Op deze pagina wordt ingegaan op het aandeel ouderen dat wekelijks sport, welke sporten zij het meest beoefenen en in welk verband zij sporten. Daarnaast worden de verschillen uitgediept naar kenmerken van deze ouderen, zoals geslacht, opleidingsniveau en overgewicht.

> Heden en verleden
> Meest beoefende sporten
> Verband waarin wordt gesport
> Wekelijkse sportdeelname door verschillende groepen
> Samenvatting

Heden en verleden

Trend

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters 2001-2023 over en ga naar de datatabel

Aandeel wekelijkse sporters onder 65+'ers stijgt

Over de jaren heen zijn ouderen van 65 jaar en ouder steeds meer gaan sporten. In 2023 deed 40% van de ouderen van 65 jaar en ouder minimaal één keer per week aan sport. In 2001 was de wekelijkse sportdeelname onder ouderen nog 25%.

Meest beoefende sporten

meest beoefende sporten

Sla de grafiek Top 10 meest beoefende sporten, 2023 over en ga naar de datatabel

Fitness meest populaire sport onder ouderen

In 2023 werd fitness op individueel niveau het vaakst beoefend door ouderen van 65 jaar en ouder die wekelijks sporten (24%). De sporten die hierop volgden zijn wandelen (11%), fietsen (10%), zwemmen (8%) en tennis (5%).

 Verband waarin wordt gesport

Lidmaatschap variaties

Sla de grafiek Verband waarin wordt gesport, 2023 over en ga naar de datatabel

Een derde van de ouderen lid van een sportvereniging

In 2023 was een derde van de ouderen van 65 jaar en ouder die wekelijks sport lid van een sportvereniging (31%). Van de wekelijks sportende ouderen had 38% een abonnement bij een sportaanbieder, een kwart (26%) volgde lessen, cursussen of trainingen voor hun sport en 17% nam deel aan wedstrijden en toernooien.

Wekelijkse sportdeelname door verschillende groepen

Geslacht

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar geslacht, 2023 over en ga naar de datatabel

Mannen en vrouwen sporten even vaak wekelijks

In 2023 was het percentage mannen van 65 jaar en ouder dat wekelijks sport (39%) vergelijkbaar met het percentage vrouwen dat wekelijks sport (40%).

Mannen en vrouwen die wekelijks sportten beoefenden in 2023 het vaakst fitness (respectievelijk, 25% en 23%). Bij mannen werd dit gevolgd door fietsen (12%) en wandelen (9%), bij vrouwen waren dit wandelen (12%) en zwemmen (10%).

Leeftijd

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar leeftijd, 2023 over en ga naar de datatabel

85+'ers sporten het minst vaak wekelijks

In 2023 sportten ouderen tussen de 65 en 69 jaar en 70 en 79 jaar het vaakst wekelijks (44-45%). Dit percentage neemt af met een toenemende leeftijd: het aandeel wekelijks sporters van 85 jaar en ouder was maar 17%.

Ouderen van 65 tot en met 79 jaar en van 80 jaar en ouder beoefenden fitness het vaakst (respectievelijk 24% en 26%).  Beide groepen ouderen fietsten ook vaak (respectievelijk 10% en 8%). Daarnaast deden ouderen van 65 t/m 79 jaar vaak aan wandelen (11%) en ouderen van  80 jaar en ouder beoefenden vaak gymnastiek (11%).

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar opleidingsniveau, 2023 over en ga naar de datatabel

Hbo'ers en universitair geschoolden sporten vaker wekelijks

In 2023 sportte 31% van de ouderen met basisonderwijs of een vmbo-diploma wekelijks. Het percentage wekelijkse sportdeelname lag hoger voor ouderen met een havo, vwo of mbo-diploma (41%) en hbo'ers en universitair geschoolden (53%).

Fitness werd het vaakst beoefend door ouderen die wekelijks sportten, onafhankelijk van hun opleidingsniveau (21-26%). Daarnaast deden al deze groepen vaak aan fietsen (alle groepen 10%) en wandelen (13% voor ouderen met basisonderwijs of een vmbo-diploma, 9% voor ouderen met een havo, vwo of mbo-diploma en 11% voor ouderen met een hbo- of universitair niveau).

Chronische aandoening en/of beperking

Sla de grafiek Het aandeel weklijkse sporters naar chronische aandoening en/of beperking, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen zonder chronische aandoening of lichamelijke beperking sporten vaker wekelijks

In 2023 sportte bijna de helft van de ouderen zonder een chronische aandoening of lichamelijke beperking wekelijks (49%). Voor ouderen met een chronische aandoening ligt dit percentage iets lager, namelijk 43%. Voor ouderen met een lichamelijke beperking, al dan niet gecombineerd met een chronische aandoening, waren de percentages aanzienlijk lager: respectievelijk 23% en 21%.

Al deze groepen ouderen beoefenden fitness het vaakst (range 23-30%). Voor ouderen met een chronische aandoening en een beperking volgden daarop zwemmen en gymnastiek (9% en 8%). Ouderen zonder en ouderen met een chronische aandoening deden daarnaast vaak aan wandelen (respectievelijk 10% en 11%) en fietsen (11% en 9%).

Gewicht

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar gewicht, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met ernstig overgewicht sporten minder vaak wekelijks

In 2023 sportte 45% van de ouderen met een BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) onder de 25 kg/m² wekelijks. Dit zijn ouderen zonder overgewicht. Ouderen met matig overgewicht (BMI 25-29,9 kg/m²) sportten ongeveer even vaak wekelijks (40%), terwijl ouderen met ernstig overgewicht (BMI ≥ 30 kg/m²) minder vaak wekelijks sportten (30%).

Fitness werd het vaakst beoefend, ongeacht de gewichtsklasse van de ouderen (range: 22%-27%). Bij ouderen zonder overgewicht en ouderen met matig overgewicht werd dit gevolgd door wandelen (respectievelijk 11% en 10%) en fietsen (respectievelijk 10% en 9%). Ouderen met obesitas deden veel aan fietsen (13%) en zwemmen (12%).

Herkomst

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar herkomst, 2023 over en ga naar de datatabel

In Nederland geboren ouderen met ouders van buiten Europa sporten minder vaak wekelijks

In 2023 sportte bijna de helft van de ouderen die zijn geboren in Nederland, met ouders die buiten Europa zijn geboren, wekelijks (47%). Ouderen die buiten Europa zijn geboren sportten het minst vaak wekelijks (34%).

Het was niet mogelijk om de meest beoefende sporten uit te splitsen naar herkomst vanwege te kleine aantallen van ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond.

Beweegrichtlijnen

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar voldoen aan de Beweegrichtlijnen, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen die aan de Beweegrichtlijnen voldoen sporten 2x zo vaak wekelijks

In 2023 sportten ouderen die voldeden aan de Beweegrichtlijnen ruim twee keer zo vaak op een wekelijkse basis (63%) als ouderen die niet aan de Beweegrichtlijnen voldeden (24%). 

Wekelijks sportende ouderen beoefenden het vaakst fitness, ongeacht of ze aan de Beweegrichtlijnen voldoen (21%) of niet (31%).  Ouderen die wel voldeden aan de beweegrichtlijnen deden ook vaak aan wandelen (13%) en fietsen (12%). Ouderen die niet voldeden aan de Beweegrichtlijnen deden vaak aan zwemmen (9%) en fietsen (6%).

Zitgedrag

Sla de grafiek Het aandeel wekelijkse sporters naar zitgedrag, 2023 over en ga naar de datatabel

Kleine verschillen in wekelijks sporten op basis van zitgedrag

In 2023 varieerde het percentage wekelijkse sporters onder ouderen die veel en weinig zitten van 35% (ouderen die 0-6,9 uur zitten) tot 42% (ouderen die 6,9-9,5 uur zitten). 

Ouderen met een korte (0-6,9 uur), middellange (6,9-9,5 uur) en lange (>9,5 uur)  zitduur per dag lieten dezelfde sportvoorkeuren zien. De ouderen beoefenden het vaakst fitness, respectievelijk 20%, 24% en 25%. Voor ouderen met een korte zitduur volgde daarna eerst wandelen (13%) en daarna fietsen (11%). Bij ouderen met een middellange en lange zitduur volgden dezelfde sporten, maar in een andere volgorde: fietsen (beide groepen 12%) en wandelen (11%-12%).

Samenvatting

Ouderen van 65 jaar en ouder zijn over de jaren heen meer gaan sporten. Desondanks sportte in 2023 maar twee vijfde van de ouderen wekelijks (40%). Het doen aan sport kan de gezondheid bevorderen en draagt bij aan het voldoen aan de Beweegrichtlijnen. 

Bij ouderen is er een grote variatie tussen groepen te zien voor wekelijkse sportdeelname. Zo waren er grote verschillen tussen ouderen zonder en met een chronische aandoening en beperking (verschil van 27 procentpunt), ouderen met een lager- en een hoger opleidingsniveau (23 procentpunt) en ouderen van 70-74 jaar en ouderen van 80 jaar en ouder (28 procentpunt). Ook sporten ouderen met ernstig overgewicht (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) ≥ 30 kg/m2) minder dan ouderen met een BMI lager dan 25  kg/m2 (14 procentpunt). Tot slot was het verschil tussen ouderen die wel en niet aan de beweegrichtlijnen voldoen zeer groot (39 procentpunt).

De sport die door ouderen het vaakst werd beoefend was fitness (24%). Daarnaast werd er vaak gedaan aan wandelen (11%), fietsen (10%) en zwemmen (8%).

Van de ouderen die wekelijks sportten, was bijna één derde lid van een sportvereniging en had ruim één derde een abonnement bij een sportaanbieder. Daarnaast volgde een kwart van de wekelijks sportende ouderen lessen, cursussen en/of trainingen in een sport en deed 17% mee aan toernooien en/of wedstrijden.

Bronvermelding

Bewegen & Sport: Gezondheidsenquete/Leefstijlmonitor, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) in samenwerking met RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), 2023
Zitgedrag: LSM-A Bewegen en Ongevallen/ Leefstijlmonitor, CBS in samenwerking met RIVM , 2023