Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: gemiddelde score voor de kwaliteitsbeoordeling van topsporters over begeleiding.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: gemiddelde score voor de kwaliteitsbeoordeling van topsporters over begeleiding.

Bron: Topsportklimaatmeting (Universiteit Utrecht i.s.m. het Mulier Instituut).

Meetfrequentie: vierjaarlijks, sinds 1998.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar via de Universiteit Utrecht.

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: Trainer/coach(es) van sportbond, CTO; Trainer/coach(es) van sportvereniging; Persoonlijke trainer(s)/coach(es); Teammanager; Zaakwaarnemer; Oud-topsporter als mentor; Topsportcoördinator onderwijs; CTO-manager/-coördinator.

Bronbeschrijving van de indicator

De Topsportklimaatmeting stopt na 2019. Vanaf 2024 komt het cijfer voor deze indicator uit de monitor Topsport in Nederland (TiN) (bronhouder: Mulier Instituut). De bronbeschrijving van de TiN volgt later en zal de bronbeschrijving van de Topsportklimaatmeting vervangen.

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Topsportklimaatmeting. De bronhouder van de Topsportklimaatmeting is de Universiteit Utrecht i.s.m. het Mulier Instituut en de opdrachtgever is VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Onderzoeksgroep

De onderzoeksgroep bestaat uit topsporters en talenten. De respons is 47% (N=367).

Modus van uitvraag

De vragenlijst wordt ongeveer vierjaarlijks uitgezet. Eerdere meetjaren zijn 1998, 2002, 2008, 2011, 2015 en 2019. De periode van dataverzameling was in 2019 tussen 4 maart en 15 april. Het betreft een online vragenlijst.

Historische informatie bron

In 2019 waren de responspercentages voor alle groepen het hoogst sinds het begin van de metingen.

Methodebeschrijving van de indicator

Deelnemers

De omvang van de groep die de vragenlijst invult is N=367. De respons is een iets betere afspiegeling is van de totale groep topsporters dan in 2015. Zo lijkt de verdeling in de responsgroep naar geslacht, leeftijd en status meer op de totale groep dan bij de vorige meting. De verdeling naar sportdiscipline blijft wat scheef, maar de oververtegenwoordiging van Paralympische topsporters is verminderd ten opzichte van 2015.

Vraagstelling

De volgende vraag werd gesteld: Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de huidige begeleiding door … op een schaal van 1 tot 5? Dit werd apart gevraagd voor: trainer/coach(es) van sportbond, trainer/coach(es) van sportvereniging, persoonlijke trainer(s)/coach(es), teammanager, zaakwaarnemer, oud-topsporter als mentor, topsportcoördinator onderwijs, CTO-manager/-coördinator.

Het antwoord was op een schaal van 1 tot 5. Het is onbekend over welke periode de vragen gingen.

Het is onbekend of de vragenlijst gevalideerd is.

Analyse beschrijving

Gemiddelde scores zijn berekend per begeleider.

Eerder gemeten

Eerdere jaren waarin de indicator is gemeten zijn 1998, 2002, 2008, 2011, 2015 en 2019.

Historische informatie methode

In 2019 is de groep voormalig statussporters niet meer doorgeleid naar de topsporters. De groep is nu opgedeeld in topsporters die niet meer actief zijn en topsporters die nog wel actief zijn, maar niet meer in het bezit zijn van een status. Beide groepen hebben een aparte vragenlijst ontvangen, maar het responspercentage geldt voor de gehele groep (de keuze voor de vragenlijst werd pas in de vragenlijst bepaald).

Achtergrondinformatie methode

Topsportklimaatmeting | Universiteit Utrecht

Contactinformatie

Geen contactpersoon bekend.

Sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.