Op deze pagina staan de indicatoren voor de mate waarin kinderen en jongeren motorisch vaardig zijn en hoe zij in het leren, ontwikkelen en behouden van deze vaardigheden worden ondersteund door (onderwijs) instanties in hun omgeving.

Overzicht van de indicatoren

Indicatoren die structureel gemeten worden en waarvan cijfers representatief zijn voor Nederland hebben een bron- en methodebeschrijving. Deze is aan te klikken in onderstaande tabel.

Voor de andere indicatoren wordt, indien mogelijk, verwezen naar een structurele dataverzameling die data verzamelt over de indicator, maar waaruit cijfers nog zijn niet worden berekend/gepubliceerd (''zie rapport''). Met een relatief kleine inspanning is het publiceren van een cijfer wel mogelijk. Of er wordt verwezen naar eenmalig onderzoek waar een methode beschreven wordt (''zie rapport''). 

Voor enkele indicatoren zijn geen aanknopingspunten gevonden bij de inventarisatie tot januari 2024 (''geen informatie beschikbaar'').

Voor methoden en bronnen van indicatoren die niet in onderstaand rapport zijn meegenomen, zie Overige indicatoren.

Indicator Verwijzing
Aandeel van de kinderen dat (ruim) voldoende motorisch vaardig is Zie rapport
Aandeel van de kinderen dat onvoldoende motorisch vaardig is  Zie rapport
Het aandeel ouders dat hun kind (sterk) stimuleert om lichamelijke actief te zijn (uit te splitsen naar bv sport, buitenspelen, actief transport

Geen informatie beschikbaar

Het aandeel ouders dat het (heel) belangrijk vindt dat hun kind aan sport doet Bron- en methodebeschrijving
Aandeel sportaanbieders dat een training breed motorische vaardigheden aanbiedt Zie rapport
Aandeel jeugd dat PO primair onderwijs (primair onderwijs )/VO Voortgezet onderwijs (Voortgezet onderwijs ) verlaat in bezit van 1 of meerdere zwemdiploma's (uit te splitsen naar doelgroepen) Bron- en methodebeschrijving
Aandeel scholen in het primair onderwijs dat gebruik maakt van een leerling volgsysteem Bron- en methodebeschrijving
Aandeel scholen dat wekelijks buitenschoolse sport- en beweegactiviteiten aanbied Bron- en methodebeschrijving
Aandeel van de scholen in Nederland waar een combinatiefunctionaris/buurtsportcoach wordt ingezet Bron- en methodebeschrijving
Aantal uren gemiddeld bewegingsonderwijs in primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en MBO Bron- en methodebeschrijving
Aandeel van de scholen in het primair onderwijs dat uitsluitend een vakleerkracht bewegingsonderwijs inzet Bron- en methodebeschrijving
Aandeel van de scholen in het primair onderwijs dat uitsluitend een groepsleerkracht met bevoegdheid bewegingsonderwijs inzet Bron- en methodebeschrijving
Aandeel van de scholen in het primair onderwijs dat zowel een vakleerkracht als een groepsleerkrachten met bevoegdheid bewegingsonderwijs inzet Bron- en methodebeschrijving
Aantal scholen in het primair onderwijs met een vakleerkracht bewegingsonderwijs Geen informatie beschikbaar
Aandeel scholen dat aangeeft een tekort aan ruimte te hebben voor bewegingsonderwijs Bron- en methodebeschrijving
Aandeel van de scholen waar lichamelijk actieve onderwijsvormen/bewegend leren wordt ingezet tijdens de reguliere lestijd naast het curriculum  in het primair onderwijs (uit te splitsen naar wekelijks/dagelijks) Bron- en methodebeschrijving
Aantal locaties sport bso's (Buitenschoolse opvang) Zie rapport
Aandeel kinderdagopvangverblijven met beleid om bewegen te stimuleren Zie rapport
Bereik (aantal deelnemers) van erkende sport- en beweeginterventies inzetbaar in de kinderopvang (incl. Peuterspeelzalen) Geen informatie beschikbaar

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.