Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: de gemiddelde tijd per week besteed aan sport door de bevolking vanaf 4 jaar.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: de gemiddelde tijd per week besteed aan sport door de bevolking vanaf 4 jaar.

Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)).

Meetfrequentie: jaarlijks gemeten sinds 2001.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar op de volgende webpagina's: 

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: nationaal, gemeente.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: leeftijd (4 categorieën).

Bronbeschrijving van de indicator

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (GE/LSM). De bronhouders van de GE/LSM zijn RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en VeiligheidNL en de opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)).

Onderzoeksgroep

Steekproef van personen van 0 jaar en ouder, woonachtig in particuliere huishoudens, getrokken uit de Basisregistratie Personen (BRP). De institutionele bevolking (mensen in inrichtingen, instellingen of tehuizen en personen die niet geregistreerd zijn als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP)) is niet benaderd.

Voor kinderen onder de 12 jaar vullen de ouders de enquête in. 

Er wordt gestreefd naar een netto steekproef (met het uiteindelijke aantal respondenten) van minimaal 9500 personen. Respons door benaderde personen is tussen de 60% en 65%. Vanaf de invoering van de doelgroepgerichte benadering in 2018 wordt de respons wat lager, omdat niet alle non-respondenten op CAWI worden herbenaderd voor een CAPI  interview.

Modus van uitvraag

De vragenlijst wordt jaarlijks uitgezet. Eerdere meetjaren zijn jaarlijks geweest vanaf 2014.

De steekproef is verspreid over alle maanden van het jaar. Steekproefpersonen worden benaderd om via internet deel te nemen (CAWI - Computer Assisted Web Interviewing).

Non-responendenten zijn herbenaderd voor een 'face-to-face'-interview (CAPI - computer Assisted Personal Interviewing).

Historische informatie bron

Van 2001-2013 werden de gegeven van de GE/LSM opgehaald uit de CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête. De GE/LSM wordt vanaf 2014 jaarlijks gemeten. De GE/LSM is per 2014 in het volgende "mixed-mode" design uitgevoerd. Eerst zijn steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten zijn herbenaderd voor een ‘face-to-face’ interview (CAPI – Computer Assisted Personal Interviewing).

Vanaf 2018 is hierbij een doelgroepenstrategie gehanteerd. Dat wil zeggen dat niet alle herbenaderbare CAWI-non-respons daadwerkelijk is herbenaderd voor een CAPI-interview. Als een doelgroep relatief goed heeft gerespondeerd in CAWI, is uit die doelgroep een kleiner deel herbenaderd voor CAPI.

Met ingang van 2021 is de doelgroepenstrategie verder geoptimaliseerd, waardoor CAPI nog selectiever werd ingezet en werd geprobeerd de responskansen per doelgroep zo gelijk mogelijk te krijgen.

In 2020 en 2021 kon de beoogde waarneemmethode niet geheel worden uitgevoerd. Als gevolg van de coronaepidemie en de bijbehorende maatregelen werd de face-to-face-waarneming verstoord. Deze vorm van waarneming was in een aantal maanden niet mogelijk en was dit in enkele andere maanden slechts beperkt mogelijk.

De Gezondheidsenquête is sinds 2016 een enquête binnen de Leefstijlmonitor.

Methodebeschrijving van de indicator

Deelnemers

De indicator is in de bron via de SQUASH vragenlijst uitgevraagd. De omvang van de groep die de SQUASH vragenlijst heeft ingevuld varieert per meetjaar tussen de 9415 en 7783 respondenten (2013 tot 2022). In de meetjaren daarvoor lag dit tussen de 7584 en 5834 respondenten.

De streekproef is representatief: de steekproef is willekeurig en er wordt een weegfactor van CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) gebruikt op basis van verschillende achtergrondkenmerken om tot een representatief cijfer te komen voor de Nederlandse bevolking.

Vraagstelling

Het volgende wordt uitgevraagd over een normale week in de afgelopen maanden:

"Welke sport(en) beoefent u? (bijvoorbeeld fitness/conditietraining, tennis, hardlopen, voetbal)". De respondent kan maximaal 4 sporten opschrijven. Per sport wordt gevraagd: “Hoeveel dagen per week doet u aan <sport1>?” en “Hoeveel tijd bent u gemiddeld op zo’n dag met <sport1> bezig?”

Antwoordmogelijkheden:  er is een open invulveld voor sport. De respondent kan per sport aangeven hoeveel dagen per week (0-7) en hoeveel uren (0-23) en minuten (0-59) per dag hij of zij aan deze sport besteedt. 

De SQUASH vragenlijst is gevalideerd.

Analyse beschrijving

Het aantal dagen wordt vermenigvuldigd met de tijd per keer besteed aan sport. De tijd van alle sporten wordt bij elkaar opgeteld. Voor de totale populatie wordt vervolgens de gemiddelde ingevulde tijd berekend.

Eerder gemeten

De indicator is nationaal jaarlijks gemeten sinds 2001. Voor lokale cijfers zijn eerdere meetjaren 2012, 2016, 2020 en 2022.

Historische informatie methode

De vragenlijst is onderdeel van de Gezondheidsenquête, een enquête binnen de Leefstijlmonitor. Vanaf 2001 is de enquête afgenomen bij mensen vanaf 12 jaar. Sinds 2016 zijn 4 t/m 11 jarigen ook meegenomen in de enquête. De vraagstelling over sport  en de berekeningswijze is sinds 2001 ongewijzigd.

Contactinformatie

Bron: C. Hupkens (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Methode: M. Hiemstra (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)), leefstijlmonitor@rivm.nlM. van Koperen (RIVM),  gezondheidsmonitor@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.