Deze indicator laat zien hoe de fysieke omgeving in de openbare ruimte scoort op de mogelijkheid voor mensen om te sporten en te bewegen

Beweegvriendelijke omgeving is één van de twintig kernindicatoren sport en bewegen. Daarnaast wordt de indicator ook gebruikt om de voortgang rondom het sportakkoord te monitoren.

 

Cijfers

Methoden

De kernindicator beweegvriendelijke omgeving brengt de beweegvriendelijkheid van de fysieke openbare ruimte in kaart door deze te scoren op een schaal van 0-100 punten voor vier verschillende deelindicatoren:
1. De nabijheid van sportaccommodaties (diversiteit en nabijheid van voetbalvelden, hockeyvelden, tennisbanen, sporthallen, fitnessvoorzieningen en zwembaden)
2. Sport- en speelplekken in de openbare ruimte (nabijheid van speelveldjes en sport- en speeltoestellen)
3. Recreatief groen en blauw (nabijheid en oppervlakte parken, recreatief groen in het buitengebied en water geschikt voor recreatief gebruik)
4. Nabijheid van voorzieningen (gemiddelde afstand tot algemene voorzieningen, zoals supermarkten en scholen)

Alle deelindicatoren hebben een score van 0 tot en met 100. Hoe hoger de score, hoe meer mensen een goede bereikbaarheid, nabijheid of diversiteit van een deelindicator hebben. Omdat de mogelijkheden om te fietsen en wandelen centraal staan in de beweegvriendelijke omgeving, zijn de nabijheid van sportaccommodaties, sport- en speelplekken en recreatief groen en blauw, berekend door gebruik te maken van een fiets- en wandelwegennetwerk. De deelindicatoren zijn berekend op basis van gedetailleerde demografische cijfers. De cijfers van de kernindicator zijn beschikbaar op gemeenteniveau en op CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-buurtniveau. 

De cijfers voor beweegvriendelijke omgeving worden gebaseerd op diverse databronnen:

Voor vragen neem contact op met: sportenbewegenincijfers@rivm.nl