Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicatoren: de bezettingsgraad van sportaccommodaties.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: de bezettingsgraad in procenten en het gemiddeld jaargebruik van gemeentelijke sporthallen, sportzalen en gymzalen, en de velddruk bij hockeyvelden, tennisbanen en voetbalvelden.

Bron: Verhuuroverzichten gemeentelijke sportaccommodaties (bewerkt door Mulier Instituut), Database SportAanbod (DSA) (Mulier Instituut), Kennis Informatie Systeem Sport (KISS) (NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie)).

Meetfrequentie: tweejaarlijks, sinds 2016.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van het Sportakkoord.

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: bezetting in procenten: stedelijkheid, weekendbezetting, dagdeel. Jaargebruik: stedelijkheid en gebruik voor onderwijs of sport/overig. Velddruk: stedelijkheid, inwonertal en krimp-/anticipeergebied.

Bronbeschrijving van de indicator

NB de cijfers voor deze indicator komen uit verschillende bronnen.

Bron: Verhuuroverzichten gemeentelijke sportaccommodaties

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is Verhuuroverzichten gemeentelijke sportaccommodaties. De bronhouders van deze registratie zijn diverse gemeenten (bewerking door Mulier Instituut).

Eigenschappen registratie

In de verhuuroverzichten wordt duidelijk wanneer de accommodatie bezet is (datum en tijden), welk deel van de accommodatie bezet is, door wie deze wordt gebruikt en welke activiteit plaatsvindt. De gemeenten houden deze registratie bij. Dit zijn gegevens die gemeenten gebruiken voor de verhuur van binnensportaccommodaties. Zie de afbeelding hieronder voor een voorbeeld van een verhuuroverzicht. 

Tabel met informatie over sporthal, de tijd waarop het wordt verhuurd, door wie (bijvoorbeeld een korfbalvereniging) en voor welke activiteit.

 

Gelet op de diversiteit in stedelijkheid en regio van de betrokken gemeenten wordt ervan uitgegaan dat de verhuuroverzichten een representatief beeld geven van de verhuur bij gemeentelijke binnensportaccommodaties. 

Alleen het gebruik van binnensportaccommodaties in gemeentelijk eigendom is in beeld. Het gebruik van sporthallen, sportzalen en gymzalen in eigendom van schoolbesturen, schoolgemeenschappen, verenigingen, stichtingen en andere partijen is niet bekend. Het is aannemelijk dat in accommodaties bij scholen voornamelijk sprake is van onderwijsgebruik en in verenigingsaccommodaties voornamelijk van sportgebruik (door de eigen vereniging). 

Voor de binnensport wordt gesproken over spothallen, sportzalen en gymzalen. De volgende definities zijn hierbij gehanteerd:

  • Sporthal: overdekte sportruimte van minimaal 40 bij 20 meter, in principe geschikt voor alle zaalsporten. 
  • Sportzaal: overdekte sportruimte van ongeveer 28 bij 22 meter, geschikt voor meerdere zaalsporten. 
  • Gymzaal : overdekte sportruimte van ongeveer 21 bij 12 meter, in beginsel gesticht voor het bewegingsonderwijs, geschikt voor beperkt aantal zaalsporten.
  • Bewegingsonderwijs: de gymlessen bedoeld om de wettelijke kerndoelen te halen.
  • Zaalsporten: sporten die in principe in een sporthal, sportzaal of gymzaal worden beoefend. 

Historische informatie bron

N.v.t.

Bron: Database SportAanbod (DSA)

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Database SportAanbod (DSA). De bronhouder van de DSA is het Mulier Instituut.

Eigenschappen registratie

De onderzoekers van Mulier Instituut houden het databestand bij. Dit wordt gedaan aan de hand van verschillende bronnen, zoals verkregen informatie van gemeentes en sportbonden, en van geografische bestanden en topografische kaarten, zoals de top 10 van OpenStreetMap. Met behulp van deze bronnen wordt gesignaleerd of er accommodaties bij komen, weggaan of vernieuwingen worden doorgevoerd. Ook vindt kwaliteitsverbetering plaats. De wijzigingen worden zowel handmatig als semi-automatisch verwerkt.

Het wordt continu aangevuld met nieuwe informatie. Er vinden op landelijk niveau vaak geen grote veranderingen plaats in het aantal accommodaties. Daarom wordt de informatie tweejaarlijks gepubliceerd.

Alleen permanente ‘doesportaccommodaties’ worden meegenomen. Hierdoor worden de ‘kijksportvoorzieningen’ zoals voetbalstadions, waar het publiek alleen kan kijken naar sport, niet meegenomen. Ook worden speelvoorzieningen en voorzieningen (bijvoorbeeld routes) in de openbare ruimte uitgesloten.

De registratie is merendeels volledig. Voor grotere sporten en bekende sporthallen is vrijwel alles geregistreerd, maar kleinere sporten en gymzalen zijn niet altijd bekend bij de gemeente. De steekproef is representatief voor de doelpopulatie.

Meer informatie: Sportaccommodaties in Nederland 2023. Kengetallen en kenmerken | Mulier Instituut en Database SportAanbod | Mulier Instituut

Historische informatie bron

De DSA bestaat sinds 2015. Omdat er steeds meer gegevens als open data beschikbaar komen, is het Mulier Instituut minder afhankelijk geworden van losse databestanden van bijvoorbeeld sportbonden en gemeenten. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van de BAG (basisregistratie Adressen en Gebouwen),  OpenStreetMap en luchtfoto’s wordt steeds meer data (semi)-automatisch verkregen. Controles vinden o.a. handmatig plaats.

Bron: Kennis Informatie Systeem Sport (KISS)

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is het Kennis Informatie Systeem Sport (KISS). De bronhouder van KISS is NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie).

Eigenschappen registratie

Bonden houden leden bij in hun ledenadministratiesysteem, bij NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) wordt dit centraal ontsloten binnen KISS. De sportbonden leveren jaarlijks informatie over het aantal leden. Van januari tot maart worden de data over het vorige jaar ontsloten.

Alleen sportbonden aangesloten bij NOC*NSF worden meegenomen binnen KISS. Alle leden zouden geregistreerd moeten zijn. Leden zijn niet alleen actieve sporters, maar bijvoorbeeld ook bestuursleden, scheidsrechters en trainers die zelf niet actief sporten. De ledenaantallen zijn daardoor niet gelijk aan de aantallen frequente sporters. De steekproef is representatief voor de doelpopulatie.

Meer informatie: Zo sport Nederland | NOC*NSF

Historische informatie bron

De afgelopen jaren is een aantal nieuwe sportbonden lid geworden van NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie), waardoor de ledengegevens over eerdere jaren van deze sportbonden ontbreken.

Methodebeschrijving van de indicator

Analyse beschrijving

Binnensport (bron: Verhuuroverzichten gemeentelijke sportaccommodaties)

Er zijn 1.058 verhuuroverzichten geanalyseerd (249 sporthallen, 112 sportzalen en 697 gymzalen).

De gepresenteerde cijfers over het gebruik van de binnensportaccommodaties gaan uit van het gewogen aantal bezette uren. Hiermee wordt bedoeld dat het aantal bezette uren gecorrigeerd is met een deelfactor: als volgens het verhuuroverzicht de helft van een sporthal bezet is, worden deze uren voor de helft meegenomen in het totale aantal bezette uren. De bezettingsgraden zijn berekend door het bezette aantal uren te delen door het theoretisch maximaal aantal bezette uren. Het jaargebruik is het totaal aantal (gewogen) verhuurde uren in een jaar.

Buitensport (bronnen: DSA en KISS)

De veld- of baandruk is (per gemeente) berekend door het aantal inwoners met een lidmaatschap van de betreffende sportbond te delen door het aantal velden of banen voor de betreffende sport (in de gemeente). Het aantal velden wordt gehaald uit de DSA; het aantal bondsleden hockey, tennis en voetbal uit KISS.

Inwoners van een gemeente hoeven niet lid te zijn van een sportvereniging in de eigen gemeente, maar kunnen lid zijn van een vereniging in een andere gemeente. Daarnaast zijn in de lidmaatschapscijfers ook niet-spelende leden opgenomen, zoals bijvoorbeeld scheidsrechters. Tot slot zijn er bij voetbal grote verschillen in de belastbaarheid per type veld, waar een kunstgrasveld intensiever bespeeld kan worden dan een natuurgrasveld. Bij de cijfers voor voetbal is daarom ook het percentage kunstgrasvelden van belang. 

Historische informatie methode

Binnensport

De bezettingsgraden en het jaargebruik zijn gebaseerd op verhuuroverzichten uit de periode 2016-2023. In deze periode is het basisbestand met verhuuroverzichten opgebouwd. Er zijn (nog) niet genoeg verhuuroverzichten per jaar beschikbaar om ontwikkelingen in de tijd zichtbaar te maken.

Buitensport

Voor de buitensport is de velddruk in 2022/2023 voor het eerst berekend.

Contactinformatie

K. Wezenberg (Mulier Instituut), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.