Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: gemiddelde rapportcijfers voor plezier beleven aan sport via media en via wedstrijdbezoek.
Samenvatting
Definitie: gemiddeld rapportcijfers voor plezier beleven aan sport via media en via wedstrijdbezoek
Bron: Aanvullende Module Bewegen en Ongevallen van de Leefstijlmonitor (LSM-A Bewegen en Ongevallen) (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), VeiligheidNL)
Meetfrequentie: tweejaarlijks gemeten sinds 2019
Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van het Sportakkoord.
Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: nationaal.
Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, opleiding, migratieachtergrond, lichamelijke beperking, zitgedrag, wel of niet wekelijks sporten en het voldoen aan de Beweegrichtlijnen.
Bron en bronhouder
De bron van deze indicator is de Aanvullende Module Bewegen en Ongevallen van de Leefstijlmonitor (LSM-A Bewegen en Ongevallen). De bronhouders van de LSM-A Bewegen en Ongevallen zijn het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en VeiligheidNL en de opdrachtgever is VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).
Onderzoeksgroep
De doelpopulatie van LSM-A bestaat uit alle in Nederland woonachtige personen (0+) die deel uitmaken van een particulier huishouden. Dit wordt geoperationaliseerd als al die personen die zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) en die niet behoren tot de institutionele bevolking (i.e. personen in inrichtingen, instellingen, of tehuizen). Voor kinderen onder de 12 jaar vullen de ouders de enquête in.
Van de uitgezette steekproef respondeert tussen de 43 en 59%. Het aantal respondenten per onderzoeksjaar bedraagt ongeveer 10.000.
Modus van uitvraag
De vragenlijst wordt tweejaarlijks en sinds 2015 uitgezet. De periode van dataverzameling is het hele jaar door (januari tot december).
De eerste benadering is deelname via internet (CAWI), een deel van de non-respondenten worden herbenaderd voor een telefonisch interview (CATI) of interview aan huis (CAPI).
Historische informatie bron
Niet alle mensen die de vragenlijst niet via internet (CAWI) invullen, worden opnieuw benaderd voor een telefonisch (CATI) of persoonlijk (CAPI) interview. Dit verschilt tussen de jaren.
Bij de LSM-A 2015 is 75 % van de mensen die niet via internet (CAWI) respondeerden (een random selectie) benaderd voor een telefonisch (CATI) of persoonlijk (CAPI) interview. Bij de LSM-A 2017 is 40 % van de mensen met Nederlandse of westerse herkomst die niet via internet (CAWI) respondeerden benaderd voor een telefonisch (CATI) of persoonlijk (CAPI) interview. Mensen met een niet-westerse herkomst werden allemaal benaderd voor een telefonisch (CATI) of persoonlijk (CAPI) interview.
Bij de LSM-A 2019 is de doelgroepgerichte herbenadering toegepast. Groepen o.b.v leeftijd, herkomst en inkomen die slecht respondeerden via internet werden meer benaderd voor een telefonisch (CATI) of persoonlijk (CAPI) interview dan groepen die beter respondeerden. 60 % van de herbenaderbare CAWI-non-respons werd selectief uitgedund en niet herbenaderd. Bij de LSM-A 2021 is ook de doelgroepgerichte herbenadering toegepast. 57 % van de herbenaderbare CAWI-non-respons werd selectief uitgedund en niet herbenaderd.
In 2021 kon de beoogde waarneemmethode niet geheel worden uitgevoerd. Als gevolg van de coronaepidemie en de bijbehorende maatregelen werd de face-to-face-waarneming verstoord. Deze vorm van waarneming was in een aantal maanden niet mogelijk en in enkele andere maanden slechts beperkt mogelijk.
Vanaf 2023 wordt er geen incentive (5 euro vooraf) meer gehanteerd om deel te nemen aan het onderzoek, maar maken respondenten kans op een iPad of 400 euro.
Vanaf 2025 vindt er geen CATI meer plaats.
Achtergrondinformatie bron
Deelnemers
De omvang van de groep die de vragenlijst invult is ongeveer 10.000 respondenten per onderzoeksjaar.
De streekproef is representatief: de steekproef is willekeurig en er wordt een weegfactor van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gebruikt op basis van verschillende achtergrondkenmerken om tot een representatief cijfer te komen voor de Nederlandse bevolking.
Vraagstelling
Vraagstelling: ‘’Hoeveel plezier beleeft u/uw kind aan het kijken en luisteren naar sporten via radio, tv en andere media?’’ en ‘’Hoeveel plezier beleeft u/uw kind aan het bezoeken van sportwedstrijden en/of sportevenementen?’’ Voor beide vragen geldt: ‘’Geef een cijfer tussen 1 en 10, waarbij 1 betekent ‘helemaal geen plezier’ en 10 ‘heel veel plezier’’’
Antwoordmogelijkheden: een cijfer van 1 tot 10, waarbij 1 betekent ‘helemaal geen plezier’ en 10 ‘heel veel plezier’.
De periode van uitvraag is momenteel en de vragen zijn niet gevalideerd.
Analyse beschrijving
Het gemiddelde rapportcijfer wordt berekend voor plezier beleven via media en plezier beleven via wedstrijdbezoek.
Eerder gemeten
De indicator is tweejaarlijks gemeten sinds 2019.
Historische informatie methode
De vraagstelling en wijze van berekening is ongewijzigd sinds meetjaar 2019.
Achtergrondinformatie methode
Contactinformatie
Bron: M. Hiemstra (RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)), leefstijlmonitor@rivm.nl
Methode: T. Schurink (RIVM), sportenbewegenincijfers@rivm.nl