Het trendscenario van de Sport Toekomstverkenning (STV) geeft aan de hand van de kernindicatoren sport en bewegen een inschatting van de toekomstige ontwikkelingen van sport en bewegen tot 2030, uitgaande van gelijkblijvend beleid.

Trends in de toekomst kernindicatoren sport en bewegen Vier opgaven voor de sport

Vier opgaven voor de sport

Samen met stakeholders hebben we besproken welke van de toekomstige trends in het trendscenario volgens hen onwenselijk zijn. Anders gezegd: waar het zonder extra inspanningen mis zal gaan met de sport in Nederland. Dit zijn de vier opgaven voor de sport die in deze verkenning centraal zijn komen te staan:

  1. Meedoen en verenigingsleven bevorderen
  2. Gezondheid bevorderen door te bewegen
  3. Talenten ontwikkelen, presteren en prijzen winnen
  4. Meeleven met onze sporters en evenementen beleven

Hieronder staat voor iedere opgave een samenvatting van de trends in de toekomst.

Meedoen en verenigingsleven in 2030

Meedoen en verenigingsleven in 2030

In 1879 richtte Pim Mulier de eerste Nederlandse sportvereniging op: de Haarlemse Football Club. Vanuit een gezamenlijke interesse voor een sport en de behoefte aan begeleiding door trainers werden meer verenigingen opgericht. De verenigingen en de bonden draaiden op vrijwilligers. Ook het bestuur was onbetaald. In de lokale samenlevingen vormden en vormen de sportverenigingen een bindmiddel, net als de muziek- en buurtverenigingen.

Deze verenigingsvorm heeft het ruim een eeuw zeer goed gedaan. Nog altijd zijn bijna 5 miljoen Nederlanders lid van een sportclub. Maar hoe toekomstbestendig is dit systeem van verenigingen en sportbonden?

Gezondheid en bewegen in 2030

Gezondheid en bewegen in 2030

Het toenemende belang van een gezonde leefstijl speelt een rol in de mate waarin we sporten en bewegen. Uit het Nationaal Sportonderzoek 2016 blijkt dat het verbeteren van de gezondheid en conditie één van de belangrijkste motieven van Nederlanders is om te sporten. Opvallend is dat sporten voor de gezondheid toeneemt over de levensloop, terwijl sporten voor het plezier en de prestatie afneemt.

De helft van alle sporters organiseerde in 2014 al zelf zijn sportmomenten (Tiessen-Raaphorst 2015). Mensen willen zelf bepalen wanneer, waar en met wie zij sporten. Dit hangt samen met de individualisering en flexibilisering, ontwikkelingen die in de toekomst aanhouden. Technologische ontwikkelingen, zoals virtuele coaches en apps, geven de autonome sporter feedback over de prestaties en conditie. Het aantal mensen dat individueel of in zelfgeorganiseerde groepen sport of beweegt, zal dan ook verder toenemen.

Talentontwikkeling, presteren en prijzen winnen in 2030

Talentontwikkeling, presteren en prijzen winnen in 2030

In de aanloop naar de Olympische Spelen 2000 in Sydney kwantificeerde NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) de ambities voor topsport in Nederland als een top 10-plaats in de olympische medaillespiegel. In 2009 werd deze ambitie overgenomen in het landelijke beleid, als expliciete beleidsambitie voor 2028.

Volgens de Rapportage Sport 2014 kon Nederland trots zijn op de tot dan toe behaalde prestaties op de Olympische en Paralympische Spelen: ‘Ondanks dat Nederland het 65e land ter wereld is op basis van het aantal inwoners, en 24e op de ranking van het bnp, behoorde ons land in 2012 tot de top-13 van de wereld op de Olympische medailleranking en nam Nederland de 10e plaats in op de Paralympische medailleladder’ (Dijk et al. 2015).

Meeleven met sporters en evenementen beleven in 2030

Meeleven met sporters en evenementen beleven in 2030

Een groot deel van de Nederlanders is sportfan: de helft van de Nederlanders gaat naar sportwedstrijden en evenementen of volgt sport via media. Ook het bezoeken van sportevenementen is in Nederland populair. Jaarlijks vinden er in Nederland, buiten de reguliere competities om, circa 600 sportevenementen met meer dan 5000 bezoeken plaats. In 2012-2013 waren sportevenementen goed voor 77 miljoen bezoeken (bezoeken aan competitiewedstrijden, waaronder 700.000 wedstrijden in het amateurvoetbal, zijn hierbij meegerekend; Hover et al. 2014). Sport leent zich dus uitermate voor meeleven en beleven.