Leefstijlmonitor: aanvullende module 'Middelen'

In 2016 is het gebruik prestatieverhogende middelen (ooit en afgelopen jaar) door de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder nagevraagd binnen de Aanvullende module Middelen van de Leefstijlmonitor (Trimbos, ism RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek)). Aan het onderzoek deden ruim 10.000 mensen mee.

Met een prestatieverhogend middel werd gedoeld op middelen die worden gebruikt om een slank of gespierd lichaam te krijgen, of om de duurprestatie te verbeteren. Er is gevraagd of respondenten ooit of in de afgelopen 12 maanden sportprestatieverhogende middelen hebben gebruikt. Voor de mensen die aangaven dit in het afgelopen jaar te hebben gedaan is ook het type middel nagevraagd dat ze hebben gebruikt.

De volgende zes type middelen zijn afzonderlijk bevraagd:

  1. Anabole-androgene steroïden, zoals testosteron, nandrolon of stanozolol
  2. Prohormonen van anabolen, zoals DHEA of androsteendion
  3. Groeihormonen of insuline
  4. Schildklierpreparaten, zoals levothyroxine of t3
  5. Amfetamine, cocaïne, of efedrine
  6. EPO

Daarnaast was er de mogelijkheid om een ander sportprestatieverhogend middel te rapporteren. Voor zowel ooit gebruikers als gebruikers in het afgelopen jaar werd vervolgens gevraagd hoe men aan het middel gekomen is en reden van gebruik. Daarnaast wordt gevraagd of er gezondheidsklachten zijn opgetreden door het gebruik en of hier medische hulp voor ingeroepen is. Tot slot wordt gevraagd of men van plan is om in de toekomst sportprestatieverhogende middelen te gebruiken.