Trend in de toekomst
Tot 2030 zullen we evenveel zitten als vandaag de dag.
Verantwoording
De mate van zitgedrag wordt over het algemeen gemeten door middel van vragenlijsten. Deze vragen betreffen vaak vragen naar een globale inschatting van het aantal uren dat men zit, al dan niet onderscheiden naar setting, bijvoorbeeld in de vrije tijd of op het werk. Dergelijke inschattingen zijn vaak moeilijk te maken. Volgens de OBiN-gegevens (‘Ongevallen en Bewegen in Nederland’) brachten in 2014 brachten Nederlanders gemiddeld minimaal zeven uur van hun school- of werkdag zittend door. Voor volwassenen bestaat er nog geen norm voor de hoeveelheid zitten. Voor jongeren van 4 tot 17 jaar wordt geadviseerd om minder dan twee uur per dag achter beeldscherm (tv/computer/tablet) te zitten in de vrije tijd.
Verwachte ontwikkelingen
Demografische ontwikkelingen
In de toekomst zullen we langer productief moeten zijn vanwege de stijgende pensioenleeftijd (+). Ouderen zullen minder vrije tijd hebben en veelal langer zittend bureauwerk doen.
Sociaal-culturele ontwikkelingen
Er is een toenemende aandacht voor gezondheid (-) in het algemeen en voor de gezondheidswaarde van bewegen in het bijzonder. Hierdoor worden meer mensen zich bewust van het belang van lichamelijke activiteit.
Technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat we steeds minder actief hoeven te zijn en dat we veel werk zittend kunnen verrichten. Als mensen vaker gaan thuiswerken (+), zal het woon-werkverkeer afnemen, ook lopend en op de fiets. We hoeven niet meer te reizen en kunnen meteen achter het beeldscherm. Als tegenreactie zal technologie ingezet worden om ons aan te moedigen om meer te gaan bewegen. De toename van zelfmonitoring (-) zal mensen bewuster maken van hun zit- en beweeggedrag door dit te monitoren samen met de persoonlijke prestaties en bloedwaarden. Via nudging, alarmsignalen vanaf je smartwear of door games (-) worden we in 2030 gemerkt of ongemerkt (nudging) gestimuleerd te bewegen. Technologische ontwikkelingen bieden echter ook nieuwe mogelijkheden tot passief beeldschermgebruik (+). Ze vormen dus zowel een kans als een bedreiging voor zitgedrag.
Politiek-institutionele ontwikkelingen
In de huidige samenleving ligt de nadruk steeds meer op de eigen verantwoordelijkheid (-), ook op het gebied van gezondheid en bewegen. Als mensen meer moeten gaan bijdragen aan de kosten van gebruikte zorg door ongezond gedrag, worden zij zich bewuster van de gevolgen van hun leefstijl. Dat kan motiveren tot een gezondere leefstijl, zoals minder zitten. De laatste jaren is de mening over de eigen verantwoordelijkheid veranderd: het aandeel Nederlanders dat vindt dat ongezond gedrag belast mag worden, is gestegen (TNS NIPO, 2013). De impact van de eigen verantwoordelijkheid op het beweeggedrag kan versterken als zorgverzekeraars en werkgevers mensen voor hun leefstijl gaan belonen of straffen, geïnspireerd op het ‘schadevrije autorijden’ dat al jaren is ingeburgerd. Op scholen wordt tegenwoordig al meer ingezet op bewegen in de klas (-) voor betere concentratie en leervermogen. Deze interventies zijn primair ingericht om het leerproces te stimuleren door te bewegen, de focus ligt niet op vermindering van het aantal uren zitten. Dat is weliswaar een mooie bijkomstigheid.
Toelichting: ++ = sterke impact om trend te laten stijgen, + = impact om trend te laten stijgen, - = impact om trend te laten dalen, -- = sterke impact om trend te laten dalen, +/- = kan zowel de trend laten stijgen als dalen, = = geen invloed op de trend, maar wel op de onderliggende processen.