Deze webpagina beschrijft het sport-, beweeg- en zitgedrag van ouderen in de leeftijd van 65 jaar en ouder op basis van gegevens van de Leefstijlmonitor. De getoonde informatie maakt deel uit van een breder dossier over sporten en bewegen bij ouderen. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) werkt hiervoor samen met het Mulier Instituut en het Kenniscentrum Sport en Bewegen. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Een actief leven draagt positief bij aan gezondheid en mentaal en lichamelijk functioneren (Gezondheidsraad, 2017). Bovenstaande figuur laat zien dat de groep 65-plussers in de Nederlandse samenleving in hun sport- en beweeggedrag achterblijft op andere leeftijdsgroepen. Dit terwijl de levensverwachting blijft toenemen, de groep ouderen met een chronische aandoening en/of beperking toeneemt, evenals als het aandeel eenzame ouderen. Een passend sport- en beweegaanbod voor de groep ouderen is dus van groot belang.
De informatie op deze webpagina's geeft inzicht in het sport-, beweeg- en zitgedrag van verschillende groepen ouderen in de leeftijd van 65 jaar en ouder. Denk bij de groepen bijvoorbeeld aan geslacht, gewicht (op basis van BMI (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.)) en opleidingsniveau. Ook worden de activiteiten waarmee ouderen hun sport-, beweeg- en zitgedrag invullen en de context waarbinnen zij sporten weergegeven. Het sport- en beweeggedrag wordt beschreven in termen van:
- Het percentage van de ouderen dat wekelijks aan sport doet (iemand die één keer per week of vaker sport). Dit onderwerp wordt, samen de meest beoefende sporten en de context waarin wordt gesport, uitgewerkt op de pagina Sporten.
- Het percentage van de ouderen dat voldoet aan de Beweegrichtlijnen. De Beweegrichtlijnen zijn in 2017 gedefinieerd door de Gezondheidsraad en bestaan uit een aantal adviezen (zie onderstaand uitklapmenu). Dit onderwerp wordt, samen met verschillende beweegactiviteiten en de balansoefeningen, uitgewerkt op de pagina Bewegen.
De Beweegrichtlijnen zijn in 2017 gedefinieerd door de Gezondheidsraad, en bestaan uit een aantal adviezen:
Voor volwassenen en ouderen (18 jaar en ouder):
- Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
- Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
- Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen (65+) gecombineerd met balansoefeningen.
- En: voorkom veel stilzitten.
Overige adviezen
Twee van de elementen uit het Gezondheidsraadadvies zijn gekwantificeerd in de kernindicator Beweegrichtlijnen: minimaal 150 minuten per week matig en/of zwaar intensieve activiteiten (onderdeel 1) en minimaal twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten (onderdeel 2). Daarnaast worden er ook adviezen gegeven over balansoefeningen en het zitgedrag.
Balansoefeningen
Het belang van balansoefeningen wordt specifiek voor ouderen vermeld in het Gezondheidsraadadvies. Dit is echter niet gekwantificeerd. Om toch inzicht te kunnen geven in de mate waarin het activiteitenpatroon van de Nederlanders bijdraagt aan het trainen van balans, is een indicator ‘balans’ gedefinieerd. Hierbij is het uitgangspunt gehanteerd dat iemand aan deze indicator voldoet wanneer hij/zij tenminste één keer per week een activiteit verricht waarbij de balans wordt getraind.
Op de pagina Bewegen wordt gekeken naar de verschillen in het voldoen aan de balansindicator tussen bijvoorbeeld ouderen met een lager en hoger opleidingsniveau en ouderen met en zonder een lichamelijke beperking. Daarnaast komen losse activiteiten zoals wandelen en fietsen aan bod. Op deze pagina wordt ook vermeld welk aandeel van de ouderen aan balansoefeningen doet, hoe deze indicator zich verhoudt tot de Kernindicator Beweegrichtlijnen en welke verschillen er zijn tussen verschillende groepen ouderen.
Zitgedrag
Zitgedrag is ook onderdeel van het Gezondheidsraadadvies. Door een gebrek aan een duidelijke dosis-respons relatie tussen zitten en gezondheid in de wetenschappelijke literatuur, is niet te kwantificeren hoeveel uur zitten op een dag goed is voor de gezondheid. De kernindicator Zitgedrag is daarom gedefinieerd als het aantal uren dat Nederlanders zitten op een gemiddelde dag in de week.
Op de pagina Zitten wordt gekeken naar het aantal uren dat ouderen zitten op een dag. Hierbij wordt ingegaan op de verschillen tussen verschillende groepen ouderen en komen de verschillende zitactiviteiten aan bod.
Bronvermelding
Bewegen & Sport: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) in samenwerking met RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), 2023
Zitgedrag: LSM-A Bewegen en Ongevallen/ Leefstijlmonitor, CBS in samenwerking met RIVM , 2023
Voor vragen: sportenbewegenincijfers@rivm.nl