Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: het aandeel van de bevolking van 4 jaar en ouder dat voldoet aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad.
Samenvatting
Definitie: aandeel van de bevolking van 4 jaar en ouder dat voldoet aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad
Bron: Nationaal: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)). Lokaal: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen (GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)'en, RIVM, CBS)
Meetfrequentie: Nationaal: jaarlijks gemeten sinds 2001. Lokaal: vierjaarlijks sinds 2012.
Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van de Kernindicator Beweegrichtlijnen.
Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: nationaal, GGD (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)-regio, gemeente, wijk.
Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, huishoudinkomen, langdurige aandoening/beperking, type aandoening, type beperking, ervaren gezondheid, psychische gezondheid, migratieachtergrond, burgerlijke staat, huishoudsamenstelling, maatschappelijke arbeidspositie, mate van verstedelijking, mate van overgewicht, wekelijkse sporters.
De Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor is de bron van de landelijke cijfers en is hieronder beschreven. De bron voor de lokale cijfers is de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen.
Bron en bronhouder
De bron van deze indicator is de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (GE/LSM). De bronhouders van de GE/LSM zijn RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en VeiligheidNL en de opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)).
Onderzoeksgroep
Steekproef van personen van 0 jaar en ouder, woonachtig in particuliere huishoudens, getrokken uit de Basisregistratie Personen (BRP). De institutionele bevolking (mensen in inrichtingen, instellingen of tehuizen en personen die niet geregistreerd zijn als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP)) is niet benaderd.
Voor kinderen onder de 12 jaar vullen de ouders de enquête in.
Er wordt gestreefd naar een netto steekproef (met het uiteindelijke aantal respondenten) van minimaal 9500 personen. Respons door benaderde personen is tussen de 60% en 65%. Vanaf de invoering van de doelgroepgerichte benadering in 2018 wordt de respons wat lager, omdat niet alle non-respondenten op CAWI worden herbenaderd voor een CAPI interview.
Modus van uitvraag
De vragenlijst wordt jaarlijks uitgezet. Eerdere meetjaren zijn jaarlijks geweest vanaf 2014.
De steekproef is verspreid over alle maanden van het jaar. Steekproefpersonen worden benaderd om via internet deel te nemen (CAWI - Computer Assisted Web Interviewing).
Non-responendenten zijn herbenaderd voor een 'face-to-face'-interview (CAPI - computer Assisted Personal Interviewing).
Historische informatie bron
Van 2001-2013 werden de gegeven van de GE/LSM opgehaald uit de CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête. De GE/LSM wordt vanaf 2014 jaarlijks gemeten. De GE/LSM is per 2014 in het volgende "mixed-mode" design uitgevoerd. Eerst zijn steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten zijn herbenaderd voor een ‘face-to-face’ interview (CAPI – Computer Assisted Personal Interviewing).
Vanaf 2018 is hierbij een doelgroepenstrategie gehanteerd. Dat wil zeggen dat niet alle herbenaderbare CAWI-non-respons daadwerkelijk is herbenaderd voor een CAPI-interview. Als een doelgroep relatief goed heeft gerespondeerd in CAWI, is uit die doelgroep een kleiner deel herbenaderd voor CAPI.
Met ingang van 2021 is de doelgroepenstrategie verder geoptimaliseerd, waardoor CAPI nog selectiever werd ingezet en werd geprobeerd de responskansen per doelgroep zo gelijk mogelijk te krijgen.
In 2020 en 2021 kon de beoogde waarneemmethode niet geheel worden uitgevoerd. Als gevolg van de coronaepidemie en de bijbehorende maatregelen werd de face-to-face-waarneming verstoord. Deze vorm van waarneming was in een aantal maanden niet mogelijk en was dit in enkele andere maanden slechts beperkt mogelijk.
De Gezondheidsenquête is sinds 2016 een enquête binnen de Leefstijlmonitor.
Deelnemers
De indicator is in de bron via de SQUASH vragenlijst uitgevraagd. De omvang van de groep die de SQUASH vragenlijst heeft ingevuld varieert per meetjaar tussen de 9415 en 7783 respondenten (2013 tot 2022). In de meetjaren daarvoor lag dit tussen de 7584 en 5834 respondenten.
De streekproef is representatief: de steekproef is willekeurig en er wordt een weegfactor van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gebruikt op basis van verschillende achtergrondkenmerken om tot een representatief cijfer te komen voor de Nederlandse bevolking.
Vraagstelling
De volgende activiteiten zijn uitgevraagd over een normale week in de afgelopen maanden:
- 18 jaar en ouder: wandelen en fietsen naar werk of school; Activiteiten op werk of school; Activiteiten in het huishouden; Activiteiten in de vrije tijd zoals wandelen, fietsen, tuinieren, klussen en sporten (maximaal 4 sporten)
- 4 t/m 11 jarigen: School activiteiten zoals gymles, zwemles en buitenspelen ; Wandelen en fietsen naar school; Activiteiten in de vrije tijd zoals wandelen, fietsen, buitenspelen, zwemles en sporten (maximaal 4 sporten).
- 12 t/m 17 jarigen: Wandelen en fietsen naar school of werk; Activiteiten op school of werk, waaronder ook gymles; Activiteiten in het huishouden; Activiteiten in de vrije tijd zoals wandelen, fietsen, tuinieren, klussen en sporten (maximaal 4 sporten).
Antwoordmogelijkheden: de respondent kan per activiteit aangeven hoeveel dagen per week en uren en minuten per dag hij of zij aan deze activiteit besteedt.
De SQUASH vragenlijst is gevalideerd.
Analyse beschrijving
De activiteiten worden ingedeeld als licht (<3,0 MET), matig (3,0 t/m 5,9 MET) of zwaar (≥ 6,0 MET) intensief. Daarnaast worden sommige activiteiten ingedeeld als spier/botversterkend. Met behulp daarvan wordt berekend hoeveel tijd de respondenten besteden aan matig tot zwaar intensieve activiteiten en hoe vaak er aan bot- en spierversterkende activiteiten wordt gedaan. Voor een volledige beschrijving zie rapportage ''Beweegrichtlijnen en Wekelijks Sporter: van vragenlijst tot cijfer''.
Eerder gemeten
De indicator is nationaal jaarlijks gemeten sinds 2001. Voor regionale cijfers zijn eerdere meetjaren 2012, 2016, 2020 en 2022.
Historische informatie methode
De vragenlijst is onderdeel van de Gezondheidsenquête, een enquête binnen de Leefstijlmonitor. Vanaf 2001 is de enquête afgenomen bij mensen vanaf 12 jaar. Sinds 2016 zijn 4 t/m 11 jarigen ook meegenomen in de enquête. Vanaf 2019 zijn vragen over beweegonderwijs op school aan de vragenlijst toegevoegd om een beter beeld te krijgen van het beweeggedrag van jongeren. Dit wil zeggen dat aan jongeren vanaf 12 jaar die basisonderwijs, praktijkonderwijs, VMBO, HAVO, VWO of MBO volgen, vragen zijn toegevoegd over gymlessen op school en beweeg- en sportactiviteiten die zijn geregeld vanuit school. Hierdoor zijn de cijfers over de beweegrichtlijnen, met name die over jongeren, vanaf 2019 minder goed vergelijkbaar met de cijfers van voor 2019. De vragenlijst is ook onderdeel van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen.
Achtergrondinformatie methode
Contactinformatie
Bron: C. Hupkens (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)), M. Hiemstra (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)), leefstijlmonitor@rivm.nl
Methode: T. Schurink (RIVM), sportenbewegenincijfers@rivm.nl
Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen
Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren". In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.