Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: het aandeel van de bevolking van 6 jaar en ouder dat wekelijks of vaker sport volgt via media (uit te splitsen naar type media).
Samenvatting
Definitie: het aandeel van de bevolking van 6 jaar en ouder dat wekelijks of vaker sport volgt via media (uit te splitsen naar type media).
Bron: Vrijetijdsomnibus (VTO) (2012-2018: SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) i.s.m. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)), VTO (v.a. 2020: CBS, bewerking: Mulier Instituut).
Meetfrequentie: tweejaarlijks, sinds 2012.
Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van de Kernindicator Sportfan via media en via het Mulier Instituut.
Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk, landsdeel.
Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, burgerlijke staat, huishoudsamenstelling, maatschappelijke arbeidspositie, mate van verstedelijking, gemeentegrootte, ervaren gezondheid, lichamelijke beperking, huishoudinkomen, chronische aandoening, huishoudinkomen, geaardheid, landsindeling, type media.
Bron en bronhouder
De bron van deze indicator is de Vrijetijdsomnibus (VTO). De bronhouder van de VTO was van 2012-2018 het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP (Sociaal Cultureel Planbureau)) i.s.m. CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Sinds 2020 is de bronhouder CBS, waarbij het Mulier Instituut (sport) en de Boekmanstichting (cultuur) verantwoordelijk zijn voor de rapportage van de data. De opdrachtgevers zijn OCW (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) en VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).
Onderzoeksgroep
De VTO wordt uitgezet onder een representatieve steekproef uit het bevolkingsregister van in Nederland woonachtige personen van zes jaar of ouder.
In 2022 was er een respons van 42% (uitgezet n=7.284, respons n=3.038)
Modus van uitvraag
De vragenlijst wordt tweejaarlijks uitgezet. Eerdere meetjaren zijn vanaf 2012 iedere twee jaar geweest.
De periode van dataverzameling is voor CAWI (Computer assisted web interviewing) november-december en voor CAPI (Computer assisted personal interviewing) januari-februari. 80% is via CAWI en 20% via CAPI.
Historische informatie bron
De VTO is opgezet om ontwikkelingen in kernindicatoren voor sport- en cultuurbeleid mee vast te stellen. Het onderzoek bestaat uit de kernthema’s cultuurparticipatie en sportbeoefening, waarbij de interesse in, bezoek aan en beoefening van sport en cultuur centraal staat. Daarnaast wordt elke twee jaar een bepaald thema verder uitgediept of kleine accenten gelegd.
Van 2012 tot 2019 was het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) verantwoordelijk voor de rapportage van de data. Sinds 2020 ligt deze taak bij het Mulier instituut (sport) en de Boekmanstichting (cultuur). Van 2012 tot 2019 was het SCP opdrachtgever.
De cijfers uit de VTO van 2012, 2014 en 2016 zijn in 2019 aangepast vanwege een nieuwe weging. Deze was noodzakelijk vanwege de aangepaste opzet in 2018. Meer informatie hierover is te vinden in de nota Weging Vrijetijdsomnibus 2018-2019.
Respons van benaderde groep over tijd: 2012: 58% (N= 3.138); 2014: 54% (N= 3.040); 2016: 66% (N= 3.101); 2018: 48% (3.425); 2020: 47% (N= 2.970).
Achtergrondinformatie bron
Onderzoeksdocumentatie Vrijetijdsomnibus 2022-2023 | Sport en bewegen in cijfers
Deelnemers
De omvang van de groep die de vragenlijst invult is onbekend.
De streekproef is representatief.
Vraagstelling
Aan de respondenten is gevraagd hoe vaak zij in de afgelopen 12 maanden sport hebben gevolgd.
In 2020 waren de antwoordopties: (online) kranten of tijdschriften, (online) radio of podcasts, sociale media, (online) televisie, en via (sport)websites en/of apps. Zij konden per medium antwoorden met één van de volgende categorieën: dagelijks, één keer per week of vaker, één keer per maand of vaker, een paar keer in de afgelopen 12 maanden of niet in de afgelopen 12 maanden.
De vragenlijst is niet gevalideerd.
Analyse beschrijving
Iemand wordt als wekelijkse sportfan/-volger beschouwd als hij/zij via één of meerdere van de vier mediavormen minimaal wekelijks sport volgt.
Eerder gemeten
De indicator is tweejaarlijks gemeten sinds 2012.
Historische informatie methode
Van 2012-2018 waren de antwoordopties voor het type media: televisie, radio, kranten of tijdschriften en internet.
De cijfers van 2012, 2014 en 2016 zijn aangepast in 2019 vanwege een nieuwe weging. Daarnaast is in 2020 door de coronacrisis het veldwerk anders verlopen dan normaal. Hierdoor zijn er minder face-to-face interviews afgenomen. Het is onbekend of deze aanpassingen de vergelijkbaarheid met eerdere metingen hebben beïnvloed.
In 2022 zijn de antwoordmogelijkheden aangepast van ‘eens per…’/’enkele keren…’ naar ‘Eén keer per…’/’Een paar keer…’.
Achtergrondinformatie methode
Vraagstelling en antwoordmogelijkheden: VTO Vragenlijst 2012-2022 | Mulier Instituut(PDF)
Contactinformatie
R. van den Dool (Mulier Instituut), sportenbewegenincijfers@rivm.nl
Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen
Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren". In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.