Aandeel van de maandelijkse sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder, dat de afgelopen 12 maanden wangedrag in de sport heeft meegemaakt of er getuige van is geweest
Sporters en/of wedstrijdbezoekers zijn mensen die in ieder geval 12 keer per jaar sporten en/of maandelijks een wedstrijd bezoeken.
Bron: Vrijetijdsomnibus (CBS, bewerking: Mulier Instituut)
Meetjaar: 2024
Nieuwe cijfers verwacht: 2027
Overzicht
Sportklimaat - Wangedrag is één van de 20 kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. Ervaren Nederlanders wangedrag tijdens en rondom sportwedstrijden? Op deze pagina worden de nationale cijfers gepresenteerd. Het ervaren van wangedrag tijdens en rondom sportwedstrijden wordt ook voor verschillende groepen in de bevolking beschreven.
alle kernindicatoren
Heden, verleden en toekomst
Nationaal
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien 2012-2024* over en ga naar de datatabelBijna één op de drie sporters en/of wedstrijdbezoekers maakt wangedrag mee of is hier getuigen van
In 2024 heeft bijna een op de drie (30%) sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder wangedrag in de sport meegemaakt of is hier getuige van geweest. Het vaakst geeft men aan verbaal geweld te hebben gehoord, zoals schelden, pesten of treiteren (22%). Dit wordt gevolgd door overlast door geluid, overmatig alcohol- of drugsgebruik of tabaksrook (9%).
Tussen 2012 en 2020 is er een dalende trend te zien in het percentage Nederlanders dat wangedrag in de sport heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest. Vanwege de coronacrisis lag in 2020 het aantal wedstrijdbezoek lager, hierdoor was de kans op het meemaken of getuige zijn van wangedrag ook lager. In 2022 en 2024 is het aandeel dat aangeeft wangedrag mee te maken of getuigen van te zijn weer vergelijkbaar met 2018.
*NB: In 2020 is door de coronacrisis het veldwerk anders verlopen dan normaal. Hierdoor zijn er minder face-to-face interviews afgenomen. Het is onbekend of deze aanpassingen de vergelijkbaarheid met eerdere metingen hebben beïnvloed. Door een tegenvallende respons van de face-to-face interviews in 2022 zijn extra respondenten benaderd voor de interviews. Dit heeft tot gevolg gehad dat het veldwerk voor een kleine groep later plaatsvond (maart-mei 2023). Daarnaast zijn in 2019 de cijfers van 2012, 2014 en 2016 aangepast vanwege een nieuwe weging.
Landsdeel
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien 2024 over en ga naar de datatabelMeemaken wangedrag lager in Noord-Nederland
In 2024 varieerde het percentage Nederlandse sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder dat wangedrag in de sport heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest van 24% (Noord-Nederland) tot 32% (West-Nederland).
Tussen 2018 en 2024 is voor alle landsdelen de trend over tijd min of meer stabiel. Vanwege de coronacrisis lag in 2020 het aandeel dat wangedrag heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest vrijwel in elk landsdeel lager. Hierdoor was de kans op het meemaken of getuige zijn van wangedrag ook lager.
Bron: Vrijetijdsomnibus (VTO). 2012-2018, SCP (Sociaal Cultureel Planbureau ) in samenwerking met het CBS. De VTO-metingen van 2020-2024 zijn tot stand gekomen via een samenwerking van de Boekmanstichting (namens OCW) en het Mulier Instituut (namens VWS) met het CBS.
Methode: Het meemaken van wangedrag in de sport is nagevraagd in de VTO. De vraag over een wangedrag in de sport werd gesteld aan personen van 12 jaar en ouder die aan hebben gegeven in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport of een sportwedstrijd of -evenement te hebben bezocht. De gepresenteerde cijfers betreft het deel van de maandelijkse sporters en/of wedstrijdbezoekers dat heeft aangegeven één of meerdere vormen van wangedrag te hebben gezien of ondergaan. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuwe definitie van deze kernindicator. Meer informatie over de methode en de doorontwikkeling hiervan is te vinden op de methode pagina van de (kern)indicatoren.
Sportklimaat - Wangedrag voor verschillende groepen in de bevolking
Geslacht
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien 2012-2024 over en ga naar de datatabelMannen maken vaker wangedrag mee dan vrouwen
In 2024 maakte 35% van de mannelijke sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder wangedrag mee in de sport of was hier getuige van. Dit is vaker dan vrouwen (24%). Tussen 2012 en 2024 is er voor mannen een dalende trend te zien in het percentage dat wangedrag in de sport heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest. In 2020 was het percentage het laagst, mede omdat er vanwege de coronacrisis minder sportmogelijkheden waren. In 2024 komt het percentage voor vrouwen weer overeen met (bijna alle) eerdere meetjaren.
Leeftijd
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien naar leeftijd 2012-2024 over en ga naar de datatabelJongeren maken vaker wangedrag mee of zijn hier getuigen van
In 2024 gaf 47% van de 12 t/m 19 jarige sporters/ wedstrijdbezoekers aan wangedrag in de sport te hebben gezien of meegemaakt. Het meemaken van wangedrag in de sport neemt af met de leeftijd. Dit beeld komt overeen met eerdere meetjaren.
Tussen 2012 en 2020 is er voor alle leeftijdsgroepen, met uitzondering van 55 t/m 64 jarigen en 65-plussers, een dalende trend te zien in het aandeel dat wangedrag in de sport heeft meegemaakt of hier getuige van is geweest. Na 2020 neemt het percentage weer toe tot (ongeveer) het niveau van de periode 2014-2018.
Opleidingsniveau
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien naar hoogst voltooide opleiding 2012-2024 over en ga naar de datatabelGeen verschil in meemaken van wangedrag tussen opleidingsniveaus
In 2024 rapporteerden Nederlanders van 25 jaar en ouder met basisonderwijs, vmbo of mbo1 opleiding, havo, vwo of mbo2-4 opleiding of hbo of wo opleiding evenveel wangedrag in de sport te hebben meegemaakt of hier getuige van te zijn geweest (21-30%). Dit is vergelijkbaar met 2022.
Chronische aandoening/beperking
Sla de grafiek Wangedrag in de sport meegemaakt of gezien naar aandoening of beperking 2012-2024 over en ga naar de datatabelVerschillen tussen groepen kleiner geworden
In 2024 is het aandeel Nederlandse sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder dat wangedrag mee maakt of daar getuigen van is geweest vergelijkbaar voor mensen met alleen een lichamelijke beperking (motorisch, auditief, visueel), alleen een chronische aandoening of mensen zonder aandoening of beperking (24-30%).
Tussen 2012 en 2024 is er onder mensen met alleen een lichamelijke beperking een dalende trend te zien in meemaken of getuigen zijn van wangedrag in de sport. Voor mensen met alleen een chronische aandoening en mensen zonder een aandoening of beperking zijn de cijfers van 2024 vergelijkbaar met de periode 2014-2018.
De groep met zowel een aandoening als een beperking is buiten beschouwing gelaten vanwege te kleine aantallen in de dataset.
Overig
Download de overige uitsplitsingen
De kernindicator sportklimaat - wangedrag is ook uitgesplitst naar:
- Herkomst
- Burgerlijke staat
- Huishoudsamenstelling
- Maatschappelijke arbeidspositie
- Mate van verstedelijking
- Gemeentegrootte
- Ervaren gezondheid
- Lichamelijke beperking
- Huishoudinkomen
- Geaardheid
- Landsdeel
Deze cijfers zijn te vinden in een Excelbestand dat hieronder te downloaden is.
Kernindicator Sportklimaat wangedrag naar achtergrondkenmerken 2012-2022
Type wangedrag
type wangedrag
Sla de grafiek Vormen van meegemaakt wangedrag in en rondom de sport 2012-2024 over en ga naar de datatabelEen op de vijf sporters/wedstrijdbezoekers heeft verbaal geweld meegemaakt
In 2024 rapporteerde 22% van de maandelijkse sporters en/of wedstrijdbezoekers van 12 jaar en ouder verbaal geweld te hebben gehoord in en rondom de sport, zoals schelden, pesten of treiteren, intimidatie of bedreiging. Dit wordt gevolgd door overlast door geluid, overmatig alcohol- of drugsgebruik of tabaksrook (9%), discriminatie of kwetsende opmerkingen vanwege sekse, cultuur of religie, huidskleur, homoseksualiteit of handicap (8%), lichamelijk geweld, zoals slaan of schoppen (7%) en vernieling of vandalisme (7%).
Beleid
Nationaal sport- en beweegbeleid
Op 1 april 2023 is het Sportakkoord II van start gegaan. Dit akkoord loopt tot en met eind 2026. De strategische partners van het sportakkoord (het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), de Vereniging Sport en Gemeenten/Vereniging van Nederlandse Gemeenten, NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) en de Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS)) hebben drie ambities geformuleerd: het fundament op orde, een groter bereik en meer (zichtbare) betekenis. De strategieën die hiervoor zijn opgesteld zijn ondergebracht onder zes thema’s:
|
|
|
|
|
|
De Kernindicator Veilig Sportklimaat wordt gebruikt voor de monitoring van het Sportakkoord II binnen het thema Sociaal veilige sport. De Kernindicator zegt iets over de ervaren sociale veiligheid in de sport, vanuit het perspectief van de sporters, functionarissen en toeschouwers.
Het historisch overzicht nationaal sportbeleid geeft een kijk in het Nederlandse sportbeleid van 1940 tot nu.
Meer informatie
- Zie de rapportage van het Mulier Instituut 'Wangedrag in de sport'
- Lees meer op het landelijke actieplan naar een veiliger sportklimaat
- Informatie over het melden van overlast of geweld in de sport is te vinden op deze deze rijksoverheid website
- Commissie de Vries heeft in opdracht van NOC*NSF (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) onderzoek gedaan naar seksuele intimidatie en misbruik in de sport en dit beschreven in een rapport
R. van der Dool (Mulier Instituut)
S.A. van der Meer (Mulier Instituut)