Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: de score van de openbare ruimte op de mogelijkheid voor mensen om te sporten en te bewegen op een schaal van 0 tot 100.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: de score van de openbare ruimte op de mogelijkheid voor mensen om te sporten en te bewegen op een schaal van 0 tot 100.  De kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving laat zien hoe de fysieke omgeving in de openbare ruimte scoort op de mogelijkheid voor mensen om te sporten en te bewegen op een schaal van 0 tot 100.

Een beweegvriendelijke omgeving is een omgeving die sporten, spelen en bewegen faciliteert en stimuleert. Met de kernindicator beweegvriendelijke omgeving wordt gekeken naar de kwantitatieve aanwezigheid en nabijheid van elementen in de fysieke omgeving.

De kernindicator bestaat uit 4 deelindicatoren: Sportaccommodaties, Sport- en speelplekken, Recreatief groen en blauw en Nabijheid van voorzieningen.

Bron: diverse bronnen (Mulier Instituut). Zie de methodepagina's van de deelindicatoren voor de bronnen per deelindicator.

Meetfrequentie: tweejaarlijks, sinds 2020.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar via de webpagina van Kernindicator Beweegvriendelijke omgeving en via het Mulier Instituut (2021 en 2023).

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: nationaal, gemeentelijk, wijkniveau, buurtniveau, VSG-regio.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: mate van stedelijkheid en gemeentegrootte.

Bronbeschrijving van de indicator

Zie de methodepagina's van de deelindicatoren voor de bronnen per deelindicator:

Methodebeschrijving van de indicator

Analyse beschrijving

De kernindicator bestaat uit 4 deelindicatoren, die allen een score hebben van 0 tot en met 100:

  1. Sportaccommodaties (diversiteit en nabijheid voetbalvelden, hockeyvelden, tennisbanen, sporthallen, fitnessvoorzieningen en zwembaden);
  2. Sport- en speelplekken (nabijheid sport- en speelplekken in de openbare ruimte);
  3. Recreatief groen en blauw (nabijheid en oppervlakte parken, water geschikt voor recreatief gebruik);
  4. Nabijheid van voorzieningen (o.a. gemiddelde afstand tot supermarkt en school).

Mulier gebruikt voor de berekening data uit meerdere bronnen: Basisregistratie Grootschalige Topografie, Top10NL en Top50NL, Database Sportaanbod, Open Street Map, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) vierkanten 100x100 meter.

De totaalscore is het gemiddelde van de scores op de deelindicatoren waarop een score is behaald. De totaalscore is dus (indicator 1 + indicator 2 + indicator 3 + indicator 4)/4 (ervan uitgaande dat het gaat om scores op elke indicator, i.p.v. enkel op twee of drie).

De peildatum is elke twee jaar in september. Eerdere meetjaren zijn 2020 en 2022.

Historische informatie methode

In 2015 en 2017 is de Kernindicator beweegvriendelijke omgeving ook berekend, maar met een andere methodiek, waardoor de getallen niet te vergelijken zijn. Uit de praktijk bleek dat de methode op een aantal punten kon verbeteren. In 2020 is daarom de methode achter de Kernindicator beweegvriendelijke omgeving herzien en is er een nieuwe, verbeterde versie van de kernindicator gepresenteerd.

Deze Kernindicator is doorontwikkeld om beter aan te sluiten bij de beleidspraktijk. Zo was er veel behoefte om de scores ook op buurtniveau te kunnen vergelijken en om de indicator inhoudelijk verder te ontwikkelen. Daarnaast is de nieuwe versie van de Kernindicator beweegvriendelijke omgeving zoveel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en gedragen normen en richtlijnen. 

Contactinformatie

Contactinformatie

M. Noordzij (Mulier Instituut), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.