Het aandeel van de wekelijkse sporters van 15 jaar en ouder dat aangeeft in het afgelopen jaar sportprestatieverhogende middelen te hebben gebruikt.
Het gaat hier zowel om doping (bijvoorbeeld anabole steroiden) als sportvoedingssupplementen (bijvoorbeeld creatine) die gebruikt worden om een slank of gespierd lichaam te krijgen, of om de duurprestatie te verbeteren.
Bron: Leefstijlmonitor CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)
Meetjaar: 2022
Nieuwe cijfers: 2025
Overzicht
Gebruik van sportprestatieverhogende middelen is één van de 20 kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. Hoeveel mensen gebruiken doping of sportvoedingssupplementen in Nederland en welke type middelen worden gebruikt? Op deze pagina worden de nationale cijfers gepresenteerd. Deze worden voor groepen in de bevolking beschreven. Daarnaast bevat deze pagina een korte toelichting op het huidige sport- en beweegbeleid in relatie tot de kernindicator.
Naar alle 20 kernindicatoren
Heden, verleden en toekomst
Trend 2016-2022
Gebruik middelen is stabiel
In 2022 gaf 0,7% van de wekelijkse sporters van 15 jaar en ouder aan in het afgelopen jaar een sportprestatieverhogend middel te hebben gebruikt. Dit percentage is sinds 2016 min of meer stabiel.
In de sporttoekomstverkenning werd geconcludeerd dat de druk om doping te gebruiken groot is en niet snel zal afnemen. De verwachting is dat dopinggebruik in de periode tot 2030 sterk zal toenemen.
Historische trend
Gebruik middelen iets gestegen
Tussen 1997 en 2016 was het percentage 15 t/m 64 jarigen in de algemene bevolking dat sportprestatieverhogende middelen gebruikte in het afgelopen jaar stabiel tussen 0,3% en 0,6%. In 2018 en 2020 lag dit percentage op 0,9%, dit komt door de toevoeging van vragen over sportvoedings-supplementen. In 2022 was het percentage 15 t/m 64 jarigen in de algemene bevolking dat sportprestatieverhogende middelen gebruikte in het afgelopen jaar 0,6%.
Gebruik sportprestatieverhogend middel | |||||
N | Ooit gebruikt | In het afgelopen jaar gebruikt | |||
%* (n) | 95% betrouwbaarheidsinterval | %* (n) | 95% betrouwbaarheidsinterval | ||
Sporters 15 jaar en ouder | 6730 | 1,3 (92) | 1,0-1,6 | 0,7 (49) | 0,5-0,9 |
Niet-sporters 15 jaar en ouder | 3205 | 0,4 (15) | 0,2-0,6 | 0,1 (3) | 0,0-0,2 |
Algemene bevolking 15 jaar en ouder | 9993 | 1,0 (107) | 0,8-1,2 | 0,5 (52) | 0,3-0,6 |
Algemene bevolking 15 t/m 64 jaar | 7529 | 1,3 (103) | 1,0-1,5 | 0,6 (52) | 0,4-0,8 |
Bron: LSM-A Middelen/Leefstijlmonitor Trimbos, in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) , 2022
* percentage gewogen voor een aantal factoren (leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, huishoudgrootte, herkomst, seizoen, inkomen, vermogen, stedelijkheidsgraad, provincie, en landsdeel) om representatief te zijn voor de Nederlandse bevolking.
Bron: NPO 1997, 2001, 2005 en 2009. POLS/GECON 2007 en 2008, LSM-A Middelen/Leefstijlmonitor Trimbos, ism RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2016, 2018, 2020 en 2022.
Methode: Binnen de Aanvullende module Middelen van de Leefstijlmonitor is gevraagd of respondenten in de afgelopen 12 maanden sportprestatieverhogende middelen hebben gebruikt. Voor de mensen die aangaven dit in het afgelopen jaar te hebben gedaan is ook het type middel nagevraagd dat ze hebben gebruikt. De volgende zes type (doping) middelen zijn afzonderlijk bevraagd: 1. Anabole-androgene steroïden, zoals testosteron, nandrolon of stanozolol; 2. Prohormonen van anabolen, zoals DHEA of androsteendion; 3. Groeihormonen of insuline; 4. Schildklierpreparaten, zoals levothyroxine of t3; 5. Amfetamine, cocaïne, of efedrine; 6. EPO. Daarnaast was er de mogelijkheid om een ander sportprestatieverhogend middel te rapporteren. In 2018 zijn nieuwe vragen toegevoegd over het gebruik van 4 type sportvoedingssupplementen: 1. Creatine; 2. Eiwit-shakes; 3. Pre-workout; 4. Cafeïne.
Vragenlijst Aanvullende Module Middelen Leefstijlmonitor 2022
Type middel dat is gebruikt
Type middel dat wordt gebruikt
Voedingssupplementen meest gebruikt
In 2022 rapporteerde gebruikers van sportprestatieverhogend middel, nagenoeg in alle gevallen gebruik van een sportvoedingssupplement zoals een pre-workout product of een supplement met creatine, cafeïne of eiwit. Gebruik van doping zoals anabole steroïden, groeihormonen, amfetamine of EPO werd niet of nauwelijks gerapporteerd. Deze cijfers komen overeen met cijfers uit eerdere meetjaren.
Tabel: Zelfgerapporteerd type sportprestatieverhogend middel dat is gebruikt in het afgelopen jaar, onder wekelijkse sporters 15 jaar en ouder die hebben aangegeven doping en/of supplementen te hebben gebruikt1-4
Doping |
Aantal (n) | Supplement | % (n) | |
Anabolen | 1 | Cafeïne | 41,8 (24) | |
Prohormonen | 0 | Creatine | 58,0 (33) | |
Groeihormonen | 0 | Eiwitpreparaat | 76,8 (43) | |
Schildklierpreparaten | 0 | Pre-workout | 71,5 (39) | |
Amfetamine | 4 | Overig | 7,6 (4) | |
EPO | 0 |
Bron: LSM-A Middelen/Leefstijlmonitor Trimbos, in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2022
* percentage gewogen voor een aantal factoren (leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, huishoudgrootte, herkomst, seizoen, inkomen, vermogen, stedelijkheidsgraad, provincie, en landsdeel) om representatief te zijn voor de Nederlandse bevolking.
1Alle 52 respondenten die aangaven in het afgelopen jaar een sportprestatieverhogend middel te hebben gebruikt rapporteerden ook het type middel dat is gebruikt.
2Respondenten konden meerdere antwoorden invullen, ook bij open antwoordmogelijkheid.
3 In totaal gaven 5 mensen aan doping te hebben gebruikt en rapporteerde gezamenlijk 5 middelen.
4In totaal rapporteerde 51 mensen supplementen te hebben gebruikt. In totaal rapporteerde ze 143 producten.
Karakteristieken van gebruikers
Leeftijd
Gebruik het meest onder jongvolwassenen
Jongvolwassenen van 15 tot en met 34 jaar rapporteerden het vaakst gebruik van sportprestatieverhogende middelen. In 2022 had van deze leeftijdsgroep 2,5% ooit een sportprestatieverhogende middel gebruikt en 1,4% gebruikte in het afgelopen jaar. Het gebruik van sportprestatieverhogende middelen neemt sterk af met de leeftijd. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Geslacht
Gebruik het meest onder mannen
Mannen rapporteerden het vaakst gebruik van sportprestatieverhogende middelen. In 2022 had 1,8% van de mannen ooit sportprestatieverhogende middelen gebruikt en 0,9% gebruikte in het afgelopen jaar. Onder vrouwen was was dit respectievelijk 0,8% en 0,4%. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Opleidingsniveau
Gebruik verschilt niet per opleidingsniveau
In 2022 is het gebruik van sportprestatieverhogende middelen min of meer gelijk voor alle opleidingsniveaus. Dit is vergelijkbaar met 2018 en 2020. In 2016 was het gebruik van sportprestatieverhogende middelen onder lager opgeleiden lager dan onder middelbaar en hoger opgeleiden.
Sportprestatieverhogende middelen naar achtergrondkenmerken 2016-2018-2020-2022
Sportdeelname door gebruikers
Wekelijks sporten
Wekelijkse sporters gebruiken vaker middelen
Het gebruik van sportprestatieverhogende middelen werd in 2022 vaker gerapporteerd door wekelijkse sporters dan door personen die niet wekelijks sporten. Van de wekelijkse sporters rapporteerde 1,3% ooit sportprestatieverhogende middelen te hebben gebruikt en 0,7% gebruikte in het afgelopen jaar. Voor personen die niet wekelijks sporten was dit respectievelijk 0,4% en 0,1%. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Type sport
Krachtsporters gebruiken het vaakst middelen
Van alle type sporten, rapporteerden in 2022 personen die aan krachtsport doen het vaakst een sportprestatieverhogende middelen te hebben gebruikt in het afgelopen jaar (2,7%). Daarna volgen fitnessers (1,2%), voetballers (0,6%) en hardlopers (0,6%). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren, al is het gebruik onder krachtsporters over de jaren afgenomen. Ook het ooit gebruik van sportprestatieverhogende middelen in 2022 is het hoogst onder krachtsporters.
Lid/abonnement
Personen met een abonnement gebruiken vaker middelen
Personen met een abonnement op een fitnesscentrum, zwembad of andere sportaanbieder rapporteerden vaker sportprestatieverhogende middelen te gebruiken (2,4% ooit en 1,3% in het afgelopen jaar) dan leden van een sportvereniging (1,0% ooit en 0,6% in het afgelopen jaar). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Deelname lessen/evenementen
Deelnemers trainingen of competitie gebruiken vaker middelen
Personen die deelnamen aan toernooien, sportevenementen en/of aan lessen, trainingen, cursussen rapporteerden vaker sportprestatieverhogende middelen te gebruiken dan personen die deelnamen aan competitie. Het gebruik van sportprestatieverhogende middelen onder personen die deelnamen aan competitie is gedaald ten opzichte van voorgaande jaren.
Manier van verkrijgen van de middelen
Manier verkregen
Webshop belangrijk verkooppunt
Tweederde van de gebruikers van sportprestatieverhogende middelen rapporteerde in 2022 het middel verkregen te hebben via internet. Daarnaast werden de middelen regelmatig gekocht in een winkel in Nederland of gekregen van familie, vrienden of kennissen. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Doel en toekomstig gebruik
Reden gebruik
'Beter te presteren tijdens training' meest genoemde reden
De meest genoemde redenen door gebruikers in 2022 om een sportprestatieverhogend middel te gebruiken zijn 1) om beter te presteren tijdens trainingen, 2) om sneller te herstellen na een training of wedstrijd en 3) om een gespierder uiterlijk te krijgen. Dit is min of meer vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Bijna driekwart is van plan om in de toekomst te gebruiken
Bijna 70% van de mensen die in 2022 een sportprestatieverhogend middel heeft gebruikt, geeft aan in de toekomst dit weer van plan te zijn. Ongeveer 12% weet nog niet of ze het weer zullen doen. Het percentage dat van plan is om in de toekomst weer te gebruiken steeg tot 2020, maar is in 2022 stabiel gebleven.
Gezondheidsrisico
Merendeel gebruikers rapporteert geen klachten
In 2022 rapporteerde 94% van de gebruikers van sportprestatieverhogend middel geen gezondheidsklachten als gevolg van het gebruik van een dergelijk middel. Ongeveer 6% van de gebruikers van sportprestatieverhogende middelen rapporteerde hierdoor gezondheidsklachten te hebben gekregen, die allen geen medische hulp hebben gezocht hiervoor. Het percentage gebruikers dat klachten heeft gekregen is stabiel gebleven ten opzichte van 2020, daarvoor was dit iets gestegen.
Gebruikers vertonen vaker risicogedrag
Gebuikers van sportprestatieverhogende middelen rapporteren ook vaker drugs te gebruiken zoals cannabis, amfetamine, XTC/MDMA, cocaïne en lachgas.
Nationaal beleid
Antidopingbeleid
De Rijksoverheid streeft naar een eerlijke respectvolle en gelijkwaardige competitie in de sport. Doping maakt eerlijk spel onmogelijk en is schadelijk voor de gezondheid.
In Nederland is de Dopingautoriteit de onafhankelijke anti-dopingorganisatie in Nederland. De Dopingautoriteit heeft een dopingvrije sport als missie. Zij houdt dopingcontroles en geeft voorlichting en advies aan (top)sporters en hun directe omgeving. Daarnaast heeft de Dopingautoriteit het Nationaal Dopingreglement (NDR) opgesteld. In dit regelement zijn de internationale afspraken rondom doping uitgewerkt voor Nederland.
Het historisch overzicht nationaal sportbeleid geeft een kijk in het Nederlandse sportbeleid van 1940 tot nu.
Achtergrond en bronnen
Meer informatie
- Gebruik en veiligheid van doping en sportvoedingssupplementen: RIVM Dopingonderzoek 2017 (website)
- Bekijk de trend in de toekomst van de Kernindicator gebruik sportprestatieverhogende middelen in de Sport Toekomstverkenning
- Lees meer over de Leefstijlmonitor
- Allesoversport.nl: Doping in de sport
- Gezondheidsraadadvies: Dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport, 2010
Downloads
-
RIVM briefrapport Gebruik en veiligheid van doping en sportvoedingssupplementen 12-03-2018 RIVM briefrapport Gebruik en veiligheid van doping en sportvoedingssupplementenPDF | 855.03 KB
-
RIVM rapport Risicobeoordeling van synefrine 13-03-2018 RIVM rapport Risicobeoordeling van synefrinePDF | 463.4 KB