Op deze pagina staan de cijfers van de indicator 'Sportdeelname wekelijks van kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar'. Deze indicator wordt gebruikt voor het monitoren van het thema Vaardig in bewegen van het Sportakkoord II.

Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))

Methode: Methoden en bronnen | Sportdeelname wekelijks

Nieuwe cijfers verwacht: 2025

Cijfers van de indicator

Landelijke trend

Skip chart Wekelijkse sporters, 2001-2023 and go to datatable

Huidige situatie

In 2023 deed 68% van de Nederlandse kinderen van 4 tot en met 17 jaar wekelijks aan sport. Dit is iets hoger dan het aandeel wekelijkse sporters in de voorgaande jaren. De kinderen van 4 tot en met 11 jaar sportten minder vaak wekelijks dan kinderen van 12 tot en met 17 jaar (62% tegenover 76%). 

Trend over tijd

Het percentage wekelijkse sportdeelname voor Nederlandse kinderen is relatief stabiel over de tijd, met een lichte stijging in 2023.

Landsdeel

Skip chart Wekelijkse sporters, 2023 and go to datatable

Kleine verschillen tussen landsdelen

In 2023 varieerde het aandeel wekelijks sporters van 4 tot 18 jaar tussen 64% (Noord-Nederland) en 72% (Zuid-Nederland). Als de groep wordt uitgesplitst op basis van leeftijd, is te zien dat het verschil tussen wekelijkse sporters in Noord- en Zuid-Nederland het grootst is onder de 4 t/m 11 jarigen. 

Stedelijkheid

Skip chart Wekelijkse sporters, 2023 and go to datatable

Geringe verschillen in wekelijks sporters op basis van stedelijkheid

Er waren in 2023 iets meer wekelijkse sporters onder de 4 tot 18 jarigen in niet stedelijke gebieden (71%) dan in zeer sterk stedelijke gebieden (65%). De verschillen op basis van stedelijkheid zijn zeer gering.

Gemeentegrootte

Skip chart Wekelijkse sporters, 2023 and go to datatable

Kinderen en jongeren uit G4 steden sporten minder vaak wekelijks

In 2023 sportten kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) (60%) iets minder vaak  wekelijks dan  de kinderen en jongeren uit G21-gemeenten en andere gemeenten (69%).

*G4 = Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, G21=Almelo, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo, Zwolle

Meer informatie

Monitoring Sportakkoord II

De indicator op deze pagina wordt gebruikt om de voortgang van het Sportakkoord II (SAII) te monitoren. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) brengt lange-termijn-indicatoren in beeld, waarbij een verandering op de lange-termijn beoogd wordt. Deze cijfers kunnen niet direct worden verbonden aan de acties van het SAII, maar geven wel inzicht in de context van het thema. Voor een overzicht van alle thema’s en de bijbehorende indicatoren, zie de webpagina Monitoring Sportakkoord II of de publicatie Lange-termijn-indicatoren voor monitoring van Sportakkoord II.

Het thema Vaardig in bewegen van het sportakkoord gaat over kansen voor ieder kind en iedere jongere om vaardig en veelzijdig te sporten en te bewegen, waarbij plezier en ontwikkeling centraal staan. Hier wordt aan gewerkt omdat de basis voor een leven lang sporten en bewegen wordt gelegd tijdens de jeugd. Op deze pagina staan de indicatoren die worden gebruikt om dit thema te monitoren.