Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: de totale kosten (medische kosten en arbeidsverzuimkosten) van sportblessures.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: de totale kosten (medische kosten en arbeidsverzuimkosten) van sportblessures.

BronLetsel Informatie Systeem (LIS) (VeiligheidNL).

Meetfrequentie: de registratie wordt doorlopend bijgehouden, jaarlijks gerapporteerd sinds 2013.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar in het Cijferrapport Sportblessures van VeiligheidNL.

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: verzuimkosten, directe medische kosten, type sport.

Bronbeschrijving van de indicator

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is het Letsel Informatie Systeem (LIS). De bronhouder van de registratie is VeiligheidNL.

Eigenschappen registratie

De registratie wordt beheerd door VeiligheidNL. LIS-ziekenhuizen kunnen vanuit hun ZIS de benodigde LIS-data extraheren en exporteren naar VeiligheidNL via een webapplicatie: de ‘LIS-upload portal’. Dit wordt meestal gedaan door verpleegkundigen op de SEH Spoedeisende hulp (Spoedeisende hulp). De gegevens worden continu ingevuld door de ziekenhuizen. Dit wordt jaarlijks verwerkt tot een rapport.

De steekproef is niet volledig, omdat het een steekproef is van 14 SEH-locaties. In de LIS-ziekenhuizen wordt iedereen meegenomen. De steekproef is wel representatief, omdat de ziekenhuizen goed verdeeld zijn over verschillende plekken in Nederland.

Meer informatie: Letsel Informatie Systeem (LIS) | VeiligheidNL.

Historische informatie bron

LIS bestaat sinds 1983 en in de loop der jaren zijn er steeds meer ziekenhuizen bijgekomen die gegevens hierin registreren.

Methodebeschrijving van de indicator

Analyse beschrijving

De informatie die uit de registratie komt is informatie over medische kosten en arbeidsverzuim. Deze worden berekend met het Letsellastmodel, die de registratie van de LIS gebruikt.

  • Voor het schatten van de kostprijzen van medische zorg is het mogelijk kostprijzen te berekenen op basis van exploitatie- en productiegegevens, bijvoorbeeld uit de Zorgrekening van het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), of op basis van tarieven van de Nederlandse zorgautoriteit en als derde mogelijkheid referentieprijzen.
  • Informatie over arbeidsverzuim en ziekteverzuim in het Letsellastmodel is afkomstig uit de LIS-patiëntenenquête die eens in de vijf jaar wordt afgenomen onder letselpatiënten uit LIS.

De cijfers komen als volgt tot stand:

  • Bij het zorgmodel wordt uitgegaan van de incidentiebenadering, waarbij de letselincidentie wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde kosten per patiënt om de totale kosten van letsel te krijgen. In de gemiddelde kosten per patiënt zijn de kosten van alle onderdelen van het behandelingstraject opgenomen. Voor iedere SEH Spoedeisende hulp (Spoedeisende hulp)-patiënt wordt de kans berekend dat van een bepaald zorgtype gebruik gemaakt wordt: de zorgkans. Vervolgens wordt berekend hoeveel eenheden zorg elke gebruiker gemiddeld consumeert: de zorgvolumina (aantal consulten, behandelingen, zittingen, ritten of verpleegdagen). Van elke volume-eenheid is de kostprijs bekend. Per zorgtype worden de kosten berekend: zorgkans x volume x kostprijs. De som van alle kosten over het gehele behandelingstraject resulteert in de directe medische kosten van een patiënt.
  • Aan patiënten met betaald werk voor het ongeval is een aantal vragen gesteld, waarmee inzicht wordt verkregen in de kans op verzuim, de verzuimduur in werkdagen, en de kans op werkhervatting. De verzuimduur in werkdagen is met behulp van de Netto Toegevoegde Waarde per arbeidsuur (een maat voor arbeidsproductiviteit), naar leeftijd en geslacht omgerekend in kosten van arbeidsverzuim (gegeven een betaalde baan).

De rapportage vindt jaarlijks plaats over het hele voorgaande jaar. De indicator wordt jaarlijks gemeten sinds 2013.

Historische informatie methode

Dezelfde wijze van berekening wordt sinds 2013 toegepast.

Contactinformatie

E. Kemler (VeiligheidNL), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.