Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: uitgaven door de overheid aan sportonderwijs (lager- en voortgezet onderwijs en sportopleiding in mbo, hbo, wo) 

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: uitgaven door de overheid aan sportonderwijs. Dit betreft het bewegingsonderwijs in het lager en voortgezet onderwijs en verder de sportopleidingen binnen het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger onderwijs (hbo en wo).

Bron: Satellietrekening sport (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)).

Meetfrequentie: onregelmatig, sinds 2015.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar via het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) (Nederlandse Sporteconomie en de Tabellenset).

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: geen.

Bronbeschrijving van de indicator

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Satellietrekening sport. De bronhouder van de registratie is CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek).

Eigenschappen registratie

Het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) combineert gegevens uit allerlei bronnen in het stelsel van Nationale Rekeningen. De Aanbod- en Gebruikstabellen uit de Nationale Rekeningen vormen de basis voor de Satellietrekening sport. Het wordt onregelmatig gemeten, maar het streven is driejaarlijks. Eerdere meetjaren waren 2006, 2008, 2010, 2012, 2015 en 2019.

Er zijn geen eisen voor het opnemen in de registratie. Het CBS maakt een schatting van geldstromen in de Nederlandse economie. De registratie is representatief voor de doelpopulatie.

Meer informatie:

Historische informatie bron

Sinds 2006 wordt Satellietrekening op gelijke wijze samengesteld.

Methodebeschrijving van de indicator

Analyse beschrijving

Uitgaven (in euro) door de overheid aan sportonderwijs. Om de uitgaven aan het gesubsidieerd sportonderwijs te bepalen is eerst vastgesteld hoeveel uren of jaren sport- en bewegingsonderwijs scholieren en studenten ontvangen ten opzichte van het totaal aantal lesuren of jaren onderwijs dat ze ontvangen. Vervolgens is aangenomen dat dit aandeel representatief is voor de uitgaven aan het sportonderwijs.

Hierbij wordt dus impliciet aangenomen dat de kosten van een uur wiskundeles even hoog zijn als een uur gymles en de kosten van een opleiding tot gymnastiekleraar even hoog als die tot laborant(e).

De peildatum is een volledig jaar van 1 januari tot 31 december. Eerdere meetjaren zijn 2015 en 2019.

Historische informatie methode

Sinds meetjaar 2015 is dezelfde methode toegepast.

Contactinformatie

Contactinformatie

L. Schreven (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)) en A. Boerdam (CBS), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.