Op deze pagina wordt het voldoen aan de Beweegrichtlijnen door Nederlanders van 65 jaar en ouder uiteengezet. Hier worden de verschillen tussen kenmerken van ouderen, zoals geslacht, opleidingsniveau en overgewicht beschreven. Om de verschillen te verklaren wordt dieper ingegaan op de onderliggende beweegactiviteiten. Tot slot wordt ingegaan op het voldoen aan het balansadvies dat specifiek voor ouderen is gegeven.

> Heden en verleden
> Voldoen aan de Beweegrichtlijnen door verschillende groepen

> Tijd besteed aan beweegactiviteiten door verschillende groepen
> Activiteiten naar het voldoen aan de onderdelen van de Beweegrichtlijnen
> Balansoefening door verschillende groepen
> Samenvatting

 

Definities

Men voldoet aan de Beweegrichtlijnen door zowel 150 minuten per week aan matig en/of zwaar intensieve activiteiten (onderdeel 1) als twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten (onderdeel 2) te doen.

Het balansadvies houdt in dat men tenminste één keer week balansoefeningen doet. Hier voldoet iemand aan wanneer men een sport doet waarbij de balans wordt getraind. Dit zijn sporten zoals dansen, surfen, gymnastiek, yoga en enkele vechtsporten.

Heden en verleden

Totale populatie

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen, 2001-2023 over en ga naar de datatabel

Steeds meer ouderen voldoen aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeed 40% van de ouderen (65 jaar en ouder) aan de Beweegrichtlijnen. Hoewel het aandeel ouderen dat voldeed aan de Beweegrichtlijnen licht is gedaald sinds 2021, is het percentage gestegen sinds 2001, toen het aandeel dat voldeed nog 22% was. Wanneer de twee aparte onderdelen van de Beweegrichtlijnen worden bekeken, blijkt dat in 2023 45% voldeed aan het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten en 76% aan het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten. Ook voor deze twee onderdelen is een duidelijke stijging sinds 2001 te zien. 

Voldoen aan de Beweegrichtlijnen

Geslacht

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar geslacht, 2023 over en ga naar de datatabel

Mannen voldoen vaker aan de Beweegrichtlijnen dan vrouwen

In 2023 voldeed 45% van de mannen en 35% van de vrouwen van 65 jaar en ouder aan de Beweegrichtlijnen. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door het feit dat mannen vaker aan het onderdeel matig/zwaar intensieve activiteiten voldeden (52%) dan vrouwen (40%). Ook aan het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten voldeden mannen vaker dan vrouwen, maar dit verschil is erg klein (78% en 74%, respectievelijk).

Leeftijd

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar leeftijd, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen voldoen minder vaak aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 is een daling van het percentage ouderen dat voldoet aan de Beweegrichtlijnen te zien wanneer de leeftijd stijgt. Zo voldeed 48% van de 65 t/m 69 jarigen en 12% van de 85+'ers aan de Beweegrichtlijnen. Deze trend is ook te zien voor het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten en het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten.

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar opleidingsniveau, 2023 over en ga naar de datatabel

Mensen met een hbo of wo opleiding voldoen vaker aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeden ouderen met een vmbo-niveau of daarmee vergelijkbaar minder vaak aan de Beweegrichtlijnen (31%) dan ouderen die een hbo of wo opleiding hebben voltooid (53%). Ouderen met een mbo-niveau of daarmee vergelijkbaar zaten hier tussenin (41%). Dit patroon is ook te zien voor het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten en het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten.

Chronische aandoening en/of beperking

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar chronische aandoening/beperking, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met een lichamelijke beperking voldoen minder vaak aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeden ouderen met een chronische aandoening ongeveer even vaak aan de Beweegrichtlijnen als ouderen zonder een aandoening of lichamelijke beperking (respectievelijk 43% en 46%). Ouderen met een lichamelijke beperking voldeden minder vaak (16%). Van de ouderen met zowel een lichamelijke beperking als een chronische aandoening voldeed maar 13% aan de Beweegrichtlijnen. Dit patroon is ook te zien voor het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten en het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten.

Gewicht

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar gewicht, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met overgewicht voldoen minder vaak aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeden ouderen met een Body Mass Index (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.)) onder de 25 kg/m² (dus ouderen zonder overgewicht) vaker aan de Beweegrichtlijnen (46%) dan ouderen met matig overgewicht (BMI: 25-29,9 kg/m², 39%) en ouderen met ernstig overgewicht (BMI ≥ 30 kg/m², 27%). Dit patroon is ook te zien voor het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten en het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten.

Herkomst

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar herkomst, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen die buiten Europa zijn geboren voldoen minder vaak aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeed bijna de helft van de ouderen (48%) die zijn geboren in Europa (m.u.v. Nederland) aan beide onderdelen van de Beweegrichtlijnen. Ouderen die zijn geboren buiten Europa voldeden minder vaak aan de richtlijnen (27%).  Zij voldeden ook minder vaak aan onderdeel 1 en onderdeel 2 afzonderlijk.

Wekelijkse sporter

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar wekelijkse sporter, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen die wekelijks sporten voldoen het vaakst aan de Beweegrichtlijnen

In 2023 voldeden ouderen die wekelijks sporten vaker aan de Beweegrichtlijnen (63%) dan ouderen die niet wekelijks sporten (23%). Het onderdeel matig en/of zwaar intensieve activiteiten werd door wekelijkse sporters ruim twee keer zo vaak gehaald (70%) als door ouderen die niet wekelijks sporten (29%). Dit verschil is kleiner voor het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten. Hieraan voldeed 87% van de ouderen die wekelijks sporten en 68% van de ouderen die niet wekelijks sporten.

Zitgedrag

Sla de grafiek Voldoen aan de Beweegrichtlijnen naar zitgedrag, 2023 over en ga naar de datatabel

Nagenoeg geen verschil in voldoen aan de Beweegrichtlijnen op basis van zitgedrag

In 2023 zijn er geringe verschillen te zien in het voldoen aan de Beweegrichtlijnen tussen ouderen die veel en weinig zitten. Van de ouderen die minder dan 6,9 uur zitten op een dag, voldeed 38% aan de Beweegrichtlijnen. Voor ouderen die 6,9 tot 9,5 uur op een dag zitten voldeed 39% en van de ouderen die veel zitten (≥ 9,5 uur/dag) voldeed 36% aan de Beweegrichtlijnen.

Tijd besteed aan beweegactiviteiten

Totaal

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten, 2023 over en ga naar de datatabel

Wandelen en fietsen belangrijke beweegactiviteiten voor ouderen

Van de verschillende beweegactiviteiten besteedden ouderen in 2023 de meeste tijd aan wandelen (4,2 uur per week) en fietsen (2,8 uur per week).

Dit patroon was in bijna elke subgroep van ouderen terug te zien (zie tabbladen). Alle subgroepen besteedden de meeste tijd aan wandelen, met uitzondering van ouderen die wekelijks sporten; zij besteedden de meeste tijd aan sport. Vaak werd wandelen gevolgd door fietsen en/of sporten.

Geslacht

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar geslacht, 2023 over en ga naar de datatabel

Wandelen voor zowel mannen als vrouwen belangrijke beweegactiviteit

Voor zowel mannen als voor vrouwen waren in 2023 wandelen en fietsen belangrijke beweegactiviteiten. Mannen besteedden aan alle activiteiten meer tijd dan vrouwen, behalve aan zware huishoudelijke activiteiten. Voor klussen werd het grootste verschil gevonden, waaraan mannen 2,7 uur per week besteedden en vrouwen 0,5 uur. 

Leeftijd

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar leeftijd, 2023 over en ga naar de datatabel

Grote verschillen in tijd besteed aan beweegactiviteiten tussen leeftijdsgroepen

Ouderen van 65 t/m 79 jaar besteedden in 2023 aan alle activiteiten meer tijd dan 80+'ers. Van alle activiteiten is bij fietsen het grootste verschil te zien tussen de twee leeftijdsgroepen. 65 t/m 79 jarigen fietsten gemiddeld 3,1 uur per week en 80+'ers 1,7 uur per week.

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar opleidingsniveau, 2023 over en ga naar de datatabel

Grote verschillen in tijd besteed aan sport op basis van opleidingsniveau

Ouderen die een hbo of wo opleiding hebben voltooid besteedden in 2023 meer tijd aan wandelen, tuinieren en sport dan ouderen met een ander opleidingsniveau. Ouderen met basisonderwijs of een vmbo-diploma besteedden de minste tijd aan elke beweegactiviteit, waarbij klussen (1,1 uur) en sport (1,9 uur) het meest verschillen met de andere groepen.

Tussen ouderen met een hbo of wo diploma en ouderen met een havo, vwo, mbo-diploma is weinig verschil te zien in tijd besteed aan beweegactiviteiten, met uitzondering van sporten, waar zijn respectievelijk 3,2 uur en 2,5 uur aan besteedden.

Chronische aandoening en/of beperking

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar chronische aandoening/beperking, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met chronische aandoening en beperking besteden minder tijd aan beweegactiviteiten

Ouderen met een chronische aandoening en een lichamelijke beperking besteedden in 2023 beduidend minder tijd aan alle activiteiten dan de andere twee groepen. De grootste verschillen zijn te vinden voor wandelen en fietsen. Ouderen met een chronische aandoening en een beperking wandelden gemiddeld 2,3 uur, terwijl ouderen met enkel een chronische aandoening en ouderen zonder zowel een aandoening als beperking respectievelijk 4,6 uur per week en 5,0 uur per week wandelden. Voor fietsen laat de groep ouderen met chronische aandoening en beperking een gemiddelde van 1,6 uur per week zien, waar ouderen met enkel een chronische aandoening en ouderen zonder aandoening/beperking respectievelijk 3,0 uur en 3,4 uur per week fietsen.

Gewicht

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar gewicht, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met obesitas besteden minder tijd aan beweegactiviteiten

Ouderen zonder overgewicht en ouderen met matig overgewicht besteedden in 2023 meer tijd aan de verschillende activiteiten dan ouderen met ernstig overgewicht, behalve bij zware huishoudelijke activiteiten, waar elke groep ongeveer evenveel tijd aan besteedde. Tussen ouderen zonder overgewicht en ouderen met ernstig overgewicht werden de grootste verschillen gevonden in tijd besteed wandelen (respectievelijk 4,7 uur en 3,2 uur per week) en aan sport (2,9 uur en 1,6 uur).

Herkomst

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar herkomst, 2023 over en ga naar de datatabel

Variatie in tijd besteed aan beweegactiviteiten tussen ouderen met verschillende herkomst

De tijd die ouderen in 2023 besteedden aan beweegactiviteiten varieerde tussen de verschillende herkomsten. Zo besteedden ouderen die zijn geboren in Europa (m.u.v. Nederland) meer tijd aan fietsen dan mensen met een andere herkomst, terwijl zij, evenals de ouderen die buiten Europa zijn geboren, minder tijd besteedden aan klussen. 

Wekelijkse sporter

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar wekelijkse sporter, 2023 over en ga naar de datatabel

Wekelijks sporters besteden meer tijd aan alle typen beweegactiviteiten

Ouderen die wekelijks sporten besteedden in 2023 vanzelfsprekend meer tijd aan sport dan ouderen die niet wekelijks sporten (0 vs. 6,1 uur per week). Daarnaast besteedden zij ook meer tijd aan wandelen, fietsen, tuinieren en zware huishoudelijke activiteiten. De tijd besteed aan klussen was voor beide groepen nagenoeg hetzelfde (1,6 uur voor ouderen die wekelijks sporten en 1,5 uur voor ouderen die dit niet doen).

Zitgedrag

Sla de grafiek Uren per week besteed aan beweegactiviteiten naar tertielen van zitten, 2023 over en ga naar de datatabel

Geen verschil in beweegactiviteiten op basis van zitgedrag

De tijd besteed aan beweegactiviteiten verschilde weinig tot niet tussen ouderen die veel of weinig zitten (verschillen zijn < 0,5 uur). De enige uitzondering hierop is sporten: ouderen die 6,9 tot 9,5 uur per dag zitten, besteedden iets meer tijd aan sporten (2,5 uur per week) dan ouderen die 0 tot 6,9 uur per dag zitten (1,9 uur per week).

Activiteiten naar het voldoen aan de onderdelen van de Beweegrichtlijnen

Ouderen van 65 jaar en ouder die niet voldeden aan de Beweegrichtlijnen besteedden minder tijd aan alle beweegactiviteiten en doen de activiteiten minder vaak. Als het gaat om het onderdeel tijd besteed aan tenminste matig intensieve activiteiten zijn de grootste verschillen te zien bij sporten en fietsen. Ouderen die wel voldeden aan dit onderdeel sportten gemiddeld 4,9 uur per week en fietsten gemiddeld 5,2 uur per week, terwijl ouderen die niet voldeden aan dit onderdeel gemiddeld 0,7 uur per week sportten en 1,1 uur per week fietsten. Dit patroon is te zien in bijna alle subgroepen ouderen.

Als het gaat om het onderdeel spier- en botversterkende activiteiten is het grootste verschil te zien bij wandelen. Ouderen die voldeden aan dit onderdeel wandelden gemiddeld 5,5 uur per week, terwijl ouderen die niet aan dit onderdeel voldeden gemiddeld 3,4 uur per week wandelden. Dit patroon is in alle subgroepen ouderen te vinden.

Balansoefening door verschillende groepen

Totaal

Sla de grafiek Aantal keer per week dat ouderen balansoefeningen doen, 2023 over en ga naar de datatabel

Een tiende van de ouderen doet wekelijks balansoefeningen

In 2023 voldeed 10% van de ouderen van 65 jaar en ouder aan het advies om minimaal één keer per week balansoefeningen te doen. De ouderen die balansoefeningen doen, doen dit dan vaak één keer per week. 

Geslacht

Sla de grafiek Het aandeel dat aan balansoefeningen doet naar geslacht, 2023 over en ga naar de datatabel

Vrouwen oefenen vaker balans dan mannen

In 2023 was er een groot verschil tussen het aandeel mannen en vrouwen dat balansoefeningen doet: van de mannen deed 5% aan balansoefeningen en van de vrouwen deed 15% dit.

Leeftijd

Sla de grafiek Het aandeel ouderen dat aan balansoefeningen doet naar leeftijd, 2023 over en ga naar de datatabel

Geen verschil in balansoefeningen op basis van leeftijd

In 2023 deden ouderen van 65 tot 79 jaar (10%) nagenoeg even vaak aan balansoefeningen als ouderen van 80 jaar en ouder (9%).

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Het aandeel ouderen dat aan balansoefeningen doet naar opleidingsniveau, 2023 over en ga naar de datatabel

Kleine verschillen in balansoefeningen op basis van opleiding

In 2023 waren zeer geringe verschillen tussen opleidingsniveaus te zien in het doen van balansoefeningen. Van ouderen met basisonderwijs of een vmbo-diploma, deed 9% balansoefeningen. Onder de ouderen met een havo, vwo of mbo-diploma was dit 10% en voor hbo'ers en universitair geschoolden was dit percentage 13%.

Chronische aandoening en/of beperking

Sla de grafiek Het aandeel ouderen dat aan balansoefeningen doet naar chronische aandoening en beperking, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met een lichamelijke beperking doen minst vaak balansoefeningen

In 2023 deed 12% van de ouderen zonder een aandoening of beperking balansoefeningen. Dit percentage was het laagst voor ouderen met alleen een lichamelijke beperking (5%). Van de ouderen met een chronische aandoening en een fysieke beperking deed 7% aan balansoefeningen en voor de ouderen met alleen een chronische aandoening was dit 10%.

Gewicht

Sla de grafiek Het aandeel ouderen dat aan balansoefeningen doet naar gewicht, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen met obesitas doen minst vaak balansoefeningen

In 2023 deden minder ouderen met ernstig overgewicht (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) ≥ 30 kg/m2) balansoefeningen (5%) dan ouderen met een BMI lager dan 25 kg/m2 (12%).  Van de ouderen met matig overgewicht (BMI 25-29,9 kg/m²) deed 10% balansoefeningen.

Herkomst

Sla de grafiek Het aandeel ouderen dat aan balansoefeningen doet naar gewicht, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen die buiten Europa zijn geboren voldoen het vaakts aan de balansindicator

In 2023 deden ouderen die in Nederland zijn geboren, met ouders die buiten Europa zijn geboren, het minst vaak wekelijks aan balansoefeningen (5%). Ouderen die buiten Europa zijn geboren doe dit het vaakst wekelijks (12%).

Beweegrichtlijnen

Sla de grafiek Het aandeel dat aan balansoefeningen doet naar Beweegrichtlijnen, 2023 over en ga naar de datatabel

Ouderen die aan de Beweegrichtlijnen voldoen oefenen vaker wekelijks balans

Van de ouderen die aan de Beweegrichtlijnen voldoen deed in 2023 16% aan balansoefeningen. Voor de ouderen die niet voldeden aan de Beweegrichtlijnen was dit 6%. 

*Het doen van balansoefeningen is niet uitgesplitst naar wekelijkse sporters, aangezien er alleen aan balansoefeningen gedaan konden worden door middel van sport.

Samenvatting

Over de jaren zijn ouderen van 65 jaar en ouder vaker aan de Beweegrichtlijnen gaan voldoen, hoewel het aandeel ouderen dat voldeed in 2022 en 2023 wel iets is gedaald ten opzichte van 2021. Daarnaast blijft het percentage dat hieraan voldoet laag (40% in 2023).

De groepen ouderen die het laagst scoorden op de Beweegrichtlijnen waren 85+'ers en ouderen met een chronische aandoening en een beperking (12% en 13% respectievelijk). Ouderen die niet wekelijks sporten (23%), ernstig overgewicht hadden (27%) en hoogstens basisschool, vmbo of mbo 1 hebben voltooid (31%) lieten ook lage percentages zien. De oudere vrouwen bleven daarnaast ook achter met 35%.

Alle groepen ouderen besteedden de meeste tijd aan wandelen, behalve ouderen die wekelijks sporten. Door hen werd aan sporten de meeste tijd besteed. De meeste groepen ouderen besteedden naast wandelen de meeste tijd aan fietsen. Voor ouderen van 80 jaar en ouder was tuinieren daarnaast ook een belangrijke beweegactiviteit: hier werd evenveel tijd aan besteed als aan fietsen. Voor ouderen met een hbo of wo opleidingsniveau en ouderen zonder overgewicht was naast wandelen ook sport een belangrijke beweegactiviteit.

De verschillende groepen ouderen laten verschillende activiteitenniveaus zien. Mannen besteedden bijvoorbeeld veel meer tijd aan klussen en tuinieren dan vrouwen. Andere grote verschillen in activiteitenniveau werden gevonden voor wandelen en fietsen tussen 80+'ers en 65 t/m 79 jarigen, voor wandelen tussen ouderen met en zonder een aandoening en beperking en tussen ouderen met ernstig overgewicht en ouderen zonder overgewicht, en voor sport tussen ouderen die een basisschool, vmbo of mbo 1 en een hbo of wo opleiding hebben voltooid.

Ouderen die niet voldeden aan de Beweegrichtlijnen besteedden minder tijd aan alle beweegactiviteiten en doen de activiteiten minder vaak. Als het gaat om het onderdeel 'tijd besteed aan tenminste matig intensieve activiteiten' zijn de grootste verschillen te zien bij fietsen. Bij het onderdeel 'aantal keer per week spier- en botversterkende activiteiten' is dit wandelen. Fietsen en wandelen lijken daarmee belangrijke activiteiten voor ouderen om te voldoen aan de Beweegrichtlijnen.

Voor ouderen is het doen van balansoefeningen (tenminste 1 keer in de week) ook van groot belang. Echter, maar weinig ouderen oefenden hun balans (10%). Voor de verschillende groepen werden verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen, tussen ouderen met en zonder een chronische aandoening en/of beperking, tussen ouderen met en zonder ernstig overgewicht en ouderen die wel of niet voldoen aan de Beweegrichtlijnen.

Bronvermelding

Bewegen & Sport: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) in samenwerking met RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), 2023
Zitgedrag: LSM-A Bewegen en Ongevallen/ Leefstijlmonitor, CBS in samenwerking met RIVM , 2023