Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening: Ruimte maken, ruimte delen (2001)

Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening: Ruimte maken, ruimte delen (2001)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer))

Referentie

VROM (2001). Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Den Haag: Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer. Dossiernummer 27578.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27578-1.html 

Korte omschrijving/doelstelling

Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Het kabinet streeft hierbij onder andere naar een basiskwaliteit voor steden en dorpen, met een goede balans tussen rood en groen/blauw, en de bereikbaarheid daarvan. In en rond de steden bestaat een groot tekort aan groene en blauwe recreatiemogelijkheden. Bovendien voldoet het aanwezige groen vaak niet aan de huidige kwaliteitseisen: in veel gevallen is het versnipperd en matig toegankelijk.

Brief minister over het project 'Samenhang Sportopleidingen' (2001)

Brief minister over het project 'Samenhang Sportopleidingen' (2001)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen))

Referentie

OCW (2001). Brief minister over het project 'Samenhang Sportopleidingen'. Tweede Kamer, vergaderjaar 2000/2001, 25125, nr 12.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25125-12.html

Korte omschrijving/doelstelling

De rapportage over het project ‘Samenhang Sportopleidingen’ bestaat uit een verkenning van de arbeidsmarkt, een verkenning van de sportopleidingen en een verslag van het procesmanagement gericht op samenhang en samenwerking tussen de sportopleidingen. In deze beleidsreactie wordt ingegaan op de belangrijkste uitkomsten van de deze verkenningen en de managementrapportage, de waardering van de rapporten en de daarin vervatte aanbevelingen en conclusies met het oog op het vervolg van het traject. Hieruit wordt geconcludeerd dat het noodzakelijk zal zijn dat eerst in de sportsector op basis van gestandaardiseerde functieprofielen gekomen wordt tot een opleidingskwalificatiestructuur voor de eigen opleidingen die aansluit op die van de door OCW bekostigde sportopleidingen.

Nota Sport, Bewegen en Gezondheid (2001) Wetsvoorstel Buitenspeelruimte (2003)

Wetsvoorstel Buitenspeelruimte (2003)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Referentie

tk (2003). Voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor kinderen (Wet buitenspeelruimte). Tweede Kamer, vergaderjaar 2002/2003, 28996, nr 2.

Web-link

Voorstel van wet:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28996-2.html

Memorie van toelichting:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28996-3.html

Brief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28996-1.html

Beoordeling kabinet:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28996-12.html

Korte omschrijving/doelstelling

Kinderen hebben buiten spelen niet alleen nodig, ze hebben er ook recht op. De indiener van dit voorstel heeft gekozen voor het verbinden van de norm aan het instrumentarium van de ruimtelijke ordening. Op die wijze is op de meest eenvoudige en logische wijze verzekerd dat met de norm vanaf de aanvang van de inzet van nieuwe ontwikkelingen bij de woningbouw rekening zal worden gehouden. Bij de toepassing van de in dit wetsvoorstel voorgestelde norm moet onderscheid worden gemaakt tussen nieuwe en bestaande woongebieden.

Nota Kennis, Innovatie, Meedoen (2003)

Nota Kennis, Innovatie, Meedoen (2003)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2003). Kennis, Innovatie, Meedoen. Beleid begrotingssubsidies. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vergaderjaar 2003/2004, 29214, nr 1.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29214-1-b1.pdf

Korte omschrijving/doelstelling

Een nieuw subsidiebeleid van VWS moet de bezwaren ondervangen die verbonden zijn aan de huidige manier van werken en houvast bieden bij toekomstige subsidieaanvragen. Het omzetten van oud naar nieuw beleid op het gebied van subsidies wordt met volle kracht ingezet. In de komende maanden worden ten aanzien van de instellingssubsidies ideeën en maatregelen nader uitgewerkt, alsmede - waar nodig - wet - en regelgeving aangepast. In het verlengde hiervan wordt ook het subsidiebeheer verbeterd.

Nota Langer gezond leven (2003)

Nota Langer gezond leven (2003)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2003). Langer gezond leven. Ook een kwestie van gezond gedrag. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vergaderjaar 2003/2004, 22894, nr 20.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22894-20-b1.pdf

Korte omschrijving/doelstelling

Het kabinet wil met deze nota aandacht vragen voor de volksgezondheid en voor preventie. Het streeft ernaar dat mensen langer in goede gezondheid leven. Het bevorderen van de volksgezondheid wordt afgemeten aan:

- de toename van het aantal gezonde levensjaren op de totale levensverwachting;

- het terugdringen van vermijdbare gezondheidsachterstanden.

Om gezondheidswinst te kunnen boeken, worden met voorrang zes ziekten aangepakt. Het kabinet wil vanuit deze ziekten de komende jaren met alle betrokken partijen de krachten bundelen en resultaat boeken rondom drie speerpunten:

- roken

- overgewicht

- diabetes

Deze drie actieprogramma’s moeten richting geven aan de activiteiten. Partijen uit het veld worden actief uitgenodigd mee te werken aan het uitvoeren van de actieprogramma’s. In de acties zullen steeds drie belangrijke doelgroepen terugkomen: jeugd, mensen met een lage opleiding en ouderen.

 

Het beleid in deze nota staat beschreven in de vorm van deels kwalitatieve en deels kwantitatieve doelen. Hieronder vallen het bestrijden van prioritaire ziekten en het behoud van het huidige beschermingsniveau. Deze doelen worden concreet gemaakt in overleg met relevante partijen uit het preventieveld, de zorgsector, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het ontwikkelen en concretiseren van de doelen moet leiden tot voor iedereen duidelijke en meetbare doelen met een breed draagvlak. De relevante partijen kunnen vervolgens op basis van deze doelen hun eigen activiteiten vaststellen. Het kabinet ontwikkelt in nauw overleg met deze partijen prestatie-indicatoren die moeten laten zien of de doelen behaald worden.

Nota Ruimte (2004)

Nota Ruimte (2004)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer))

Referentie

VROM (2004). Nota Ruimte. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer, vergaderjaar 2004/2005, 29435, nr 2.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29435-2.html

Korte omschrijving/doelstelling

Deze Nota bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet gaat daarbij uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Het is belangrijk dat provincies en gemeenten voldoende ruimte voor parken, groengebieden, sportterreinen en «groene» en «blauwe» recreatiemogelijkheden reserveren in en om de stad.

Nota Mobiliteit (2004)

Nota Mobiliteit (2004)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer)) & Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Ministerie van Verkeer en Waterstaat))

Referentie

VROM/V&W (2004). Nota Mobiliteit. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer & Ministerie van Verkeer en Waterstaat, vergaderjaar 2004/2005, 29644, nr 6.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29644-6-b1.pdf

Korte omschrijving/doelstelling

In de Nota Mobiliteit wordt het ruimtelijk beleid, zoals vastgelegd in de Nota Ruimte, verder uitgewerkt en wordt het verkeers- en vervoerbeleid beschreven. Eén van de essentiële onderdelen van dit beleid is het gebruik van de fiets. Alle overheden zorgen voor promotie van fietsgebruik en kennisoverdracht. Het rijk heeft bij de aanleg en het beheer van hoofdinfrastructuur medeverantwoordelijkheid voor het in stand houden en verbeteren van kruisende routes voor fietsverkeer. Tevens zoeken het ministerie van V&W en het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) naar manieren waarop beide beleidsterreinen elkaar kunnen versterken.

BOS-impuls (2004) Nota Tijd voor sport. Bewegen, Meedoen, Presteren (2005)

Nota Tijd voor sport. Bewegen, Meedoen, Presteren (2005)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2005). Tijd voor sport. Bewegen, Meedoen, Presteren. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vergaderjaar 2004/2005, 30234, nr 2.

Web-link

Brief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-1.html

Nota:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-2.html

Voortgangsbrief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-5.html

Korte omschrijving/doelstelling

Het kabinet streeft in deze nota naar een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten. Daarbij zijn de volgende doelen gekozen:

- mensen gaan meer sporten en bewegen voor hun gezondheid;

- via de sport ontmoeten meer mensen elkaar en doen mee aan maatschappelijke activiteiten;

- mensen gedragen zich sportief en respecteren (spel)regels;

- de topsport in Nederland wordt bevorderd als symbool voor ambitie, als bron van ontspanning en voor ons nationale imago in binnen- en buitenland.

De sportsector vervult hierbij een belangrijke rol. Immers voor veel van deze doelen zijn een kwalitatief verantwoorde sportbeoefening en een goede sportinfrastructuur noodzakelijk. In het sportbeleid zijn dit de randvoorwaarden om de genoemde doelstellingen te realiseren.

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs (2006)

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs (2006)

Referentie

OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) (2006). Wet van 29 mei 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling onderbouw VO Voortgezet onderwijs (Voortgezet onderwijs)). Staatsblad 2006, 281

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2006-281.html

Korte omschrijving/doelstelling

Het is wenselijk om de regeling voor de basisvorming in de Wet op het voortgezet onderwijs te vervangen door een nieuwe regeling voor de onderbouw, waarbij de mogelijkheden worden vergroot voor variëteit in het traject tussen de bovenbouw van het primair onderwijs en de vervolgtrajecten in de verschillende schoolsoorten in het voortgezet onderwijs, evenals de ruimte voor scholen bij het inrichten van onderwijsprogramma’s in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

 

Er wordt een artikel ingevoegd met betrekking tot onderwijs in lichamelijke opvoeding vmbo: “Onderwijs in lichamelijke opvoeding, bestaande uit praktische bewegingsactiviteiten, wordt gespreid verzorgd over alle leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs. Dit onderwijs vindt plaats gespreid over de schoolweken, en in zodanige substantiële omvang en schooltijd dat wordt voldaan aan de eisen op het gebied van kwaliteit, intensiteit en variëteit van de bewegingsactiviteiten neergelegd in kerndoelen en examenprogramma’s. Daarbij wordt uitgegaan van de situatie zoals die op 1 augustus 2005 voor het bewegingsonderwijs gold. In afwijking van de tweede volzin geldt voor het laatste leerjaar het voorschrift, dat het onderwijs in het eindexamenvak lichamelijke opvoeding niet eerder mag worden afgesloten dan in de maand december.”

Uitvoeringsnota Samen voor sport (2006)

Uitvoeringsnota Samen voor sport (2006)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2006). Samen voor sport: uitvoeringsprogramma van de kabinetsnota Tijd voor sport. Bewegen, Meedoen, Presteren. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vergaderjaar 2005/2006, 30234, nr 6.

Web-link

Uitvoeringsnota:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-6-b1

Brief bij uitvoeringsnota:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-6.html

Korte omschrijving/doelstelling

In deze uitvoeringsnota zijn doelen benoemd op drie niveaus: doelstellingen op een algemeen niveau, doelstellingen op het niveau van de drie onderscheiden pijlers  ‘Bewegen’, ‘Meedoen’ en ‘Presteren’ en daarnaast nog doelstellingen op het niveau van de deelprogramma's.

Onder de drie pijlers Bewegen, Meedoen en Presteren staan de volgende deelprogramma’s beschreven:

– Nationaal Actieplan Sport en Bewegen: meer mensen sporten en bewegen voldoende en minder mensen zijn inactief;

– Alliantie School en Sport samen sterker: meer sport- en beweegmogelijkheden op en rond school door samenwerking tussen scholen en sportorganisaties;

– Nieuwe sportmogelijkheden: sportverenigingen met een aantrekkelijk sportaanbod dat aansluit op de vraag van huidige en nieuwe leden;

– Meedoen allochtone jeugd door sport: ontmoeting, binding, opvoeding en integratie van allochtone jeugd – en hun ouders – in en door sport;

– Masterplan Arbitrage: in de georganiseerde sport functioneren meer gekwalificeerde scheidsrechters, met minder imagoproblemen;

– Talentontwikkeling: meer jeugdige sporters maken carrière in de sport, van erkend talent naar internationaal topsporter;

– Coaches aan de top: voldoende kwalitatief hoogwaardige coaches voor de geselecteerde topsportonderdelen;

– Innovatie: grensverleggende toepassingen ontwikkelen voor zowel topsport als breedtesport. 

Preventienota Kiezen voor gezond leven (2006)

Preventienota Kiezen voor gezond leven (2006)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

(VWS, 2006). Kiezen voor gezond leven: 2007-2010, preventienota. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Web-link

https://www.google.com/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=2ahUKEwiBvLus3cblAhVPaFAKHS4HAsw QFjAAegQIAxAC&url=https%3A%2F%2Fwww.efaa.nl%2Ffiles%2Fdownloads%2Fbijlage_pn2006.pdf&usg= AOvVaw193kRv5uU5CLZMadpCXjlD&cshid=1572532907593164

Korte omschrijving/doelstelling

Het kabinet biedt met deze preventienota conform de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) de landelijke prioriteiten voor de collectieve preventie aan de Tweede Kamer aan. De gemeenten zijn op basis van de Wcpv belast met de uitvoering van de collectieve preventie. In de nota geeft het kabinet de zes belangrijkste volksgezondheidsproblemen aan:

- psychische stoornissen,

- hart- en vaatziekten,

- kanker,

- ziekten bewegingsapparaat,

- chronische luchtwegaandoeningen en

- diabetes.

Deze hoofdproblemen zijn gekozen op basis van de volgende criteria:

- het zijn omvangrijke gezondheidsproblemen,

- met grote (toekomstige) maatschappelijke gevolgen voor gebruik van medische voorzieningen en arbeidsdeelname,

- waarvan gezond gedrag de oorzaak (voor een deel) kan beïnvloeden,

- waarvoor geschikte (kosten)effectieve interventies beschikbaar zijn die het gezondheidsprobleem kunnen voorkomen of verkleinen,

- die interventies worden nog niet op grote schaal uitgevoerd,

- en de overheid een rol kan vervullen in de aanpak van het gezondheidsprobleem.

Het kabinet geeft aan dat de volgende speerpunten zijn gekozen, omdat ze een grote bijdrage leveren aan het voorkomen van onze belangrijkste volksgezondheidsproblemen. Deze speerpunten zijn tevens richtinggevend voor de prioriteiten in gemeenten:

- Roken

- Schadelijk alcoholgebruik

- Overgewicht (bewegen en voeding)

- Diabetes

- Depressie

Invoering Wet maatschappelijke ondersteuning WMO (2007)

Invoering Wet maatschappelijke ondersteuning WMO (2007)

Referentie

tk (2005). Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning); Memorie van Toelichting. Tweede Kamer, vergaderjaar 2004/2005, 30131, nr. 3.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30131-3.html

Korte omschrijving/doelstelling

Deze wet gaat de Wet voorzieningen gehandicapten (wvg), de Welzijnswet en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten (awbz) vervangen.

Beleidsprogramma 2007-2011 Samen werken, samen leven (2007)

Beleidsprogramma 2007-2011 Samen werken, samen leven (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Algemene Zaken (AZ)

Referentie

AZ (2007). Beleidsprogramma 2007-2011 Samen werken, samen leven. Den Haag: Ministerie van Algemene Zaken (AZ). Vergaderjaar 2006-2007, 31070, nr 1.

Web-link

Beleidsprogramma:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31070-1-b1.pdf

Outputmonitor van de Impuls brede scholen, sport en cultuur:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-33.html

Korte omschrijving/doelstelling

In dit Beleidsprogramma presenteert het kabinet ruim 70 doelen en 10 projecten waar het kabinet zich de komende vier jaar voor in wil zetten en waar ze ook aanspreekbaar op is.

Sport/bewegen komt hierin naar voren onder ‘Sociale samenhang’, waarbij mensen zich inzetten voor een sportvereniging of de leefbaarheid in hun buurt. Daarnaast moeten mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, om tot een hogere instroom op de arbeidsmarkt te komen, de kans krijgen ervaring op te doen in onder andere de sportsector. Er zal actief worden gewerkt aan sociale acceptatie van homoseksualiteit onder jongeren in onder andere de sport. Het kabinet zet in op een intensivering van de kwaliteit en kwantiteit van mantelzorg- en vrijwilligersorganisaties, waaronder sportverenigingen. Ook wil het kabinet het concept van brede scholen actief stimuleren door o.a. het vergroten van het aantal combinatiefuncties in onderwijs, buitenschoolse opvang en sport. Er komt meer gerichte bijstand in natura voor gezinnen met kinderen, waarbij het beleid gericht is op de (reductie van) kosten voor schoolgaande kinderen (te denken valt hierbij onder andere aan sport). Het kabinet vraagt de gemeenten bij het opstellen van de plannen maatregelen te betrekken zoals het scheppen van mogelijkheden voor sport, recreatie en cultuurbeoefening.

Op het gebied van respect zal gezorgd worden voor de totstandkoming van gedragscodes in onder meer wijk, buurt, school en sportvereniging, met toezicht op de naleving. Initiatieven van scholen, sportverenigingen en werkgevers om respect te bevorderen met gedragscodes ondersteunt de overheid actief.

Kaderbrief kabinetsvisie op gezondheid en preventie (2007)

Kaderbrief kabinetsvisie op gezondheid en preventie (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2007). Kabinetsvisie op gezondheid en preventie. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2007/2008, 22894, nr. 134.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22894-134.html

Korte omschrijving/doelstelling

Deze kabinetsvisie op gezondheid en preventie bouwt voort op het beleid dat tot uitdrukking kwam in onder meer de Nota 2000 (1986) tot aan de nota Kiezen voor Gezond Leven (2006). Nieuw is de uitdrukkelijke ambitie bestaande beleidslijnen steviger met elkaar te verbinden, zodat meer partijen belang krijgen om hun bijdrage te leveren aan gezondheid en preventie.

Ook de rol van sport en bewegen wordt benadrukt in relatie tot gezondheid. De staatssecretaris zal in de komende beleidsbrief over Sport hierop nader ingaan, onder meer op de intensiveringen in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Door voldoende wandel- en fietspaden en buitenspeelplaatsen kan bewegen worden gestimuleerd. Armoedebestrijding en jeugdgezondheidszorg kunnen elkaar versterken. Wethouders onderwijs, jeugd en sport & recreatie kunnen bijvoorbeeld gezamenlijk het thema overgewicht oppakken.

Nota Gezond zijn, gezond blijven (2007)

Nota Gezond zijn, gezond blijven (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

(VWS, 2007). Gezond zijn, gezond blijven. Een visie op gezondheid en preventie. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2007/2008, 22894, nr. 134.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22894-134-b1.pdf

Korte omschrijving/doelstelling

De speerpunten roken, problematisch alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie blijven onverkort van kracht. In deze Nota wordt vooral aandacht besteed aan nieuwe strategieën, soms van nieuwe actoren en partijen, die nodig zijn om de gezondheidsproblemen van de 21e eeuw het hoofd te bieden. Het zet langjarige lijnen en denkkaders uit waarmee het ministerie, maar vooral ook zijn partners, strategieën en actieplannen zullen ontwikkelen voor een gezond Nederland. Waar naast ‘ziekenzorg’ ook de letterlijke betekenis van het woord ‘gezondheidszorg’ zal gelden en waar gezondheid een gerechtvaardigd belang is tussen andere gerechtvaardigde belangen. De hoofdlijnen van de visie in twee grote lijnen zijn de relatie tussen het individu en zijn omgeving en de verbinding tussen de preventieve sector en de andere sectoren in de gezondheidszorg. Vier  thema’s zullen als vervolg op deze visie worden uitgewerkt in overleg met partijen gebeuren:

1. koesteren en innoveren;

2. samenhangend en integraal gezondheidsbeleid;

3. preventie in de zorg;

4. bestuurlijke omgeving: verbinden samenwerken en moderniseren.

Beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk (2007)

Beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

(VWS, 2007). Beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2007/2008, 30169, nr. 11.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30169-11.html

Korte omschrijving/doelstelling

Voor het bevorderen van vrijwilligerswerk worden in deze beleidsbrief twee speerpunten beschreven. Ten eerste kunnen alle vrijwilligers en hun organisaties rekenen op een goed ondersteuningsaanbod op lokaal of regionaal niveau, door het benoemen van een aantal basisfuncties in het ondersteuningsaanbod. Het tweede speerpunt van het beleid is het sluiten van bondgenootschappen met het bedrijfsleven en afspraken maken met collega-bewindslieden om vrijwilligerswerk te benutten op veel terreinen om andere maatschappelijke doelen te bereiken, zonder dat daarbij de intrinsieke waarde van vrijwilligerswerk verloren gaat.

Het kabinet wil de potentie van de sport benutten en de maatschappelijke functie van de sport optimaliseren. Maar daarvoor moeten deze vrijwilligersorganisaties wel voldoende zijn toegerust. Zo zal samen met de collega’s van OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) de impuls voor brede scholen, sport en cultuur uitgevoerd gaan worden. Daarnaast worden de proeftuinen "Vernieuwing sportaanbod" ondersteund, die de sportkoepel NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie) uitvoert bij circa 100 verenigingen. Die projecten gaan inzicht geven in hoe sportverenigingen het nieuwe type vrijwilliger in kunnen zetten.

Beleidsbrief De kracht van sport (2007)

Beleidsbrief De kracht van sport (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2007) Beleidsbrief Sport "De kracht van Sport". Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vergaderjaar 2007/2008, 30234, nr 13.

Web-link

Beleidsbrief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-13.html

Uitwerking:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-15.html

Korte omschrijving/doelstelling

Met deze beleidsbrief wordt een concreet vervolg geven aan het beleidsprogramma wat betreft het onderwerp sport. Uiteraard wordt daarbij verder gebouwd op de pijlers “bewegen”, “meedoen” en “presteren” van het bestaande sportbeleid, dat is vastgelegd in de nota Tijd voor sport (2005) en het uitvoeringsprogramma Samen voor sport (2006). Wel zullen in het sportbeleid een aantal accenten verlegt worden en nieuwe prioriteiten gesteld worden. Het kabinet wil investeren in de kracht van sport. Dat geldt zowel in de breedte als aan de top. Doelstellingen van het sportbeleid voor de komende jaren zijn:

– 10% van de sportverenigingen is sterk genoeg om maatschappelijke taken uit te voeren;

– 20% meer talentvolle sporters – met en zonder handicap – heeft uitzicht op de top;

– meer sporters met een handicap sporten en bewegen;

– meer mensen voldoen aan de beweegnorm: 70% van de volwassenen, 50% van de jeugd.

Het sportbeleid zal worden gerealiseerd door onder meer:

– de gezamenlijke inzet van minstens 2500 combinatiefuncties voor brede scholen, sport en cultuur;

– het creëren van aanvullende faciliteiten voor talenten;

– het creëren van meer mogelijkheden voor gehandicaptensport via het speciaal onderwijs, zorginstellingen en sportverenigingen;

– de evaluatie en herijking van het beleid voor de gehandicapentopsport;

– de uitbreiding van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen met een belangrijke focus op de jeugd;

– de ondersteuning van de sportsector bij maatregelen gericht op de bevordering van sportiviteit en respect en het tegengaan van uitwassen;

– actieve participatie van Nederland in internationaal verband betreffende Sport en Ontwikkelingssamenwerking, het anti-dopingbeleid en het EU Europese unie (Europese unie)-Witboek.

Nota lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008–2011 “Gewoon homo zijn” (2007)

Nota lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008–2011 “Gewoon homo zijn” (2007)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen))

Referentie

OCW (2007). Nota Lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008–2011 “Gewoon homo zijn”. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW), vergaderjaar 2007/2008, 27017, nr 33.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27017-33.html

Korte omschrijving/doelstelling

Met het motto “gewoon homo zijn” kiest het kabinet als hoofddoelstelling voor het homo-emancipatiebeleid: het bevorderen van de sociale acceptatie van homoseksuelen onder de Nederlandse bevolking. Het kabinet wil duidelijk en actiever stelling nemen tegen geweld, intimidatie en discriminatie van homoseksuelen op straat, in de sport, in het onderwijs, de (ouderen)zorg en bedrijven. Het wil daarbij moreel leiderschap tonen voor de sociale acceptatie van homoseksuelen en investeren in initiatieven vanuit de samenleving.

De minister voor homo-emancipatie wil samen met de staatssecretaris van VWS aandacht vragen voor de acceptatie van homoseksuelen in de sport, door de positieve betekenis en maatschappelijke functie van sport. Want ook in de sport moet je gewoon homo of lesbisch kunnen zijn. Voor het homo-emancipatiebeleid van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wordt in de komende tijd gebruik gemaakt van een mix van maatregelen op diverse niveaus:

- Kaderstellend (het bevorderen van acceptatie is op alle VWS terreinen – zoals in de zorg, via het welzijnsbeleid en in de sport – de norm);

- Agendabepalend (overleg, aanwezigheid bewindspersonen of vertegenwoordiging bij evenementen, thema opnemen in speeches, partners aanspreken op hun verantwoordelijkheid);

- Stimulerend (ondersteuning van voorbeeldprojecten, op projectbasis ondersteunen van organisaties die voortrekkersrol vervullen);

- Initiërend (binnen VWS inclusief beleid voor homo-emancipatie).

Concrete maatregelen voor de sport daarbij zijn:

- De staatssecretaris van VWS zal de acceptatie van homoseksualiteit in de georganiseerde sport agenderen in het overleg met NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie). Gewenst doel is een gedragscode.

- VWS zal een bijeenkomst organiseren met de sportbonden en andere partners om goede praktijkvoorbeelden uit te wisselen.

- VWS en OCW dragen zorg dat binnen sportopleidingen aandacht wordt geschonken aan seksuele diversiteit.

- VWS, WWI en Jeugd en Gezin organiseren met de spelers van het programma “Meedoen allochtone jeugd door sport” een expertmeeting over homoseksualiteit.

- Ambassadeurs worden ingezet ter bevordering van sportiviteit en respect.

- Projecten die een tolerant sportklimaat voor homoseksuelen bevorderen worden ondersteund.

- Het SCP Sociaal Cultureel Planbureau (Sociaal Cultureel Planbureau)-rapport "Een gele kaart voor de sport" krijgt een vervolg. Daarin zal wederom aandacht besteed worden aan negatieve opmerkingen over homoseksualiteit.

- OCW zal een landelijk initiatief van sportorganisaties ondersteunen. Zon “gay & straight” sportalliantie zal zich richten op de acceptatie van homoseksuelen.

Nationale aanpak gezondheid en milieu 2008-2012 (2008)

Nationale aanpak gezondheid en milieu 2008-2012 (2008)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer)

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen))

Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Ministerie van Verkeer en Waterstaat))

Referentie

VROM/VWS/LNV/OCW/V&W (2008). Nationale aanpak gezondheid en milieu 2008-2012. Den Haag: Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) / Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) / Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) /Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) / Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W). Vergaderjaar 2007-2008, 28089, nr 19.

Web-link

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28089-19.html

Korte omschrijving/doelstelling

Het kabinet pakt de belangrijke bekende leefomgevingsaspecten aan via het reguliere beleid, samen met de betrokken partijen. De aspecten die extra aandacht nodig hebben worden als speerpunten onder deze Nationale aanpak benoemd dat bestaat uit:

1. het verbeteren van de kwaliteit van het binnenmilieu in woningen, scholen en kindercentra;

2. het gezonder ontwerpen en inrichten van de fysieke leefomgeving;

3. het verbeteren van de informatievoorziening aan burgers over de lokale leefomgeving om daarmee actieve betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving mogelijk te maken;

4. het signaleren en volgen van milieu en gezondheidsproblemen en hun aanpak.

Op het gebied van het gezond ontwerpen en inrichten van de leefomgeving wil het kabinet “gezond ontwerpen en inrichten” in het algemeen, naast twee specifieke aspecten, het aspect groen in combinatie met blauw en het aspect gezonde mobiliteit in de wijk, extra bevorderen. Kennis over een gezonde leefomgeving moet een stevige plek in de praktijk krijgen. Het kabinet kiest ervoor vooral binnen bestaande projecten en programma’s “gezond ontwerpen en inrichten” te bevorderen en te realiseren. Concreet wordt ervoor gezorgd dat “gezond ontwerpen en inrichten” wordt ingebracht en toegepast in projecten zoals de experimenten “Gezonde wijk” in de Krachtwijken. Om ervoor te zorgen dat het gezondheidsperspectief ook breed op rijks, lokaal en regionaal niveau wordt meegenomen, wordt door het rijk erop ingezet dat dit binnen relevante plannen en afspraken met betrokken partijen wordt meegenomen. En tot slot wordt verder gewerkt aan goed bruikbaar instrumentarium en kennis waarmee “gezond ontwerpen en inrichten” gerealiseerd en verder verspreid kan worden.

Invoering Wet publieke gezondheid (2008)

Invoering Wet publieke gezondheid (2008)

Referentie

Wet publieke gezondheid, 2008

Web-link

https://wetten.overheid.nl/BWBR0024705/2019-07-01

Korte omschrijving/doelstelling

Gemeenten en Rijk zijn gezamenlijk bestuurlijk verantwoordelijk voor de publieke gezondheid. Een aantal taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg, dat het Rijk in medebewind heeft gegeven aan de gemeenten, is geregeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Het idee daarachter is dat veel determinanten van de volksgezondheid het beste op lokaal niveau kunnen worden beïnvloed. De Wpg geeft gemeenten daarvoor een aantal taken zoals het uitvoeren van infectieziektebestrijding, preventieve ouderenzorg en jeugdgezondheidszorg, het monitoren van de volksgezondheid en het voeren van lokaal gezondheidsbeleid waarbij een grote mate van lokale beleidsruimte hoort. De Wpg geeft het Rijk, in casu de Minister van VWS, specifieke taken binnen de publieke gezondheid met het doel de kwaliteit en doelmatigheid van de publieke gezondheid te bevorderen. Het gaat daarbij zowel om de uitvoering van activiteiten die het gemeentelijk beleid ondersteunen als om het stellen van kaders. Zo heeft het Rijk de taak om een landelijke ondersteuningsstructuur in stand te houden en te verbeteren, dient het Rijk interdepartementale en internationale samenwerking te bevorderen, iedere vier jaar een landelijke nota gezondheidsbeleid te formuleren en een programma voor uitvoering van onderzoek op te stellen. Daarnaast heeft het Rijk onder speciale omstandigheden, coördinerende en uitvoerende taken bij de infectieziektebestrijding. Ook stelt het Rijk de inhoud van het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg en het Rijksvaccinatieprogramma vast.

Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs (2008)

Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs (2008)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

(OCW/VWS 2008) Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) / Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2007-2008, 30234, nr 21.

Web-link

Beleidskader:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-21-b1.pdf

Aanbiedingsbrief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-21-h1.html

Tussenrapportage Platform Sport, Bewegen en Onderwijs:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-97619

Korte omschrijving/doelstelling

Met dit beleidskader wordt aangegeven hoe de verbinding tussen sport en onderwijs verder versterkt wordt met als doel een meer samenhangend en dekkend sport- en beweegaanbod te realiseren voor de jeugd. Alleen een sterke samenwerking tussen sport, onderwijs en andere partners zoals de naschoolse opvang en gemeenten zal leiden tot meer sport en beweging voor en door de jeugd. Door sport- en beweeginterventies gericht in te zitten, wil het kabinet tevens bijdragen aan:

- de preventie en vermindering van overgewicht bij de jeugd, waarbij het doel is de gestage toename van overgewicht bij de jeugd om te buigen;

- de aanpak van schooluitval, waarbij het doel is het aantal nieuwe gevallen van schooluitval te halveren;

- de ontwikkeling van talent in de sport, waarbij het uiteindelijke doel is om het aantal talenten dat doorstoot naar de top te laten toenemen.

Het kabinet geeft daarom prioriteit aan:

- de positie en toerusting van vakmensen;

- de inzet van effectieve interventies en aangepast sportaanbod;

- risicogroepen -in termen van bewegingsarmoede en schooluitval- op het VMBO en het MBO;

- innovatie op het gebied van accommodaties, en

- talentontwikkeling.

Initiatiefnota Fietsen in Nederland ... een tandje erbij (2008)

Initiatiefnota Fietsen in Nederland ... een tandje erbij (2008)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Ministerie van Infrastructuur en Milieu))

Referentie

I&M (2008). Initiatiefnota Fietsen in Nederland ... een tandje erbij. Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M). Vergaderjaar 2008-2009, 31796, nr 2.

Web-link

Initiatiefnota:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31796-2.html  

Aanbiedingsbrief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31796-1.html  

Korte omschrijving/doelstelling

Deze nota geeft een beeld van concrete mogelijkheden om fietsbeleid in Nederland actief te stimuleren en uit te dragen. Om het fietsen naar het werk aantrekkelijker te maken, zal de bedrijfsfietsenregeling moeten worden aangepast. Verder zullen fietsreparaties en het stallen van fietsen onder het lage BTW Belasting op de toegevoegde waarde (Belasting op de toegevoegde waarde)-tarief moeten worden gebracht. Ook wordt bepleit om voor fietsen van en naar het werk structureel een vergoeding van negentien eurocent per kilometer beschikbaar te stellen. Het mag niet uitmaken of iemand op de fiets of met de auto naar het werk gaat. Eveneens worden concrete suggesties gedaan om het fietsen naar school te stimuleren. Ook wordt voorgesteld om fietslessen op te nemen in inburgeringscursussen.

Uitblinken op alle niveaus, Kabinetsstandpunt bij het Olympisch plan 2028 (2009)

Uitblinken op alle niveaus, Kabinetsstandpunt bij het Olympisch plan 2028 (2009)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2009). Uitblinken op alle niveaus. Kabinetsstandpunt bij het Olympisch plan 2028. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2008-2009, 30234, nr 25.

Web-link

Kabinetsstandpunt:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-25.html

Beleidskader pilot sportevenementen:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30234-26.html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-55572

Korte omschrijving/doelstelling

Met dit standpunt reageert het kabinet op het Olympisch Plan 2028, dat op 12 mei 2009 in de Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF is aangenomen. Het kabinet ziet in het Olympisch Plan 2028 kansen voor Nederland. Dat geldt zowel voor de doelstelling om Nederland op Olympisch niveau te brengen als voor de mogelijke uitkomst daarvan: de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland. Het kabinet wil de mogelijkheid van Olympische Spelen op Nederlandse bodem serieus onderzoeken om hierop tijdig te kunnen inspelen. Sommige maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur, kunnen niet lang wachten.

Hieronder wordt beschreven wat de inzet is van het kabinet bij de vijf geformuleerde ambities:

Talentvol Nederland:

  • Evaluatie en onderzoek
  • Talentontwikkeling
  • Talentherkenning
  • Positie van topsporters

Meedoen in Nederland:

  • Meedoen aan sport
  • Meedoen door sport
  • Versterken sportinfrastructuur

Vitaal Nederland:

  • Gezond aanbod
  • Uitdagende omgeving

De kaart van Nederland

  • Olympische hoofdstructuur
  • Ruimtelijk ontwerp
  • Duurzame ontwikkeling

Nederland in beeld:

  • Innovatie
  • Handelsmissies
  • Evenementen
Convenant Gezond Gewicht (2009)

Convenant Gezond Gewicht (2009)

Uitgevende instelling(en) (Ministerie(s))

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport))

Referentie

VWS (2009). Convenant Gezond Gewicht. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Vergaderjaar 2009-2010, 31899, nr 15.

Web-link

Aanbiedingsbrief:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31899-15.pdf

Convenant:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-47513.pdf

Korte omschrijving/doelstelling

Het Convenant Gezond Gewicht is een vervolg op het Convenant Overgewicht. Naar aanleiding van het Convenant Overgewicht bleek dat nieuwe afspraken tussen partijen concreter zouden moeten zijn om slagvaardiger te kunnen optreden en om optimaal resultaat te kunnen behalen.

De ambitie in dit Convenant is om de trend in overgewicht én obesitas bij zowel kinderen als volwassenen te laten dalen. Het bestaat uit een koepelconvenant dat vooral ambities op hoofdlijnen, organisatorische en procedurele afspraken bevat en vier inhoudelijke deelconvenanten gericht op intersectoraal lokaal beleid: JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht), werk, school en consument & vrije tijd. De deelconvenanten bevatten eigen ambities en inspanningsverplichtingen op het gebied van het desbetreffende deelconvenant.