Als mensen lang zitten, hebben zij een grotere kans om eerder te overlijden, bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft daarom beschreven hoe veel uren verschillende groepen mensen in Nederland zitten per dag en wat ze dan doen. Mensen zijn door de jaren heen iets meer gaan zitten: van gemiddeld 8,7 uur per dag in 2015 naar gemiddeld 9,1 uur per dag in 2021. Op een doordeweekse dag zitten mensen meer dan op een weekenddag.
Mensen zijn meer gaan zitten tijdens werk. Verder zijn mensen meer vrijetijdsactiviteiten gaan doen waarbij ze zitten, zoals een computer, tablet of smartphone gebruiken en televisiekijken. Voorbeelden van andere zittende vrijetijdsactiviteiten zijn kletsen, eten, lezen, puzzelen, handwerken, een muziekinstrument bespelen en naar de bioscoop gaan. Mensen zijn juist minder gaan zitten tijdens school/studie. Alleen de groep hoger opgeleide jongeren is tijdens school/studie meer gaan zitten.
Groepen in de bevolking die door de jaren heen meer zijn gaan zitten, zijn onder andere vrouwen, ouderen vanaf 65 jaar, lager opgeleiden (ouder dan 25 jaar), mensen die minder dan 32 uur per week betaald werk doen, mensen met overgewicht en obesitas, en mensen die niet elke week sporten.
Van alle Nederlanders zitten hoogopgeleide jongeren (van 12 tot en met 24 jaar) het meest, gemiddeld 11,5 uur per dag. De resultaten kunnen handvatten geven voor beleid om het zitgedrag bij onder andere deze doelgroep te veranderen.