Trend in de toekomst
Tot 2030 zal sportdeelname ongeveer gelijk blijven. Wel zal er een verschuiving plaatsvinden naar andere typen sport dan nu populair zijn, voornamelijk naar meer individuele sporten.
Verantwoording
Ongeveer de helft van de Nederlanders sport iedere week een keer, twee derde sport minstens twaalf keer per jaar. Er zijn grote verschillen te zien tussen groepen in de samenleving: zo sporten ouderen, niet-westerse migranten en lager opgeleiden minder dan de gemiddelde Nederlander (Tiessen-Raaphorst, 2015).
Demografische ontwikkelingen
In Nederland is sprake van veranderingen in de bevolkingssamenstelling die van invloed kunnen zijn op sportdeelname. Ten eerste is er een proces van vergrijzing (-): de groep ouderen wordt steeds groter. Ouderen zijn vaak minder fit en sporten minder, terwijl jongeren relatief vaak sporten (Tiessen-Raaphorst, 2015). Aan de andere kant is de groep ouderen van tegenwoordig wel langer fit en gezond dan van voorgaande generaties. Deze cohorteffecten zullen echter niet opwegen tegen de groei van de groep ouderen. Tegelijkertijd is een trend zichtbaar in een toename van het aandeel niet-westerse migranten (-). Niet-westerse migranten sporten over het algemeen minder dan autochtone Nederlanders (Tiessen-Raaphorst, 2015). Daar staat tegenover dat de tweede en derde generaties niet-westerse migranten wel weer meer sporten dan hun ouders en grootouders. Als laatste is de verwachting dat de komende jaren het aandeel hoogopgeleiden (+) zal toenemen. Deze groep sport relatief vaak (Tiessen-Raaphorst, 2015).
Economische ontwikkelingen
Commercialisering (+) kan ook van invloed zijn op sportdeelname. Nieuwe mogelijkheden voor sporten worden aangeboden door commerciële partijen, wat mensen kan verleiden meer aan sport te gaan doen.
Sociaal-culturele ontwikkelingen
Mensen worden zich steeds meer bewust van het belang van een gezonde leefstijl (+). Dit proces kan mogelijk versterkt worden doordat er vanuit de overheid en de maatschappij steeds meer nadruk komt te liggen op eigen verantwoordelijkheid (+) en de (financiële) gevolgen van ongezond gedrag, bijvoorbeeld in de vorm van een gedragsafhankelijke zorgverkering. Tegelijkertijd is een proces van individualisering (=) zichtbaar. Mensen gaan steeds meer individueel of in zelfgeorganiseerde groepen sporten en minder in clubverband (Tiessen-Raaphorst, 2015), en sporten moet vooral een ‘beleving’ worden. Dit betekent niet per definitie dat sportdeelname zal afnemen, maar wel dat het een andere vorm zal krijgen.
Technologische ontwikkelingen
Sociale media (+/-) spelen een steeds belangrijkere rol in ons leven. Het toenemend belang ervan in het leven van de Nederlander kan leiden tot meer sporten: mensen kunnen elkaar stimuleren, afspraken maken en prestaties vergelijken met anderen. Anderzijds kan mediagebruik ook inactief gedrag uitlokken; mensen besteden hun vrije tijd liever achter de smartphone, tablet of laptop dan dat ze gaan sporten.
Politieke ontwikkelingen
Vanuit de (rijks)overheid is er op dit moment een sterke commitment (+) op het gebied van het stimuleren van sportdeelname (Begroting VWS, 2016). Wel is de vraag hoeveel nieuwe mensen er nog bereikt kunnen worden. Gemeenten hebben te maken met bezuinigingsopgaven (-) (Hoekman & van den Dool, 2015). Als in de komende jaren verder wordt bezuinigd, kan dit leiden tot minder aantrekkelijke accommodaties of tot het sluiten ervan, en mogelijk tot verlaagde sportdeelname. Hoeveel in sport geïnvesteerd kan worden, is ook sterk afhankelijk van economische ontwikkelingen: als het beter gaat met de economie, blijft er meer geld over om te investeren in sport.
Toelichting
++ = sterke impact om trend te laten stijgen, + = impact om trend te laten stijgen, - = impact om trend te laten dalen, -- = sterke impact om trend te laten dalen, +/- = kan zowel de trend laten stijgen als dalen, = = geen invloed op de trend, maar wel op de onderliggende processen.