Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: de bijdrage van de sport aan de Nederlandse economie uitgedrukt als aandeel in het bruto binnenlands product (bbp).

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: de bijdrage van de sport aan de Nederlandse economie uitgedrukt als aandeel in het bruto binnenlands product (bbp).

Bron: Satellietrekening sport (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)).

Meetfrequentie: onregelmatig, sinds 2006.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van de Kernindicator Bruto binnenlands product sport en via het CBS.

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: landelijk.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: sport en recreatie en overige bedrijfstakken, aandeel verschillende bedrijfstakken.

Bronbeschrijving van de indicator

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Satellietrekening sport. De bronhouder van de registratie is CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek).

Eigenschappen registratie

Het CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) combineert gegevens uit allerlei bronnen in het stelsel van Nationale Rekeningen. De Aanbod- en Gebruikstabellen uit de Nationale Rekeningen vormen de basis voor de Satellietrekening sport. Het wordt onregelmatig gemeten, maar het streven is driejaarlijks. Eerdere meetjaren waren 2006, 2008, 2010, 2012, 2015 en 2019.

Er zijn geen eisen voor het opnemen in de registratie. Het CBS maakt een schatting van geldstromen in de Nederlandse economie. De registratie is representatief voor de doelpopulatie.

Meer informatie:

Historische informatie bron

Sinds 2006 wordt Satellietrekening op gelijke wijze samengesteld.

Methodebeschrijving van de indicator

Analyse beschrijving

De informatie die uit de registratie komt is het aandeel van sport (het sporten zelf, de goederen en diensten die nodig zijn om te kunnen sporten (bijvoorbeeld sportkleding) én datgene dat voortvloeit uit het bestaan van het fenomeen sport (bijvoorbeeld sportuitzendingen op televisie)) in het bbp. 

De toegevoegde waarde (in basisprijzen) van een sector is gelijk aan de totale productie minus het intermediair verbruik. De aan sport gerelateerde toegevoegde waarde van een bedrijfstak maakt echter slechts een deel uit van de totale toegevoegde waarde van een bedrijfstak. Niet alle productie van een bedrijfstak is namelijk bestemd voor aan sport gerelateerde bestedingen. Denk bijvoorbeeld aan de kledingindustrie: deze industrie produceert niet alleen kleding ten behoeve van de sport, maar ook werk- en vrijetijdskleding.

Sportrelevante toegevoegde waarde is er ook in bedrijfstakken die niet direct worden geassocieerd met sport. Als een sporter bijvoorbeeld een blessure oploopt en zich laat behandelen in het ziekenhuis, zal een stukje toegevoegde waarde van de gezondheids- en welzijnszorg als relevant voor de sporteconomie De brede definitie van sporteconomie omvat het sporten zelf, de goederen en diensten die nodig zijn om te kunnen sporten (bijvoorbeeld sportkleding) én datgene dat voortvloeit uit het bestaan van het fenomeen sport (bijvoorbeeld sportuitzendingen op televisie). (De brede definitie van sporteconomie omvat het sporten zelf, de goederen en diensten die nodig zijn om te kunnen sporten (bijvoorbeeld sportkleding) én datgene dat voortvloeit uit het bestaan van het fenomeen sport (bijvoorbeeld sportuitzendingen op televisie).) worden aangemerkt. Als deze persoon de trein neemt naar een sportevenement kan een gedeelte van de toegevoegde waarde van het vervoersbedrijf worden toegeschreven aan de sporteconomie.

De aan sport gerelateerde toegevoegde waarde wordt voor elke bedrijfstak bepaald op basis van de verhouding tussen de aan sport gerelateerde en de niet aan sport gerelateerde productie. Nadat de aan sport gerelateerde toegevoegde waarde (in basisprijzen) is bepaald, wordt het aan sport gerelateerde bbp (in marktprijzen) berekend door bij de toegevoegde waarde het saldo van de productgebonden belastingen waaronder de btw en subsidies, op te tellen.

De peildatum is een volledig jaar van 1 januari tot 31 december. Eerdere meetjaren zijn 2006, 2008, 2010, 2012, 2015 en 2019.

Historische informatie methode

Elk meetjaar is dezelfde methode toegepast.

Contactinformatie

Contactinformatie

A. Boerdam (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.