Het aandeel van de bevolking van 12 jaar en ouder dat maandelijks of vaker actief is als vrijwilliger in de sport

 

Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vrijetijdsomnibus (VTO) CBS, 2012-2018 (SCP Sociaal Cultureel Planbureau (Sociaal Cultureel Planbureau)), 2020-2022 (Mulier Instituut)
Meetjaar: 2022
Nieuwe cijfers: 2025

Overzicht

Vrijwilligerswerk in de sport is één van de 20 kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. Hoeveel Nederlanders zijn vrijwilliger in de sport? Op deze pagina worden de nationale cijfers gepresenteerd. Deze worden voor verschillende groepen in de bevolking beschreven.

Heden, verleden en toekomst

Nationaal

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport 2012-2022* over en ga naar de datatabel

Een op de tien Nederlanders actief als vrijwilliger in de sport

In 2022 was 9% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder maandelijks of vaker actief als vrijwilliger in de sport. Dit beeld komt overeen met cijfers uit eerdere jaren.

De Sport Toekomstverkenning concludeert dat het aandeel van de Nederlanders dat vrijwilligerswerk doet in de sport de komende jaren gelijk zal blijven of licht dalen. Dit heeft vooral te maken met demografische ontwikkelingen, individualisering, het toenemende belang van flexibiliteit onder potentiële vrijwilligers en de vraag naar vrijwilligers op andere gebieden.

Landsdeel

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport 2022 over en ga naar de datatabel

Geen verschil tussen landsdelen in vrijwilligerswerk in de sport

In 2022 waren er geen verschillen tussen landsdelen in het percentage vrijwilligers in de sport. Dit komt overeen met eerdere meetjaren. 

Tussen 2012 en 2022 is de trend in het percentage vrijwilligers in de sport stabiel voor alle gewesten.

 

 

 

*NB: de cijfers van 2012, 2014 en 2016 zijn aangepast vanwege een nieuwe weging. Daarnaast is in 2020 door de coronacrisis het veldwerk anders verlopen dan normaal. Hierdoor zijn er minder face-to-face interviews afgenomen. Het is onbekend of deze aanpassingen de vergelijkbaarheid met eerdere metingen hebben beïnvloed. Door een wat tegenvallende respons van de face-to-face interviews in 2022 zijn extra respondenten benaderd voor de interviews. Een en ander had tot gevolg dat het veldwerk voor een kleine groep later plaatsvond (maart-mei 2023).

Bron: CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vrijetijdsomnibus (VTO). 2012-2018, SCP Sociaal Cultureel Planbureau (Sociaal Cultureel Planbureau) in samenwerking met het CBS. De VTO-metingen van 2022 zijn tot stand gekomen via een samenwerking van de Boekmanstichting (namens OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen)) en het Mulier Instituut (namens VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) met het CBS.

Methode: Het maandelijks doen van vrijwilligerswerk in de sport is nagevraagd in de VTO. Aan de respondenten is gevraagd hoe vaak zij in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk hebben gedaan in de sport. Meer informatie over de methode is te vinden op de methode pagina van de (kern)indicatoren.

Vrijwilligerswerk in de sport door verschillende groepen in de bevolking

Geslacht

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport naar leeftijd 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Mannen iets vaker actief als vrijwilliger in de sport dan vrouwen

In 2022 waren Nederlandse mannen van 12 jaar en ouder (12%) iets vaker actief als vrijwilliger in de sport dan vrouwen (7%). Mannen zijn ook iets vaker lid van een sportvereniging. Het verschil tussen mannen en vrouwen als vrijwilliger is kleiner geworden over de jaren.

 

 

 

Leeftijd

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport naar leeftijd 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Kleine verschillen naar leeftijd in actief zijn als vrijwilliger in de sport

In 2022 waren Nederlandse 35 t/m 54 jarigen (13%) het meest maandelijks of vaker actief als vrijwilliger in de sport en 20 t/m 34 jarigen het minst vaak actief (7%). De verschillen tussen de leeftijdsgroepen zijn dus klein. Voor alle leeftijdsgroepen komt het beeld min of meer overeen met cijfers uit eerdere meetjaren.

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport naar hoogste voltooide opleiding 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Opleidingsniveaus even actief als vrijwilliger in de sport

In 2022 waren Nederlanders van 25 jaar en ouder met verschillende opleidingsniveaus even actief als vrijwilligers in de sport. In voorgaande jaren waren Nederlandse middelbaar- en hogeropgeleiden van 25 jaar en ouder iets vaker actief als vrijwilligers in de sport dan de lageropgeleiden.

 

 

Chronische aandoening/beperking

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport naar chronische aandoening/beperking 2012-2022 over en ga naar de datatabel

Mensen met een aandoening/ beperking even vaak actief als vrijwilliger in de sport

In 2022 waren mensen met een chronische aandoening en/of een lichamelijke beperking even vaak actief als vrijwilliger in de sport dan mensen zonder een aandoening of beperking. Dit beeld varieert tussen de meetjaren. Met name voor de mensen met een lichamelijke beperking (wel of in combinatie met een chronische aandoening) schommelen de percentages over de tijd. De trends  voor de andere groepen zijn relatief stabiel.

 

Overig

Download de overige uitsplitsingen

Vrijwilligerswerk in de sport is ook uitgesplitst  naar:

  • Herkomst
  • Burgerlijke staat
  • Huishoudsamenstelling
  • Maatschappelijke arbeidspositie
  • Mate van verstedelijking
  • Gemeentegrootte
  • Ervaren gezondheid
  • Lichamelijke beperking
  • Huishoudinkomen
  • Geaardheid
  • Landsdeel

Deze cijfers zijn te vinden in het Excelbestand dat hieronder te downloaden is.

Type vrijwilligerswerk en sporttak

Type vrijwilligerswerk

Sla de grafiek Uitgevoerde vrijwilligers taken in de sport 2022 over en ga naar de datatabel

Vrijwilligerswerk betreft vaak trainer, coach of begeleider van sporters

In 2022 gaf 36% van de vrijwilligers werkzaam in sport aan training te geven, te coachen en/of sporters te begeleiden. Daarnaast draaide 36% van de vrijwilligers bardiensten. Andere veel vervulde taken waren organisatorisch en/of commissie werk,  het organiseren van evenementen of toernooien en taken als official, scheidsrechter of jury. 

Sporttak

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk naar sporttak 2016 over en ga naar de datatabel

Meeste vrijwilligerswerk wordt gedaan in veldvoetbal

In 2016 werd het meeste vrijwilligerswerk door Nederlanders van 12 jaar en ouder gedaan in de veldvoetbal (32%). Voor de andere sporttakken ligt dit percentage een stuk lager. In de tennis werd door 8% van de vrijwilligers in de sport werk gedaan. In de hockey 7% en in de paardensport en volleybal was dit beide 4%. Deze cijfers zijn niet beschikbaar voor de meetjaren 2018, 2020 en 2022.

 

Vergelijking met andere kernindicatoren

Vrijwilligerswerk naar clublid

Sla de grafiek Vrijwilligerswerk in de sport naar lidmaatschap sportvereniging 2022 over en ga naar de datatabel

Tweevijfde leden sportvereniging doet vrijwilligerswerk

In 2022 deed van de Nederlanders van 12 jaar en ouder die lid zijn van een sportvereniging 20% maandelijks of vaker aan vrijwilligerswerk. Dit hoeft niet bij dezelfde vereniging te zijn als waar zij een lidmaatschap hebben. Van de Nederlanders die geen lid zijn van een sportvereniging deed 6% aan vrijwilligerswerk in de sport.  

Meer informatie over de kernindicator 'clublidmaatschap' is hier te vinden.

Internationale vergelijking

Internationale vergelijking

Nederlanders doen relatief veel vrijwilligerswerk in sport 

Om een internationale vergelijking te kunnen maken is gebruik gemaakt van gegevens uit de Eurobarometer 2022. Hieruit blijkt dat gemiddeld 10% van de inwoners van de EU Europese unie (Europese unie)-landen vrijwilligerswerk in de sport doet of binnen 2 maanden wil gaan doen. In dit onderzoek gaf 18% van de Nederlanders aan dit te (willen gaan) doen. Hiermee staan we op een tweede plaats, achter Luxemburg en Ierland (beiden 19%).

De Eurobarometer is een onderzoeksproject van de Europese Commissie. Het betreft een grote publieke opiniepeiling die in Nederland wordt uitgevoerd door TNS NIPO. Gegevens over sporten en lichamelijke activiteit zijn ook in 2002, 2009, 2013 en 2017 verzameld.

In de Eurobarometer is één vraag opgenomen over vrijwilligerswerk in de sport. Deze luidt: "Bent u momenteel betrokken of van plan om in de komende twee maanden mee te doen aan vrijwilligerswerk dat sportactiviteiten ondersteunt?". Deze vraag bevat 5 antwoordcategorieën: 'Ja, momenteel', 'Ja, ben ik van plan', 'Nee, maar wel gedaan', 'Nee, nooit gedaan en niet van plan' en 'Weet niet'.

Top 5 Europa

Sla de grafiek Top 5 Europa - Vrijwilligerswerk in de sport, 2022 over en ga naar de datatabel

Nederland heeft grootste aandeel vrijwilligers in de sport

Op basis van de Eurobarometerdata blijkt dat 15% van de Nederlanders momenteel vrijwilligerswerk doet binnen de sport. Daarmee is Nederland koploper binnen Europa, waar gemiddeld 6% van de bevolking vrijwillig ondersteuning biedt aan deze sector. Wanneer de bestaande groep vrijwilligers gecombineerd wordt met diegenen die in de komende twee maanden vrijwilligerswerk willen gaan doen, staat Nederland met 18% net achter Luxemburg en Ierland (beiden 19%).

Beleid

Verandering gewenst in het vrijwilligersbeleid bij sportverenigingen

De prognose is dat het aantal vrijwilligers in de sport mogelijk terug loopt de komende jaren, met name op structurele taken. Een deel van de sportverenigingen kampt al met een te kort.  Vrijwilligerswerk in de sport is dan ook onderdeel van het Nationaal Sportakkoord: Sport verenigt Nederland dat in juni 2018 ondertekend is. Een doelstelling in het deelakkoord 'vitale sport- en beweegaanbieders' is om voor 2021 het vrijwilligersklimaat en beleid binnen sportverenigingen te verbeteren.

Het historisch overzicht nationaal sportbeleid geeft een kijk in het Nederlandse sportbeleid van 1940 tot nu.

Meer informatie

G.C.W. Wendel-Vos  (RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu))