Deze pagina beschrijft het cijfer, de bron en de methode van de (kern)indicator: het aantal sportblessures op basis van 1000 uur sportbeoefening onder sporters van 4 jaar en ouder die minimaal 1 keer in het meetjaar hebben gesport.

>Cijfers van de indicator

>Bronbeschrijving van de indicator

>Methodebeschrijving van de indicator

Samenvatting

Definitie: het aantal sportblessures op basis van 1000 uur sportbeoefening onder sporters van 4 jaar en ouder die minimaal 1 keer in het meetjaar hebben gesport.

Een sportblessure is hierbij gedefinieerd als letsel dat tijdens of als gevolg van een sportactiviteit is ontstaan en waardoor deze activiteit gestaakt moest worden of aan de eerstvolgende sportactiviteit niet kon worden deelgenomen.

Bron: Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en VeiligheidNL).

Meetfrequentie: jaarlijks gemeten sinds 2018.

Cijfers van de indicator

Cijfers zijn beschikbaar op de webpagina van de Kernindicator Blessurerisico en in de cijferrapportage van VeiligheidNL.

Uitsplitsing mogelijkheden geografisch: nationaal.

Uitsplitsing mogelijkheden achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, geslacht en leeftijd, opleidingsniveau, langdurige aandoening/beperking, migratie achtergrond, burgerlijke staat, huishoudsamenstelling, maatschappelijke arbeidspositie, mate van verstedelijking, ervaren gezondheid, overgewicht, type beperking, sporttak.

Bronbeschrijving van de indicator

Bron en bronhouder

De bron van deze indicator is de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (GE/LSM). De bronhouders van de GE/LSM zijn RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en VeiligheidNL en de opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)).

Onderzoeksgroep

Steekproef van personen van 0 jaar en ouder, woonachtig in particuliere huishoudens, getrokken uit de Basisregistratie Personen (BRP). De institutionele bevolking (mensen in inrichtingen, instellingen of tehuizen en personen die niet geregistreerd zijn als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP)) is niet benaderd.

Voor kinderen onder de 12 jaar vullen de ouders de enquête in. 

Er wordt gestreefd naar een netto steekproef (met het uiteindelijke aantal respondenten) van minimaal 9500 personen. Respons door benaderde personen is tussen de 60% en 65%. Vanaf de invoering van de doelgroepgerichte benadering in 2018 wordt de respons wat lager, omdat niet alle non-respondenten op CAWI worden herbenaderd voor een CAPI  interview.

Modus van uitvraag

De vragenlijst wordt jaarlijks uitgezet. Eerdere meetjaren zijn jaarlijks geweest vanaf 2014.

De steekproef is verspreid over alle maanden van het jaar. Steekproefpersonen worden benaderd om via internet deel te nemen (CAWI - Computer Assisted Web Interviewing).

Non-responendenten zijn herbenaderd voor een 'face-to-face'-interview (CAPI - computer Assisted Personal Interviewing).

Historische informatie bron

Van 2001-2013 werden de gegeven van de GE/LSM opgehaald uit de CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)-Gezondheidsenquête. De GE/LSM wordt vanaf 2014 jaarlijks gemeten. De GE/LSM is per 2014 in het volgende "mixed-mode" design uitgevoerd. Eerst zijn steekproefpersonen benaderd om via internet deel te nemen (CAWI – Computer Assisted Web Interviewing). Non-respondenten zijn herbenaderd voor een ‘face-to-face’ interview (CAPI – Computer Assisted Personal Interviewing).

Vanaf 2018 is hierbij een doelgroepenstrategie gehanteerd. Dat wil zeggen dat niet alle herbenaderbare CAWI-non-respons daadwerkelijk is herbenaderd voor een CAPI-interview. Als een doelgroep relatief goed heeft gerespondeerd in CAWI, is uit die doelgroep een kleiner deel herbenaderd voor CAPI.

Met ingang van 2021 is de doelgroepenstrategie verder geoptimaliseerd, waardoor CAPI nog selectiever werd ingezet en werd geprobeerd de responskansen per doelgroep zo gelijk mogelijk te krijgen.

In 2020 en 2021 kon de beoogde waarneemmethode niet geheel worden uitgevoerd. Als gevolg van de coronaepidemie en de bijbehorende maatregelen werd de face-to-face-waarneming verstoord. Deze vorm van waarneming was in een aantal maanden niet mogelijk en was dit in enkele andere maanden slechts beperkt mogelijk.

De Gezondheidsenquête is sinds 2016 een enquête binnen de Leefstijlmonitor.

Methodebeschrijving van de indicator

Deelnemers

De omvang van de groep die de vragenlijst heeft ingevuld is gelijk aan het aantal mensen dat aangeeft te hebben gesport in het betreffende jaar. In 2022 waren dit 4982 personen.

De streekproef is representatief.

Vraagstelling

In de vragenlijst wordt gevraagd welke sporten de respondent beoefent, hoeveel dagen per week zij deze sporten beoefenen (beantwoorden per sport), hoeveel tijd zij per keer aan de sport besteden (uren en minuten) en hoeveel weken per jaar zij deze sporten beoefenen (beantwoorden per sport). Daarnaast wordt gevraagd of men in de afgelopen 3 maanden een sportblessure heeft opgelopen. Zo ja, dan wordt gevraagd om hoeveel blessures het ging.

Antwoordmogelijkheden: beoefende sporttakken (maximaal 4), frequentie per week, uren en minuten per sportmoment, aantal weken per jaar. Blessure opgelopen (ja/nee) en hoeveel blessures in de afgelopen 3 maanden.

Deze vragen zijn niet gevalideerd.

Analyse beschrijving

De indicator sportblessurerisico wordt berekend onder alle sporters die in het betreffende meetjaar minimaal 1 keer gesport hebben. Voor hen wordt het aantal opgelopen blessures in de afgelopen 3 maanden vermenigvuldigd met 4. Vervolgens gedeeld door het totaal aantal gesporte uren door alle sporters op jaarbasis. Dit wordt vervolgens uitgedrukt in aantal sportblessures per 1000 sporturen.

Eerder gemeten

De indicator wordt jaarlijks gemeten sinds 2018. 

Historische informatie methode

Het blessurerisico wordt sinds 2018 jaarlijks op gelijke wijze berekend op basis van data uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor. In 2014-2017 was er sprake van een andere vragenlijst voor sportblessures. De cijfers op basis van deze databron zijn niet te vergelijken met de cijfers vanaf 2018.

Achtergrondinformatie methode

Cijferrapportage sportblessures - VeiligheidNL

Contactinformatie

E. Kemler (VeiligheidNL), sportenbewegenincijfers@rivm.nl

Rapport: beschikbaarheid cijfers en databronnen

Hoe de methode- en bron beschrijvingen tot stand zijn gekomen staat beschreven in het rapport "Data-infrastructuur Sport en Bewegen: beschikbaarheid van cijfers en preferente databron voor 164 indicatoren".  In het rapport wordt per thema een overzichtstabel van indicatoren weergegeven met daarbij de beschikbare databron. Er wordt per thema een conclusie getrokken of de beschikbare data-infrastructuur binnen een thema beperkt, redelijk of goed is. Als laatste worden er aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de data-infrastructuur Sport en Bewegen in de toekomst.