 jarige Nederlandse jongens (75%) en het laagst onder Nederlandse mannen en vrouwen van 65 jaar en ouder (35% en 36%). In de algemene bevolking was het percentage wekelijkse sporter nagenoeg gelijk tussen mannen en vrouwen van 4 jaar en ouder. Verdere uitsplitsing naar leeftijd laat zien dat het percentage wekelijkse sporters onder 12-18 jarige jongens 7% hoger is dan onder 12-18 jarige meisjes. Voor de andere leeftijdsgroepen wordt nagenoeg geen verschil gevonden tussen mannen en vrouwen.
Opleidingsniveau
Verschillen tussen opleidingsniveaus worden groter
In 2019 was het percentage wekelijkse sporters van 25 jaar en ouder in Nederland twee keer zo hoog onder hogeropgeleiden dan onder lageropgeleiden. Dit beeld komt overeen met eerdere jaren. Over de tijd lijken de verschillen tussen opleidingsniveaus echter groter te worden. Hogeropgeleiden zijn meer gaan sporten. Lager- en middelbaar opgeleiden blijven stabiel over de tijd. Dezelfde trend is te zien voor de beweegrichtlijnen.
Chronische aandoening/beperking
Mensen met lichamelijke beperking sporten minder vaak wekelijks
In 2019 was het percentage wekelijkse sporters lager onder Nederlanders van 12 jaar en ouder met een lichamelijke beperking¹ en/of een chronische aandoening dan onder mensen zonder aandoening of beperking. Mensen met zowel een lichamelijke beperking als een chronische aandoening sportten het minst vaak wekelijks. Dit komt overeen met de cijfers uit eerdere jaren.
¹ Lichamelijke beperkingen kunnen motorisch, auditief of visueel zijn.
Type aandoening
Wekelijks sporten verschilt naar type aandoening
Van de Nederlanders van 18 jaar en ouder met een langdurige aandoening sport 42% wekelijks of vaker, maar dit percentage verschilt naar type aandoening. Ter illustratie, in 2019 varieerde dit percentage van 27% onder mensen met een nieraandoening tot 52% onder mensen met een allergie.
Aan respondenten is van een aantal veel voorkomende ziekten/aandoeningen gevraagd of ze deze recent (nu of in de afgelopen 12 maanden) hebben gehad. Daarnaast is van een aantal langdurige ziekten gevraagd of ze ooit in het leven zijn vastgesteld (hartinfarct, diabetes, beroerte).
Type beperking
Kwart van de mensen met een auditieve of visuele beperking sport wekelijks
In 2019 sporten 24% van Nederlanders van 12 jaar en ouder met een auditieve of visuele beperking wekelijks. Van de mensen met een een motorische beperking deed 20% in 2019 wekelijks aan sport. Over de tijd varieert het percentage wekelijkse sporters binnen de groepen van type lichamelijke beperking.
Overig
Download de overige uitsplitsingen
Wekelijkse sportdeelname is ook uitgesplitst naar:
- Migratie achtergrond
- Burgerlijke staat
- Huishoudsamenstelling
- Maatschappelijke arbeidspositie
- Mate van verstedelijking
- Ervaren gezondheid
- Overgewicht
Deze cijfers zijn te vinden in het Excelbestand dat hieronder te downloaden is.
Wekelijkse sportdeelname uitgesplitst naar achtergrondkenmerken 2001 - 2018
Meest beoefende sporten
Totale bevolking
Individueel sporten meest populair
In 2019 was fitness/conditietraining de meest beoefende sport door Nederlanders van 4 jaar en ouder. Ongeveer één vijfde van de beoefende sporten door wekelijkse sporters was fitness/conditietraining. Groepslessen zijn hierin niet meegenomen. Deze vormen een aparte categorie en stonden in 2019 op de 14de plek. De top drie: fitness/conditietraining, hardlopen en voetbal komt overeen met eerdere jaren. Een overzicht van alle sporten is te vinden in het Exceldocument hieronder.
Geslacht
Mannen voetballen meer, vrouwen zwemmen meer
Zowel bij Nederlandse mannen als bij vrouwen van 4 jaar en ouder stond in 2019 fitness/conditietraining als sport op nummer 1. De top 5 sporten liet tegelijkertijd een aantal specifieke verschillen zien tussen mannen en vrouwen. Van de wekelijkse sporters doen mannen veel vaker aan (veld)voetbal. Vrouwen doen wat vaker aan zwemmen . Daarnaast doen vrouwen vaker dan mannen aan andere sporten die niet in de top 5 voor komen zoals yoga en paardrijden.
Leeftijd
Sportvoorkeur is leeftijdsspecifiek
De nummer 1 positie voor fitness/conditietraining was in 2019 met name weggelegd voor volwassenen. Voor de jeugd (4 t/m 17 jaar) werd deze positie ingenomen door (veld)voetbal. Hardlopen was voornamelijk populair onder volwassenen t/m 64 jaar. 4 t/m 11 jarigen deden ook vaak aan sporten buiten de algemene top 5 zoals turnen, dansen en hockey. Hockey werd ook veel beoefend door 12 t/m 17 jarigen. Onder 65 plussers was na fitness/conditietraining, wandelen en fietsen het meest populair.
Opleidingsniveau
Verschillen in sportvoorkeur tussen opleidingsniveaus
In 2019 was fitness/conditietraining het populairst onder zowel lager-, middelbaar als hogeropgeleide Nederlanders van 25 jaar en ouder. De top 5 sporten liet tegelijkertijd een aantal specifieke verschillen zien tussen de opleidingsniveaus. Lageropgeleiden deden vaker aan zwemmen. Hogeropgeleiden deden vaker aan hardlopen/joggen. De populariteit van (veld)voetbal was min of meer vergelijkbaar tussen de opleidingsniveaus.
Chronische aandoening/beperking
Zwemmen populair bij Nederlanders met een chronische aandoening/beperking
In 2019 was fitness/conditietraining met name populair onder de Nederlanders van 12 jaar en ouder met zowel een chronische aandoening als een lichamelijke beperking. Zwemmen werd door hen ook relatief veel gedaan vergeleken met de andere groepen. (Veld)voetbal en hardlopen is minder populair onder mensen met een aandoening en/of beperking. Tennis is relatief populair onder mensen met een lichamelijke beperking. Lichamelijke beperkingen kunnen motorisch, auditief of visueel zijn.
Overig
Download de overige uitsplitsingen
De meest beoefende sporten zijn ook uitgesplitst naar:
- Migratie achtergrond
- Huishoudsamenstelling
- Mate van verstedelijking
- Ervaren gezondheid
Deze cijfers zijn te vinden in het Excelbestand dat hieronder te downloaden is.
Algemene bevolking 2001-2019
Sla de grafiek over en ga naar de datatabelFitness meest populaire sport sinds 2001
In het figuur zijn de sporten gepresenteerd die in de top 10 staan of hebben gestaan in de jaren 2001-2019. Al vanaf 2001 is individueel indoor fitness/conditietraining de meest beoefende sport door Nederlanders van 12 jaar en ouder. Daarnaast is de populariteit van fitness tussen 2001 en 2019 sterk toegenomen (14% vs 23%). In dezelfde periode nam de populariteit van hardlopen ook toe (5% vs 11%) .
Zwemmen en tennis minder populair
In de periode 2001 tot 2019 is het aantal Nederlanders van 12 jaar en ouder dat zwemt of tennist gehalveerd. Deze sporten stonden in 2001 nog op plaats 2 en 3 en in 2019 op plaats 4 en 5 van de meest beoefende sporten. De populariteit van (veld)voetbal is constant over de afgelopen 19 jaar.
Sportverband
Totale bevolking en naar leeftijd
Drie op de vier wekelijkse sporters heeft een lidmaatschap en/of abonnement
In 2019 had drie kwart van de wekelijkse sporters een lidmaatschap bij een sportverenigingen en/of een abonnement bij een sportaanbieder. Dit neemt af met de leeftijd. Wekelijks sportende kinderen en jongeren zijn voornamelijk lid van een sportvereniging (67% en 62%). Wekelijks sportende volwassenen en ouderen hebben vaker een abonnement bij een sportaanbieder (38% en 36%).
Provincie
Sportverband verschilt naar provincie
Het verband waarin Nederlanders van 19 jaar en ouder sporten verschilt naar provincie. Ter illustratie, het percentage wekelijkses sporters dat lid is van een sportverenigingen en/of een abonnement heeft bij een sportaanbieder varieert van 57% in Zeeland tot 75% in Groningen .
Totale bevolking en naar leeftijd
Helft wekelijkse sporters neemt deel aan wedstrijden en/of lessen
In 2019 nam meer dan 50% van de wekelijkse sporters van 4 jaar en ouder deel aan sportlessen, curssusen of trainingen EN/OF sportwedstrijden tijdens competitie, toernooien of sportevenementen. Voor kinderen en jongeren ligt dit percentage ruim hoger zo rond de 80%. Zij doen met name de combinatie lessen en wedstrijden.
Provincie
Deelname wedstrijden en lessen verschilt tussen provincies
Deelname aan sportwedstrijden tijdens competitie, toernooien of sportevenementen en /of sportlessen, cursussen of training door wekelijkse sporters van 19 jaar en ouder verschilt naar provincie. In 2019 varieerde dit percentage van 38% in Groningen tot 53% in Drenthe.
Deelname aan wedstrijden en lessen uitgesplitst naar provincie onder wekelijkse sporters van 4 jaar en ouder zijn te vinden in onderstaande exceltabel.
Sportverband naar provincie
Teamsporten
Totale populatie
Een vijfde van de wekelijkse sporters doet aan teamsport
In 2019 deed een vijfde van de wekelijkse sporters van 4 jaar en ouder aan een teamsport. Dit is zo'n 12% van deze leeftijdsgroep.
Onder volwassenen lag dit aandeel iets lager.
4 leeftijdsgroepen
(Team)sportdeelname hoogst onder jongeren
In 2019 was wekelijkse sportdeelname het hoogst onder de 12 t/m 17 jarigen. Dit gold ook voor het aandeel teamsporters.
Onder ouderen van 65 jaar en ouder waren wekelijkse sportdeelname en het aandeel teamsporten daarbinnen het laagst.
7 leeftijdsgroepen
(Team)sportdeelname neemt onder volwassenen af met leeftijd
In 2019 was wekelijkse sportdeelname het hoogst onder de 12 t/m 17 jarigen. Onder volwassenen nam wekelijkse sportdeelname af met de leeftijd.
Dit gold ook voor het aandeel teamsporters.
Bron: Gezondheidenquête/Leefstijlmonitor CBSCentraal Bureau voor de Statistiek i.s.m het RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2019 (wekelijkse sporter) en LSM-A Bewegen en Ongevallen/Leefstijlmonitor, RIVM, VeiligheidNL in samenwerking met CBS, 2019 (teamsporter)
Methode: De kernindicator sportdeelname wekelijks is vastgesteld met de SQUASH-vragenlijst waarmee naar het gebruikelijke sport- en beweeggedrag wordt gevraagd. Bij de vragen over sport kan een respondent maximaal vier sporten opgeven. Meer informatie is te vinden op de methode pagina. De volgende sporten zijn meegerekend als teamsport: basketbal, cricket, handbal, hockey, ijshockey, honkbal, softbal, korfbal, roeien, rugby, American football, acrogym, (ultimate) frisbee, voetbal, volleybal, waterpolo, bobsleeën, curling, catamaran zeilen, zeezeilen en synchroonzwemmen.
Sportlocatie: binnen en/of buiten
Totale populatie
Binnen sporten populair
In 2019 deed 54% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Bijna de helft (45%) van de wekelijkse sporters sport alleen binnen. Een kwart (26%) doet dit alleen buiten. Daarnaast sportte 29% zowel binnen als buiten. Dit beeld was vergelijkbaar voor Nederlanders van 18 jaar en ouder. De populariteit van alleen binnen sporten neemt toe met de leeftijd.
4 leeftijdsgroepen
Binnen sporten populair
In 2019 deed 54% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Bijna de helft (45%) van de wekelijkse sporters sport alleen binnen. Een kwart (26%) doet dit alleen buiten. Daarnaast sportte 29% zowel binnen als buiten. Dit beeld was vergelijkbaar voor Nederlanders van 18 jaar en ouder. De populariteit van alleen binnen sporten neemt toe met de leeftijd.
7 leeftijdsgroepen
Binnen sporten populair
In 2019 deed 54% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder één keer per week of vaker aan sport. Bijna de helft (45%) van de wekelijkse sporters sport alleen binnen. Een kwart (26%) doet dit alleen buiten. Daarnaast sportte 29% zowel binnen als buiten. Dit beeld was vergelijkbaar voor Nederlanders van 18 jaar en ouder. De populariteit van alleen binnen sporten neemt toe met de leeftijd.
Bron: LSM-A Bewegen en Ongevallen/Leefstijlmonitor, RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, VeiligheidNL in samenwerking met CBSCentraal Bureau voor de Statistiek, 2019
Methode: Per sport is nagevraagd waar deze doorgaans werd beoefend. Er waren vier antwoordopties: 1) Binnen, in een sportaccommodatie; 2) Binnen, maar niet in een sportaccommodatie; 3) Buiten, bij een sportaccommodatie in de open lucht; 4) Buiten, maar niet bij een sportaccommodatie in de open lucht.
Vergelijking met andere kernindicatoren
Beweegrichtlijnen
Wekelijkse sporters voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen
In 2019 voldeden mensen die wekelijks sporten bijna twee keer zo vaak aan de beweegrichtlijnen dan mensen die niet wekelijks sporten. Dit komt overeen met de cijfers uit eerdere jaren.
Meer informatie over de kernindicator 'beweegrichtlijnen' is hier te vinden.
Zitgedrag
Zitters sporten meer
In 2017 was het percentage wekelijkse sporters onder Nederlanders van 4 jaar en ouder hoger onder diegenen die meer dan 8,9 uur zitten op een gemiddelde dag dan mensen die korter zitten op een gemiddelde dag. Dit beeld komt overeen met cijfers uit 2015 en 2017.
Meer informatie over de kernindicator 'zitgedrag' is hier te vinden.
*bron: LSM-A Bewegen en Ongevallen/ Leefstijlmonitor, RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuRijksinstituut voor Volksgezondheid en MilieuRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in samenwerking met VeiligheidNL en CBSCentraal Bureau voor de StatistiekCentraal Bureau voor de StatistiekCentraal Bureau voor de Statistiek, 2019
alle kernindicatoren
Internationale vergelijking wekelijkse sportdeelname
Internationale vergelijking
Nederlanders sporten relatief veel
Om een internationale vergelijking te kunnen maken is gebruik gemaakt van gegevens uit de Eurobarometer 2017. Hieruit blijkt dat gemiddeld 46% van de inwoners van de EUEuropese unie-landen niet aan sport doet. In dit onderzoek gaf 31% van de Nederlanders aan niet aan sport te doen.
De Eurobarometer is een onderzoeksproject van de Europese Commissie. Het betreft een grote publieke opiniepeiling die in Nederland wordt uitgevoerd door TNS NIPONederlands opinieonderzoeksbureau. Gegevens over sporten en lichamelijke activiteit zijn ook in 2002, 2009 en 2013 verzameld.
In de Eurobarometer is één vraag opgenomen over sportdeelname. Deze luidt: "Hoe vaak sport u?". Deze vraag bevat 6 antwoordcategorieën aflopend van 'vijf keer per week of vaker' naar 'nooit'.
Nederland 4de plek
Nederland op de vierde plek voor sporten
Uit de Eurobarometer blijkt dat in Nederland in vergelijking met andere Europese landen relatief veel wordt gesport. Wanneer er gekeken wordt naar het percentage inwoners dat één keer per week of vaker sport, staat Nederland met 57% op de vierde plek .
Special Eurobarometer 472. Report. Sport and Physcial Activity 2018
Beleid wekelijkse sportdeelname
Nationaal sport- en beweegbeleid (1)
Nationaal sport- en beweegbeleid
Op 29 juni 2018 werd het Nationaal Sportakkoord: Sport verenigt Nederland ondertekend. Dit akkoord loopt tot en met 31 december 2021. De strategische partners van het sportakkoord (het ministerie van VWSMinisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Vereniging Sport en Gemeenten/Vereniging van Nederlandse Gemeenten en NOC*NSFNederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) hebben zes ambities geformuleerd:
- Inclusief sporten & bewegen
- Duurzame sportinfrastructuur
- Vitale sport- en beweegaanbieders
- Positieve sportcultuur
- Vaardig in bewegen
- Topsport die inspireert
Nationaal sport- en beweegbeleid (2)
Nationaal preventieakkoord
Nationaal sport- en beweegbeleid is daarnaast terug te vinden in het Nationaal Preventieakkoord. Via dit akkoord wordt ingezet op 3 thema’s: roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Daarnaast wordt er vanuit het Ministerie van I&WInfrastructuur en Waterstaat met een breed consortium van partijen (de Tour de Force) ingezet op fietsbeleid in Nederland. Deze Agenda Fiets 2017-2020 kent acht doelen:
- Nederland toonaangevend Fietsland
- Meer ruimte voor de fiets in steden
- Kwaliteitsimpuls op drukke en kansrijke regionale fietsroutes
- Optimaliseren overstap fiets-ov-fiets en auto-fiets
- Gerichte stimulering van fietsen
- Minder fietsslachtoffers
- Minder gestolen fietsen
- Versterken kennisinfrastructuur
International sport- en beweegbeleid
International sport- en beweegbeleid
Zowel vanuit de Europese Commissie als vanuit de WHOWorld Health Organisation zijn de afgelopen jaren beleidsstukken geschreven over sporten en bewegen. Vanuit de EUEuropese unie bijvoorbeeld het EU 'Work Plan for Sport 2017-2020', waarin voor deze periode de focus wordt gelegd op (1) integriteit, (2) de economische dimensie van sport en (3) sport en maatschappij. Het Global Action Plan on Physical Activity 2018-2030 van de WHOWorld Health Organisation
noemt vier strategische doelen:
- Een actieve samenleving
- Een actieve omgeving
- Een actieve populatie
- Actieve systemen
Het langetermijn doel dat hiermee wordt nagestreefd is een relatieve daling van 15% in het aandeel volwassenen dat niet voldoet aan de WHO beweegrichtlijnen .
Meer informatie
- Bekijk cijfers uit de Sportdeelname Index van NOC*NSFNederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie waarin sportdeelname in Nederland maandelijks wordt gepeilt.
- Bekijk de trend in de toekomst van de kernindicator 'Sportdeelname wekelijks' in de Sport Toekomstverkenning
- Lees meer over de Leefstijlmonitor
- Lees meer over sport in de praktijk en sport beleid: allesoversport.nl
G.C.W. Wendel-Vos (RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)